a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Voeding en drank

Status:

Dossiernr:

2019/00351

Datum:

19-09-2019

Uitspraak:

VT zonder aanbeveling

Product/dienst:

Voeding en drank

Motivatie:

Strijd met wet

Medium:

Verpakking en etikettering

De bestreden reclame-uiting

Het betreft de verpakking van ‘Go-Tan Whole Wheat Noodles Fullkorn – Volkoren’ voor zover op de voorzijde van de verpakking “Volkoren” staat.

 

Samenvatting van de klacht

Foodwatch stelt dat volkorenproducten belangrijk zijn voor de gezondheid. Het gebrek aan volkorenproducten is zelfs het grootste gezondheidsprobleem gerelateerd aan voeding. Om die reden is misleiding rondom volkorenproducten zeer kwalijk. Foodwatch verwijst naar de overwegingen 3, 4, 5, 20 en 47 van Verordening (EU) nr. 1169/2011, alsmede naar de artikelen 2, 3, 7, 9, 17, 22 en 36 alsmede naar Bijlage VI van deze verordening, in combinatie met een notitie die is opgesteld door de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) in overleg met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) over de vraag hoe deze regelgeving dient te worden geïnterpreteerd met betrekking tot ‘volkorenclaims’. De notitie is overgelegd als bijlage bij de klacht. In deze notitie staat, kort gezegd, dat als ‘volkoren’ wordt benadrukt op het etiket terwijl niet het totale graanbestanddeel uit volkorenmeel bestaat, dit laatste op het etiket duidelijk moet worden gemaakt om misleiding te voorkomen. In de notitie wordt voor het wettelijke kader verwezen naar artikel 7 lid 1 aanhef en onder d Verordening (EU) nr. 1169/2011. Deze bepaling houdt in dat als een ingrediënt waarvan de consument verwacht dat het van nature aanwezig is of normaliter gebruikt is (volkorenmeel) geheel of gedeeltelijk wordt vervangen door een ander ingrediënt (bloem), dit vervangende ingrediënt duidelijk op het etiket moet worden vermeld op de wijze als omschreven in bijlage VI deel A onder punt 4 in verbinding met artikel 13 lid 2 van Verordening (EU) nr. 1169/2011. Go-Tan noemt haar product ‘volkoren’. Op geen enkele wijze wordt op de voorkant van de verpakking duidelijk gemaakt dat een aanzienlijk deel van het volkorenmeel is vervangen door bloem. Hierdoor wordt ten onrechte de suggestie gewekt dat het graandeel uitsluitend volkoren is. Bij de wettelijke benaming wordt de toevoeging van bloem niet vermeld. Slechts uit de kleine lettertjes in de ingrediëntenlijst op de achterkant van de verpakking blijkt dat er bloem aan het volkorenproduct is toegevoegd. Dit maakt het etiket misleidend over de aard van het product waardoor in strijd wordt gehandeld met Verordening (EU) nr. 1169/2011, en in strijd met de artikelen 2, 7 en 8 Nederlandse Reclame Code (NRC).

 

Samenvatting van het verweer

Go-Tan acht de onderhavige procedure overbodig, omdat zij bereid is in overleg met Foodwatch de verpakking aan te passen indien dat nodig is. Deze zaak is een zwak voorbeeld van misleiding, nu het product voor 80% uit biologische harde volkoren tarwebloem bestaat. Op de achterzijde wordt duidelijk de verhouding tussen volkoren tarwemeel (80%) en tarwemeel (20%) aangegeven. Het helpt niet voor de duidelijkheid om deze percentages in de naam van het product te verwerken. Foodwatch heeft nagelaten de door haar aangehaalde wet- en regelgeving voldoende toe te lichten. Het betreft in feite een eigen interpretatie door Foodwatch van een interpretatie van de NVWA van Verordening (EU) nr. 1169/2011. Go-Tan acht het onvoldoende helder wat de regels zijn, maar zal zich conformeren aan de beslissing in deze zaak. Zij heeft inmiddels een aangepast ontwerp van de verpakking laten maken, zoals blijkt uit een bijlage bij het verweer.

