De bestreden reclame-uiting

Het betreft de website www.jumbosupermarkten.nl waarop ten tijde van het indienen van de klacht prijsvergelijkingen van levensmiddelen stonden. Daarbij werden de prijzen van levensmiddelen bij Jumbo Supermarkten vergeleken met de prijzen bij Albert Heijn en C1000.

De klacht

Klager vindt de prijsvergelijking van Coca Cola op de website van Jumbo Supermarkten misleidend, omdat er geen actuele prijzen van de concurrenten worden weergegeven. In de prijsvergelijking is immers niet verwerkt dat Albert Heijn de prijs van Coca Cola heeft verlaagd. Hierdoor is het prijsverschil in werkelijkheid kleiner dan uit de website blijkt en wordt Albert Heijn ten onrechte als veel te duur neergezet.

Het verweer

Adverteerder stelt dat het enkele feit dat zij een prijsverlaging van een concurrent niet on­middellijk in de prijsvergelijking op zijn website heeft verwerkt de uiting nog niet mis­leidend doet zijn. Er was namelijk geen reden om aan te nemen dat Albert Heijn haar prijzen zou aanpassen naar aanleiding van de aangekondigde prijsverlaging door adver­teerder. Albert Heijn heeft in de media laten weten niet mee te doen aan de prijzen­oor­log en niet in te haken op de actie van Jumbo Supermarkten. Adverteerder voelt zich op het ver­keerde been gezet nu Albert Heijn via de media deed voorkomen geen prijzen te zullen aanpassen. Toen adverteerder duidelijk werd dat Albert Heijn toch een prijsverla­ging had doorgevoerd, heeft zij de prijsvergelijking op haar website verwijderd.

Repliek

Klager vindt dat het verweer van adverteerder dat deze niet kon weten dat Albert Heijn haar prijzen had verlaagd, geen doel treft. Adverteerder geeft namelijk op haar eigen website aan dat zij dagelijks de prijzen bij veel van haar concurrenten vergelijkt.

Het oordeel van de Commissie

1)  De bestreden reclame-uiting is vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), aangezien adverteerder op haar website haar ver­koopprijzen vergelijkt met die van Albert Heijn en C1000. De Commissie zal derhalve toet­sen aan dit artikel in plaats van het door klager genoemde artikel 8.2 NRC. Vergelij­ken­de reclame is toegestaan, mits deze voldoet aan de daaraan in artikel 13 NRC ge­stelde voorwaarden. Een van deze voorwaarden is dat op objectieve wijze een of meer wezen­lijke, relevante, controleerbare en representatieve kenmerken van goederen of diensten, zoals de prijs, wordt vergeleken (artikel 13 aanhef onder c NRC).

2)  Voor de prijzen van producten van adverteerder en haar concurrenten geldt geen vas­te prijs. Dit betekent dat zij de productprijzen eigenhandig en op elk willekeurig mo­ment kunnen aanpassen. Aangezien de prijsvergelijking daardoor een moment­opname is, had adverteerder óf de datum waarop de prijsvergelijking plaatsvond in de reclame-uiting dienen te vermelden óf nauwgezet de actuele ontwikkelingen met betrekking tot de prijzen dienen te volgen. Uit de website van adverteerder lijkt te volgen dat zij het laatste systeem volgt. Adverteerder noemt immers geen datum, maar geeft zelf aan dat zij dagelijks de prijzen bij concurrenten controleert. De klant mag dan verwachten dat de informatie op de website met betrekking tot de prijsvergelijking juist en actueel is. Adver­teerder had daarom de ontwikkelingen in haar branche nauwgezet dienen te volgen teneinde zo actueel mogelijke prijsinformatie te verstrekken.

3)  Vast­staat dat adverteerder op 2 juni 2009 nog niet een prijsverlaging van Albert Heijn per 30 mei 2009 had verwerkt. Dit brengt mee dat de prijsvergelijking op de website van adverteerder met ingang van 30 mei 2009 niet meer geheel actueel was. Nu daardoor onjuiste of onvolledige informatie is ver­strekt in verband met de prijsvergelijking op de website van adverteerder, acht de Commissie de ver­gelijkende reclame in strijd met artikel 13 aanhef en onder c NRC. Hetgeen adverteerder aanvoert over het feit dat zij geen rekening kon houden met de mogelijkheid dat Albert Heijn haar prijzen zou ver­lagen, doet aan het voorgaande op geen enkele wijze af.

De beslissing

Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het be­paalde in artikel 13 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.