De bestreden reclame-uiting

Het betreft de huis-aan-huis folder “Meer plezier voor je geld in Slagharen”, waarin door middel van afgebeelde kassabonnetjes een prijsvergelijking is opgenomen van een “dagje uit met het hele gezin (2 volwassenen & 2 kinderen)” in Slagharen en in een “Bekend sprookjespark”. Onderin de uiting staat: “Prijzen gemeten op 1 november 2011”.

De klacht

Volgens de prijsvergelijking in de folder bedragen de kosten voor een dagje Slagharen € 99,- en voor een “Bekend sprookjespark”, waarmee de Efteling wordt bedoeld, € 176,40. In deze vergelijking is Slagharen, dat flexibele toegangsprijzen hanteert, uitgegaan van de minimum toegangsprijs van € 12,50. Op de meeste dagen is de toegangsprijs echter veel hoger, tot maximaal € 24,50. Het is misleidend om met de laagste prijs te adverteren.

Het verweer

Om te visualiseren dat de consument in Slagharen meer plezier heeft voor zijn geld, het thema van de bestreden folder, zijn kassabonnen van Slagharen en een bekend sprookjespark naast elkaar gelegd. In de uiting wordt de naam “Efteling” niet genoemd. De vergelijking noemt als peildatum 1 november 2011. Op die dag was de entreeprijs € 12,50, evenals op veel andere dagen in het seizoen. Van misleiding is geen sprake. In de vergelijking is immers ook duidelijk vermeld dat de horeca (poffertjes en frietjes) in Slagharen duurder is dan in het andere park.

Het oordeel van de Commissie

Op grond van het bepaalde in artikel 13 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) wordt onder vergelijkende reclame verstaan elke vorm van reclame waarbij een concurrent dan wel door een concurrent aangeboden goederen of diensten uitdrukkelijk of impliciet worden genoemd. In de onderhavige uiting worden de kosten van een dagje uit in Slagharen vergeleken met de kosten van een dagje uit in een “bekend sprookjespark”. Naar het oordeel van de Commissie blijkt uit de aanduiding “bekend sprookjespark” en het op de kassabon gebruikte lettertype, de kleurstelling en de sterretjes die overeenkomst vertonen met het logo van De Efteling, voldoende duidelijk dat wordt gedoeld op De Efteling. Aldus is sprake van een impliciete vergelijking van Slagharen met De Efteling en derhalve van vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 NRC.

De Commissie vat klagers klacht aldus op, dat hij de vergelijkende reclame  misleidend en om die reden in strijd met het bepaalde in artikel 13 onder a NRC acht, omdat in de prijsvergelijking is uitgegaan van de laagste toegangsprijs die Slagharen kent, terwijl op andere dagen een hogere prijs geldt. De Commissie heeft geconstateerd dat Slagharen flexibele entreeprijzen hanteert die gedurende het seizoen kunnen variëren van € 12,50 tot € 24,50. In de uiting is vermeld dat de prijzen in de vergelijking zijn gemeten op 1 november 2011. Niet is gesteld of gebleken dat de in de uiting opgenomen prijzen niet de op de peildatum geldende prijzen zijn. De Commissie heeft evenmin reden te twijfelen aan de juistheid van de mededeling van adverteerder dat de toegangsprijs van € 12,50 voor veel andere dagen in het seizoen geldt. Gelet op deze omstandigheden is naar het oordeel van de Commissie de bestreden vergelijkende reclame toelaatbaar en niet misleidend.

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.