 

Het oordeel van de voorzitter

1)  De klacht is gericht tegen de verpakking van Go-Tan Whole Wheat Noodles Fullkorn – Volkoren’ voor zover op het etiket op de voorzijde van de verpakking ‘Volkoren’ staat. De klacht ziet op deze vermelding in samenhang met de samenstelling van het product. Blijkens de ingrediëntenlijst op de achterzijde van de verpakking bevat het product de volgende ingrediënten: “80% Harde volkoren tarwebloem, 20% tarwemeel”. De voorzitter merkt ambtshalve op dat met ‘Harde volkoren tarwebloem’ blijkbaar wordt bedoeld ‘Harde volkoren tarwemeel’. Bloem is immers een fijngemalen meel van granen, waaruit de voor volkoren kenmerkende zemelen en de kiemen van het graan verwijderd zijn, zodat ‘volkoren tarwebloem’ een innerlijk tegenstrijdige aanduiding is. In zoverre is de ingrediëntenlijst niet correct.

2)  De voorzitter stelt voorop dat er geen wettelijk verbod is noodles/’noedels als ‘volkoren’ te omschrijven indien een deel van het product uit niet-volkorenmeel bestaat. Evenmin zijn criteria vastgesteld waarin is geregeld wat het aandeel volkorenmeel dient te zijn op het totale meelbestanddeel om het product als ‘volkoren’ te mogen presenteren. Dit impliceert dat fabrikanten noodlesoedels op de verpakking als ‘volkoren’ kunnen aanduiden indien daarin naast volkorenmeel eventueel ook ander meel of bloem is verwerkt. Kern van de klacht van Foodwatch is dat in die situatie op de voorkant van het etiket wel met zoveel woorden dient te worden vermeld dat een deel van het volkoren is vervangen door bloem. De voorzitter begrijpt op grond van de strekking van de klacht en hetgeen onder 1) is opgemerkt, dat Foodwatch hier niet-volkorentarwemeel bedoelt, te weten het ingrediënt ‘20% tarwemeel’. Foodwatch beroept zich daarbij op een notitie die is opgesteld door brancheorganisatie FNLI in overleg met de NVWA. Deze notitie betreft een interpretatie van de toepasselijke regelgeving waarbij wordt uitgegaan van de toepasselijkheid van artikel 7 lid 1 aanhef en onder d Verordening (EU) nr. 1169/2011. Hierin is bepaald dat voedselinformatie niet misleidend mag zijn, met name niet door via de presentatie, beschrijving of afbeelding de aanwezigheid van een bepaald levensmiddel of ingrediënt te suggereren terwijl het in werkelijkheid een levensmiddel betreft waarin een van nature aanwezig bestanddeel of normaliter gebruikt ingrediënt is vervangen door een ander bestanddeel of een ander ingrediënt.

3)  Niet bij voorbaat kan worden aangenomen dat deze bepaling ziet op de onderhavige situatie, waarin het product, voor zover hier van belang, deels is samengesteld uit volkorenmeel en deels uit niet-volkorentarwemeel. Strekking van bedoeld artikel lijkt immers te zijn dat de consument uitdrukkelijk dient te worden gewezen op het gebruik van wezenlijk andere ingrediënten als surrogaat in situaties waarin hij dat niet verwacht. De voorzitter verwijst naar de Mededeling van de Commissie betreffende vragen en antwoorden over de toepassing van Verordening (EU) nr. nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten (2018/C 196/01), waarin in verband met de hier bedoelde bepaling de volgende concrete voorbeelden worden genoemd:

  • een levensmiddel waarin een ingrediënt dat normaliter wordt gebruikt is vervangen door een ander bestanddeel of een ander ingrediënt, zoals een pizza waarbij de aanwezigheid van kaas wordt verwacht omwille van de afbeelding op het etiket, terwijl de kaas is vervangen door een ander product met een andere naam, dat werd geproduceerd met grondstoffen die tot doel hebben melk volledig of gedeeltelijk te vervangen;
  • een levensmiddel waarin een van nature aanwezig bestanddeel is vervangen door een ander bestanddeel of ander ingrediënt, zoals een product dat op kaas lijkt waarbij het van melk afkomstige vet is vervangen door vet van plantaardige oorsprong.

4)  Het ligt niet voor de hand niet-volkorentarwemeel als surrogaat voor volkorentarwemeel in de hiervoor bedoelde zin aan te merken. Beide hebben dezelfde plantaardige oorsprong en onderscheiden zich van elkaar doordat in volkorenmeel de van nature voorkomende zetmeelrijke kern, kiem en zemelen van de graansoort in hun natuurlijke verhouding aanwezig zijn gebleven. Voor zover de klacht is gebaseerd op artikel 7 lid 1 aanhef en onder d Verordening (EU) nr. 1169/2011 kan deze op grond van het voorgaande niet slagen, nu onvoldoende zekerheid bestaat over de toepasselijkheid van deze bepaling in een situatie als het onderhavige. Overigens merkt de voorzitter op dat de FNLI en de NVWA bij het opstellen van bedoelde notitie geen rekening konden houden met bedoelde uitleg door de Europese Commissie van artikel 7 lid 1 aanhef en onder d Verordening (EU) nr. 1169/2011. Deze uitleg is immers van recentere datum dan de notitie. Dat neemt niet weg dat wel belang toekomt aan het feit dat zowel de brancheorganisatie FNLI als de toezichthouder NVWA het misleidend achten indien een product dat ook bloem bevat wordt gepresenteerd als ‘volkoren’ indien de toevoeging van bloem niet duidelijk wordt gemaakt. De klacht beoogt immers onmiskenbaar aan te sluiten bij de visie van deze instanties dat in een dergelijk geval sprake is van misleidende voedselinformatie. De voorzitter acht voldoende duidelijk dat de klacht in verband daarmee mede is gebaseerd op het verbod misleidende voedselinformatie te geven over de samenstelling van het product als bedoeld in artikel 7 lid 1 sub a Verordening (EU) nr. 1169/2011. Daarbij is niet in geschil dat de consument belang hecht aan het feit dat het om een ‘volkoren’ product gaat wegens de veronderstelde, voor het lichaam nuttige eigenschappen van de volkoren bestanddelen ten opzichte van bloem en ‘gewone’ tarwemeel die deze eigenschappen niet of veel minder hebben. De informatie over de samenstelling van een ‘volkoren’ product waarin naast volkorentarwemeel ook ander meel is verwerkt, is daarom van belang voor de vraag of sprake is van eerlijke informatiepraktijken over voedsel in de zin van artikel 7 lid 1 sub a Verordening (EU) nr. 1169/2011.

5)  Bij de beoordeling of een etikettering voor een consument misleidend kan zijn, volgt uit de rechtspraak dat moet worden uitgegaan van de vermoedelijke verwachting van de normaal geïnformeerde en redelijk omzichtige en oplettende gemiddelde consument op basis van de volledige uiting (HvJ EG 16 juli 1998, C-210/96, ECLI:EU:C:1998:369, inzake Gut Springenheide). En voorts is het uitgangspunt dat deze gemiddelde consument, wiens beslissing tot aankoop wordt bepaald door de samenstelling van een product, eerst de lijst van ingrediënten leest (HvJ EG 26 oktober 1995, C-51/94, ECLI:EU:C:1995:352). Dat de lijst van ingrediënten op de verpakking staat, kan anderzijds niet uitsluiten dat de etikettering van dat product en de wijze waarop deze is uitgevoerd de consument kan misleiden, bijvoorbeeld indien, in zijn geheel beschouwd, het etiket de indruk wekt dat het product een ingrediënt bevat dat het in werkelijkheid niet bevat, wat uitsluitend blijkt uit de lijst van de ingrediënten (HvJ EG 4 juni 2015, C-195/14, ECLI:EU:C:2015:361, inzake Teekanne). Op basis van deze uitgangspunten oordeelt de voorzitter als volgt.

6)  Op de voorzijde van de verpakking wordt ongeveer op het midden van het etiket uitdrukkelijk het woord ‘volkoren’ vermeld. Dit woord staat direct onder de vermelding ‘Whole wheat noodles’ welke vermelding eveneens impliceert dat sprake is van een ‘volkoren’ product. De vermelding ‘Whole wheat noodles’ wordt lager op de verpakking in feite herhaald als onderdeel van een voedingsclaim, te weten: “Organic whole grain noodles are high in fibre and low in salt”. De gemiddelde consument zal het woord ‘volkoren’ als zodanig en in combinatie met de in feite identieke woorden ‘whole wheat’ en ‘whole grain’ opvatten als een expliciete claim over de samenstelling van het product, in deze zin dat het product als voordeel heeft dat het ‘volkoren’ is. Elke nuancering ontbreekt daarbij. De gemiddelde consument zal hierdoor verwachten dat het product, voor wat betreft het graanbestanddeel, uitsluitend uit volkorenmeel bestaat. Deze verwachting wordt versterkt door de voedingsclaim’ high in fibre and low in salt’. Deze claims lijken immers samen te hangen met het feit dat het om een ‘volkoren’ product gaat. Op de achterzijde van de verpakking staat, na het woord ‘Volkorennoedels’, de ingrediëntenlijst waarin, zoals vermeld onder 1), een onjuiste en daardoor verwarrende specificatie van het ‘volkoren’ ingrediënt staat.

7)  Door prominent het product zonder toelichting of percentage als ‘volkoren’ te presenteren, zal de gemiddelde consument aannemen dat het product, voor wat betreft het graanbestanddeel, geheel uit volkorentarwemeel bestaat. In werkelijkheid bestaat het product voor een aanzienlijk deel uit niet-volkorentarwemeel. Dit impliceert dat de vermelding ‘volkoren’ in dit geval een onvoldoende adequate en daardoor verwarrende omschrijving van de samenstelling van het product is. De ingrediëntenlijst kan de misleiding in dit geval niet wegnemen, mede door de onjuiste specificatie van het ‘volkoren’ ingrediënt. De voorzitter gaat daarom ervan uit dat de gemiddelde consument bij de aankoop zich onvoldoende ervan bewust zal zijn dat het product slechts deels ‘volkoren’ is. Daarbij is het de voorzitter uit eigen onderzoek gebleken dat er soortgelijke producten zijn waarin wel uitsluitend volkorentarwemeel is verwerkt en die ook ‘volkoren’ worden genoemd. De uiting kan zeer wel ertoe leiden dat de gemiddelde consument die wegens de gezondheid een ‘volkoren’ product wil kopen, zal menen dat ook het onderhavige product een 100% volkoren product betreft.

8)  De voorzitter oordeelt op grond van het voorgaande dat de verpakking niet in overeenstemming is met de eis dat voedselinformatie niet misleidend mag zijn ten aanzien van (onder meer) de samenstelling. Dit impliceert dat de uiting in strijd is met artikel 7 lid 1 aanhef en onder a Verordening nr. 1169/2011, waardoor is gehandeld in strijd met artikel 2 NRC. Nu de uiting om die reden ontoelaatbaar is, komt de voorzitter niet meer toe aan de vraag of de uiting ook in strijd met andere bepalingen van de NRC is. Tot slot zal de voorzitter, nu Go-Tan zich bereid heeft verklaard de verpakking van haar product te wijzigen en zij een ontwerp heeft overgelegd waarbij op de voorzijde voldoende opvallend het percentage volkoren wordt genoemd (“80% Fullkorn – volkoren”), gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, zodat een aanbeveling achterwege blijft. De voorzitter vertrouwt daarbij erop dat Go-Tan zo snel mogelijk de verpakking zal wijzigen, inclusief de onjuiste vermelding van ‘volkoren tarwebloem’, waardoor de onjuiste verpakkingen op korte termijn zullen zijn uitverkocht. Om die reden wordt volstaan met te beslissen als volgt.

 

De beslissing van de voorzitter
 

Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting (de huidige verpakking van ‘Go-Tan Whole Wheat Noodles Fullkorn – Volkoren’) in strijd met het bepaalde in artikel 2 NRC.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken