a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Status:

Dossiernr:

2017/00179

Datum:

24-05-2017

Uitspraak:

Aanbeveling (gedeeltelijk)

Product/dienst:

Gezondheid

Motivatie:

Subjectieve normen

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een uiting op www.ellendejongboers.nl.

Daarin staat onder de aanhef “Vaccinaties” onder meer:

“Vaccinatie begeleiding

Homeopathie biedt een veilige en unieke ondersteuning bij het geven van inentingen. Het gaat hierbij om homeopathische verdunningen van het te geven vaccin. Dit wordt vlak voor de inenting en daarna gegeven. Hiermee wordt het risico op bijwerkingen verkleind, zonder dat de werking van de vaccinatie wordt beïnvloed.

(….)

Veel ouderen en mensen uit een risicogroep worden jaarlijks ingeënt tegen griep. Ook

voor deze mensen kan het het zinvol zijn om preventieve homeopathische geneesmiddelen te gebruiken ter voorkoming van bijwerkingen.

Zeker voor mensen die verre reizen maken en daarvoor vaccinaties nodig hebben, is het raadzaam gebruik te maken van de homeopathische preventieve medicijnen. Mochten er al bijwerkingen zijn opgetreden, dan zijn deze ook uitstekend homeopathisch te genezen!

(…)

Homeopathische bescherming in plaats van vaccineren

Je kunt er ook voor kiezen je kind op homeopathische manier te beschermen tegen ziekte in plaats van te vaccineren. Deze methode die ontwikkeld en uitgebreid onderzocht is door de Australische arts Dr. Isaak Golden, biedt een veilige ondersteuning zonder bijwerkingen tegen de (kinder)ziekte waartegen gevaccineerd wordt in het rijks vaccinatie programma. Het boek “Vaccination and homoeprophylaxis” door Dr. Isaak Golden geeft veel informatie hierover.

Het beschermingsprogramma kan al starten vanaf de eerste dag van de geboorte, werkt

met granules en kent geen bijwerkingen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen

met de praktijk.”

Verder staat in een folder op www.ellendejongboers.nl onder meer:

“Vaccineren ja of nee?

Het is goed om je te realiseren dat:

(…)

– De keuze niet gebaseerd hoort te zijn op angst, maar op goede informatie

– Er mogelijkheden zijn om anders of later te vaccineren,

of op Homeopathische wijze te beschermen (HP)

Wat veel mensen niet weten

           Vaak werkers in de gezondheidszorg ook niet …

Dat…

– Vaccins stoffen bevatten zoals: formaldehyde, polysorbaat, aluminum (kennelijk bedoeld: “aluminium”) , MSG, vreemde eiwitten van de kweekbodem, etc  

(…)

– de hersenen van kinderen onder de twee jaar bijzonder kwetsbaar zijn voor toxische stoffen die verwerkt zijn in de vaccins

(…)

– Er een veilig alternatief bestaat voor vaccineren op basis van homeopathie

– De darmen van een pasgeborene nog niet uitontwikkeld zijn en dus niet in staat zijn adequaat om te gaan met toxines in het vaccin, dit kan veel klachten opleveren.

Homeopatisch beschermen

Dr. Isaac Golden is een Australische arts die ruim 20 jaar onderzoek en ervaring heeft opgedaan naar homeopathische bescherming tegen ziektes: hij ontwikkelde de homeopathische profylaxe. Hier is hij op gepromoveerd aan de universiteit in Australië. In Australië zijn ouders verplicht hun kinderen te beschermen tegen infectieziekten. De Australische overheid heeft het systeem van Isaac Golden volledig erkend dus ouders mogen daar kiezen tussen het reguliere programma of het homeopathische.

Homeopathische profylaxe (HP)

Deze bescherming op basis van de homeopathie, werkt volgens een schema met homeopathische middelen die worden ingenomen, dit zijn geen inentingen. Het schema omvat dezelfde infectie ziektes als waartegen in het reguliere schema wordt ingeënt.

Kritieke dagen

Regulier vaccineren op basis van inenten levert het lichaam stress op en is een heel zware belasting. Dit komt onder andere omdat er meer dan één ziekteverwekker tegelijk, samen met gifstoffen rechtstreeks in de bloedbaan wordt ingespoten. (…)”.

Elders op de website www.ellendejongboers.nl staat onder de aanhef “Cease” onder meer:

“Autisme en ADHD

Autisme is een aandoening die je kunt zien als een blokkade van de hersenschors. ADHD, indien aanwezig, wordt gezien als het eerste symptoom van deze blokkade.

In de praktijk blijken autisme en ADHD een stapeling van verschillende oorzaken te zijn, die de hersenschors blokkeren.

Oorzaken

Deze blokkade kan weer worden opgeheven. Daarvoor moet de oorzaak van de blokkade worden opgespoord.

– Allereerst is het belangrijk te weten dat deze blokkade niet ontstaat door één enkele stof of gebeurtenis, naar door een stapeling van stressfactoren voor de hersenen.

– De belangrijkste stressfactor ligt in voor de hersenen toxische stoffen, zoals zware metalen, kinder vaccinaties, toxische medicijnen, toevoegingen in het eten, plastics, en milieuvervuiling. Deze laten een energetische imprint achter, welke zelfs als de toxische stoffen niet meer aantoonbaar zijn aanwezig blijft.

– De tweede soort stress factoren zijn traumatische ervaringen voor het kind.

Oplossing

Deze stressfactoren kunnen worden behandeld. Dit kan met Cease. Doel van de Cease therapie is de toxische stoffen weer uit het lichaam te krijgen, en de energetische imprint te ontstoren.

De behandeling bestaat uit:

1. Het opsporen van alle verstorende stoffen op het brein middels een checklist, en vervolgens te ontstoren met behulp van iso-therapie; een vorm van homeopathie.

meer

2. Toepassen Inspiring homeopathy

meer

3. Ondersteuning afvoeren toxische stoffen met behulp van orthomoleculaire geneeskunde. Hierbij ligt de focus op de darmen, de hersenen, en het immuunsysteem.

meer

Cease

Deze behandeling van autisme en hyperactiviteit, heeft de naam ‘Cease’ gekregen. Cease staat voor: ‘Complete Elimination of Autistic Spectrum Expression’ en betekent letterlijk: laten verdwijnen. Met grote dank aan Tinus Smits die deze unieke combinatie van behandelwijzen voor autisme en ADHD ontwikkeld heeft.

Voor meer informatie, een introductie video en het boek over Cease, zie:

website cease”.

 

De klacht

Klager heeft, onder verwijzing naar bij de klacht overgelegde bijlagen, samengevat het volgende aangevoerd.

De uiting is in strijd met de artikelen 2, 4, 6 en 7 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

Meer in het bijzonder heeft klager tegen de verschillende onderdelen van de uiting de volgende bezwaren.

a.

Onder de aanhef “Vaccinaties” staat onder meer:

“Vaccinatie begeleiding

Homeopathie biedt een veilige en unieke ondersteuning bij het geven van inentingen. Het gaat hierbij om homeopathische verdunningen van het te geven vaccin. Dit wordt vlak voor de inenting en daarna gegeven. Hiermee wordt het risico op bijwerkingen verkleind, zonder dat de werking van de vaccinatie wordt beïnvloed”.

De “homeopathische verdunningen van het te geven vaccin” zouden “een veilige en unieke ondersteuning bij het geven van inentingen” zijn en het risico op bijwerkingen verkleinen, zonder de werking van de vaccinatie te beïnvloeden. Dit is reclame voor een geneesmiddel in de zin van artikel 1 Geneesmiddelenwet. Reclame voor geneesmiddelen waarvoor geen handelsvergunning is verleend, is verboden ingevolge artikel 84 van die wet. Het is zeer onwaarschijnlijk dat een handelsvergunning is verleend voor de aangeprezen “homeopathische verdunningen van het te geven vaccin”. De reclame is daarmee in strijd met de wet en daarmee met artikel 2 NRC.

b.

Ook de volgende tekst is in strijd met de wet en daardoor in strijd met artikel 2 NRC:

“Veel ouderen en mensen uit een risicogroep worden jaarlijks ingeënt tegen griep. Ook

voor deze mensen kan het zinvol zijn om preventieve homeopathische geneesmiddelen te gebruiken ter voorkoming van bijwerkingen”.

Het aanprijzen van homeopathische geneesmiddelen is verboden als het middelen betreft waarvoor geen handelsvergunning is verleend, en ook wanneer in de reclame een therapeutische indicatie wordt genoemd. In dit verband wijst klager op artikel 84 lid 2 Geneesmiddelenwet. In dit geval wordt een therapeutische indicatie genoemd, namelijk het voorkomen van bijwerkingen van de griepprik.

c.

Ook de tekst “Zeker voor mensen die verre reizen maken en daarvoor vaccinaties nodig hebben, is het raadzaam gebruik te maken van de homeopathische preventieve medicijnen. Mochten er al bijwerkingen zijn opgetreden, dan zijn deze ook uitstekend homeopathisch te genezen!” is wettelijk verboden geneesmiddelenreclame.

Dat de bijwerkingen “uitstekend homeopathisch te genezen” zijn, is bovendien  misleidend en daarmee in strijd met artikel 7 NRC.

Sinds 2009 zijn er meer rapporten verschenen die aantonen dat er geen bewijs is voor de effectiviteit van homeopathie bij de onderzochte aandoeningen. In 2009 concludeerde het Science and Technology Committee van het Britse House of Commons dat er geen enkel bewijs is voor de werkzaamheid van homeopathische middelen. In 2011 kwam het Belgische Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg tot dezelfde conclusie. Ten slotte stelde de Australische Gezondheidsraad, de National Health and Medical Research Council (NHMRC), in haar eindrapport van maart 2015 vast dat:

“There was no reliable evidence from research in humans that homeopathy was effective for treating the range of health conditions considered: no good-quality, well-designed studies with enough participants for a meaningful result reported either that homeopathy caused greater health improvements than placebo, or caused health improvements equal to those of another treatment.”

en:

“Based on the assessment of the evidence of effectiveness of homeopathy, NHMRC concludes that there are no health conditions for which there is reliable evidence that homeopathy is effective.

Homeopathy should not be used to treat health conditions that are chronic, serious, or could become serious.”

Het eindrapport heeft betrekking op 68 verschillende aandoeningen en geldt als het grootste onafhankelijke onderzoek naar homeopathie ooit. Het is in dit licht bezien  onaannemelijk dat bijwerkingen van reizigersvaccinaties uitstekend homeopatisch te genezen zijn.

d.

Onder de aanhef “Vaccinaties” staat ook: 

“Homeopathische bescherming in plaats van vaccineren

Je kunt er ook voor kiezen je kind op homeopathische manier te beschermen tegen ziekte in plaats van te vaccineren. Deze methode die ontwikkeld en uitgebreid onderzocht is door de Australische arts Dr. Isaak Golden, biedt een veilige ondersteuning zonder bijwerkingen tegen de (kinder)ziekte waartegen gevaccineerd wordt in het rijks vaccinatie programma. Het boek “Vaccination and homoeprophylaxis” door Dr. Isaak Golden geeft veel informatie hierover.

Het beschermingsprogramma kan al starten vanaf de eerste dag van de geboorte, werkt met granules en kent geen bijwerkingen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de praktijk.”

De hier aangeprezen homeopathische profylaxe is levensgevaarlijk, aldus klager, omdat  deze geen enkele bescherming biedt tegen infectieziekten. Het is geen alternatief voor conventionele vaccinatie. De reclame houdt daarmee een bedreiging in voor de lichamelijke volksgezondheid in de zin van artikel 4 NRC, aldus klager.

 

In de dossiers 2016/00688, 2016/00689 en 2016/00694 heeft de voorzitter van de RCC al geoordeeld dat een uiting als de onderhavige “slechts dan aanvaardbaar [kan] worden geacht indien weten-schappelijk bewijs bestaat waaruit onomstotelijk blijkt (…) dat de aangeprezen homeopathische profylaxe hiervoor een daadwerkelijk alternatief is.”

Dat wetenschappelijke bewijs is er niet. In dit verband wijst klager erop dat er in Nederland geen middelen voor homeopathische profylaxe geregistreerd zijn en de aanprijzing van de door de adverteerder genoemde granules dus in strijd is met de wet.

Verder is de door de adverteerder genoemde Isaac Golden geen arts, maar een voormalig boekhouder die zich tot homeopaat heeft laten omscholen. Opmerkelijk is verder dat Golden in zijn proefschrift uit 2004 juist heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is dat homeopathische profylaxe werkt; hij concludeert:

 “The effectiveness of the program could not be established with statistical certainty given the limited sample size and the low probabitity of acquiring an infectious disease.”

Voor het overige heeft Golden geen serieuze wetenschappelijke publicaties op zijn naam. Bij het ontbreken van serieus bewijs voor werkzaamheid moet worden aangenomen dat de reclame niet voldoet aan de door de voorzitter genoemde maatstaf. De reclame is dus in strijd met de artikelen 4 en 7 NRC, aldus klager.

e.

In de folder op www.ellendejongboers.nl staat onder meer:

“Vaccineren ja of nee?

Het is goed om je te realiseren dat:

(…)

– Er mogelijkheden zijn om anders of later te vaccineren,

of op Homeopathische wijze te beschermen (HP)

Wat veel mensen niet weten

           Vaak werkers in de gezondheidszorg ook niet …

Dat…

(…)

– Er een veilig alternatief bestaat voor vaccineren op basis van homeopathie”.

HP of homeopathische profylaxe biedt, zoals hiervoor uitgelegd, geen enkele bescherming tegen infectieziekten. HP is dan ook geen alternatief voor vaccinatie, laat staan een veilig alternatief. Klager acht dit onderdeel van de uiting in strijd met de artikelen 4 en 7 NRC.

f.

In de folder staat ook:

“Homeopatisch beschermen

Dr. Isaac Golden is een Australische arts die ruim 20 jaar onderzoek en ervaring heeft opgedaan naar homeopathische bescherming tegen ziektes: hij ontwikkelde de homeopathische profylaxe. Hier is hij op gepromoveerd aan de universiteit in Australië. In Australië zijn ouders verplicht hun kinderen te beschermen tegen infectieziekten. De Australische overheid heeft het systeem van Isaac Golden volledig erkend dus ouders mogen daar kiezen tussen het reguliere programma of het homeopathische”.

Zoals gezegd is Golden geen arts. In zoverre is de uiting al misleidend. Volgens zijn proefschrift is er onvoldoende bewijs voor de werkzaamheid van homeopathische profylaxe. De bewering dat de Australische overheid het systeem van Golden erkend heeft, is onwaar. Dit heeft de voorzitter van de Commissie in dossier RCC met nummer 2016/00687 reeds vastgesteld :

“Daarbij neemt de voorzitter in aanmerking dat in de uiting ten onrechte staat dat in Australië de overheid homeoprofylaxe programma accepteert als een gelijkwaardig alternatief voor het reguliere Australische vaccinatieprogramma. Klager heeft onweersproken en onder bronvermelding gesteld dat deze mededeling niet juist is.”

Gelet op het bovenstaande is dit onderdeel van de uiting in strijd met de artikelen 4 en 7 NRC.

g.

In de folder staat onder het kopje “Homeopathische profylaxe (HP)”:

Deze bescherming op basis van de homeopathie, werkt volgens een schema met homeopathische middelen die worden ingenomen, dit zijn geen inentingen. Het schema omvat dezelfde infectie ziektes als waartegen in het reguliere schema wordt ingeënt.”

Hier is sprake van reclame voor niet-geregistreerde (immunologische) geneesmiddelen.

Op grond van artikel 84 Geneesmiddelenwet is deze reclame verboden, aldus klager. Klager acht de uiting ook in zoverre in strijd met artikel 2 NRC.

h.

In de folder staat:

“Vaccineren ja of nee?

Het is goed om je te realiseren dat:

(…)

– De keuze niet gebaseerd hoort te zijn op angst, maar op goede informatie”.

De folder appelleert echter zonder te rechtvaardigen redenen aan gevoelens van angst en is daarmee in strijd met artikel 6 NRC. Zo probeert adverteerder mensen bang te maken voor (hulp)stoffen in de vaccins zoals “formaldehyde” en “aluminum” (kennelijk is bedoeld “aluminium”).

Formaldehyde is echter alleen in heel hoge doses gevaarlijk. Het is een stof die het lichaam zelf aanmaakt en die bijvoorbeeld ook in fruit zit. Vaccins waar een minuscule hoeveelheid formaldehyde in zit, bevatten bijvoorbeeld minder dan 1% van de hoeveelheid formaldehyde in een peer.

Hetzelfde geldt voor aluminium. Sommige vaccins bevatten aluminiumhydroxide of aluminiumfosfaat, stoffen die helpen de aanmaak van antistoffen te bevorderen. Adverteerder doet het voorkomen alsof dit vreselijk gevaarlijk is, maar aluminium zit ook in thee en moedermelk. Aluminiumhydroxide in een vaccin is niet schadelijk. Een kind krijgt veel meer aluminium binnen via voedsel en de lucht dan via vaccins.

Gelet op het bovenstaande zijn de beweringen dat de hersenen van kinderen onder de twee jaar “bijzonder kwetsbaar zijn voor toxische stoffen die verwerkt zijn in de vaccins” en dat de darmen van een pasgeborene “niet in staat zijn adequaat om te gaan met de toxines in het vaccin” nonsens, aldus klager. Er is geen wetenschappelijke onderbouwing voor deze bangmakerij. Vaccineren is zeker niet risicoloos, maar met bovengenoemde opmerkingen en beweringen als “een heel zware belasting” wordt er enorm drama van gemaakt, zonder dat dit goed kan worden onderbouwd.

Helemaal verwijtbaar vindt klager de opmerking dat de ziekteverwekker “rechtstreeks in de bloedbaan wordt ingespoten”. In werkelijkheid wordt de prik in het spierweefsel (intramusculair) gegeven of eventueel onder de huid (subcutaan), maar nooit rechtstreeks in de bloedbaan.

i.

De tekst onder de aanhef “Cease” acht klager in strijd met de artikelen 6 en 7 NRC. Hij voert hiertoe het volgende aan.

Adverteerder rept van een “unieke combinatie van behandelwijzen voor autisme en ADHD”. Met de therapie zouden blokkades (zich uitend in autisme) kunnen worden opgeheven, “stressfactoren” kunnen worden behandeld en “energetische imprints” kunnen worden “ontstoord”. Er is volgens klager geen enkel bewijs dat CEASE therapie effectief is bij de behandeling van autisme.

Zelfs op de website http://www.cease-therapie.nl/, waarnaar adverteerder verwijst, staat onder veel gestelde vragen: “Nee, de therapie is nog niet bewezen door wetenschappelijk onderzoek”.

De (voorzitter van de) Commissie heeft al negen maal klachten tegen reclames voor CEASE-therapie gegrond verklaard en heeft daarbij vastgesteld dat er sprake is van strijd met de artikelen 2, 6 en 7 NRC. Klager verwijst naar de beslissingen van de Commissie van 28 april 2016 in de dossiers 2016/00202, 2016/00161, 2016/00158, 2016/00157 en 2016/00135. Verder wijst klager op de beslissing van de voorzitter van 6 juni 2016 in dossier 2016/00203 en de beslissingen van de voorzitter van 10 oktober 2016 in de dossiers 2016/00688, 2016/00687 en 2016/00694.

Ook in dit geval is er sprake van reclame die misleidend en daarmee oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC is. 

Bovendien appelleert de adverteerder zonder te rechtvaardigen redenen aan gevoelens van angst door autisme aan te merken als het gevolg van een stapeling van stressfactoren bestaande uit “voor de hersenen toxische stoffen, zoals zware metalen, kinder vaccinaties, toxische medicijnen, toevoegingen in het eten, plastics, en milieuvervuiling”.

In werkelijkheid is de oorzaak van autisme nog steeds onbekend. Wel zijn er sterke aanwijzingen dat autisme reeds in de baarmoeder ontstaat. Zeer kwalijk is dat de adverteerder een link legt tussen autisme enerzijds, en vaccinaties, medicijnen en toevoegingen in het eten anderzijds. Hier is geen solide wetenschappelijk bewijs voor.

Klager stelt: “Het fabeltje dat vaccins of de stoffen daarin verantwoordelijk zijn voor autisme zingt al zo’n dertig jaar rond, maar de onjuiste berichtgeving hierover kwam pas echt in een stroomversnelling toen de Britse arts Wakefield in 1998 een artikel in The Lancet publiceerde waarin een mogelijk verband werd gesignaleerd tussen het BMR-vaccin (bof, mazelen, rode hond) en autisme en darmproblemen. Het onderzoek, dat overigens maar 12 kinderen betrof, bleek frauduleus en werd in 2004 gedeeltelijk en in 2010 geheel ingetrokken (…). Wakefield zelf is geschrapt uit het Britse artsenregister nadat een tuchtcommissie van de General Medical Council had vastgesteld dat hij zwaar onethisch had gehandeld. (..)”.

Klager vervolgt: “Geen enkel deugdelijk onderzoek heeft de – frauduleuze – resultaten van Wakefields studie kunnen reproduceren.

In 2014 is nog een meta-analyse verschenen op basis van de data van meer dan 1,25 miljoen kinderen met de titel “Vaccines are not associated with autism: an evidence-based meta-analysis of case-control and cohort studies”. De conclusie van het onderzoek was (..):

“Findings of this meta-analysis suggest that vaccinations are not associated with the development of autism or autism spectrum disorder. Furthermore, the components of the vaccines (thimerosal or mercury) or multiple vaccines (MMR) are not associated with the development of autism or autism spectrum disorder.”

Niet veel later in 2014 verscheen: “Safety of vaccines used for routine immunization of U.S. children: a systematic review” in het tijdschrift Pediatrics. De auteurs stelden vast dat ernstige bijwerkingen van vaccins “extremely rare” waren en dat “There is strong evidence that MMR vaccine is not associated with autism”. 

In 2015 verscheen “Autism occurrence by MMR vaccine status among US children with older siblings with and without autism” in het Journal of the American Medical Association. De onderzoekers keken naar de data van 95.727 kinderen met oudere broertjes of zusjes. Gekeken werd of het oudere broertje of zusje de diagnose autism spectrum disorder (ASD) had, of de 95.727 kinderen gevaccineerd waren tegen MMR (mumps, measles, rubella; bof, mazelen, rode hond) en of ze zelf autistisch waren. Er werd geen enkel verband gevonden (…):

“In this large sample of privately insured children with older siblings, receipt of the MMR vaccine was not associated with increased risk of ASD, regardless of whether older siblings had ASD. These findings indicate no harmful association between MMR vaccine receipt and ASD even among children already at higher risk for ASD””.

Klager concludeert dat adverteerder ter promotie van haar CEASE-therapie het publiek angst voor vaccinaties (en toevoegingen aan eten) aanpraat. Klager acht dit in strijd met artikel 6 NRC. In dit verband verwijst klager naar de dossiers  2016/00135, 2016100157 en 2016/00158.

 

Het oordeel van de Commissie

1.

De Commissie stelt het volgende voorop. Zij heeft tot taak te beoordelen of reclame wordt gemaakt in overeenstemming met de bepalingen van de NRC. Zij zal zich niet uitspreken over de werking van homeopathie of CEASE therapie in het algemeen.

2.

Met betrekking tot de verschillende onderdelen van de uiting en de daartegen gerichte bezwaren overweegt de Commissie het volgende.

3. Ad a.

In de uiting staat onder meer:

“Vaccinatie begeleiding

Homeopathie biedt een veilige en unieke ondersteuning bij het geven van inentingen. Het gaat hierbij om homeopathische verdunningen van het te geven vaccin. Dit wordt vlak voor de inenting en daarna gegeven. Hiermee wordt het risico op bijwerkingen verkleind, zonder dat de werking van de vaccinatie wordt beïnvloed”.

Door deze mededelingen worden de betreffende “homeopathische verdunningen van het te geven vaccin” gepresenteerd als geschikt voor het voorkomen van een gebrek bij de mens als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub b 1 van de Geneesmiddelenwet en om die reden is er sprake van geneesmiddelen in de zin van artikel 1 lid 1 sub b 1 Geneesmiddelenwet. Klager heeft gesteld dat het zeer onwaarschijnlijk is dat voor de bewuste “homeopathische verdunningen van het te geven vaccin” een handelsvergunning in de zin van artikel 84 Geneesmiddelenwet is verleend. Adverteerder heeft hierop niet gereageerd en ook anderszins is niet gebleken dat er sprake is van een handelsvergunning. In zoverre acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 84 Geneesmiddelenwet en daardoor in strijd met de wet als bedoeld in artikel 2 NRC en met artikel 4 van de Code Publieksreclame Geneesmiddelen (CPG).

4.

Ad b.

In de uiting staat onder meer:

“Veel ouderen en mensen uit een risicogroep worden jaarlijks ingeënt tegen griep. Ook

voor deze mensen kan het zinvol zijn om preventieve homeopathische geneesmiddelen te gebruiken ter voorkoming van bijwerkingen”.

Klager heeft onweersproken gesteld dat hier een therapeutische indicatie wordt genoemd, namelijk het voorkomen van bijwerkingen van de griepprik, en dat dit niet is toegestaan in reclame voor homeopatische geneesmiddelen. In dit verband heeft klager gewezen op artikel 84 lid 2 Geneesmiddelenwet.

Deze bepaling luidt:

“Andere gegevens dan die, bedoeld in artikel 73, tweede lid, onder a tot en met i, worden niet in reclame voor homeopatische geneesmiddelen als bedoeld in artikel 42, derde lid, gebruikt. Alle aspecten van reclame voor andere geneesmiddelen dan die, bedoeld in de eerst volzin, zijn in overeenstemming met de gegevens die in de samenvatting van de productkenmerken van het desbetreffende geneesmiddel zijn opgenomen”.

Klagers bezwaar in combinatie met de tekst van artikel 84 lid 2 geeft de Commissie geen, althans niet voldoende aanleiding om te oordelen dat het onderhavige deel van uiting in strijd is met het bepaalde in artikel 84 lid 2 Geneesmiddelenwet, maar de Commissie vat klagers bezwaar mede op in die zin dat klager de uiting in strijd acht met artikel 5 van de Code Publieksreclame voor Geneesmiddelen (CPG) 2015. Daarin staat:

“Publieksreclame voor homeopatische geneesmiddelen zonder goedgekeurde therapeutische indicaties mag niet”. 

Nu niet is gebleken dat het voorkomen van bijwerkingen van de griepprik een goedgekeurde therapeutische indicatie als bedoeld in artikel 5 CPG is, acht de Commissie dit onderdeel van de uiting in strijd met artikel 5 CPG.

5.

Ad c.

Met betrekking tot de tekst “Zeker voor mensen die verre reizen maken en daarvoor vaccinaties nodig hebben, is het raadzaam gebruik te maken van de homeopathische preventieve medicijnen. Mochten er al bijwerkingen zijn opgetreden, dan zijn deze ook uitstekend homeopathisch te genezen!” overweegt de Commissie in soortgelijke zin als onder Ad b:

Nu niet is gebleken dat het genezen van bijwerkingen van vaccinaties een goedgekeurde therapeutische indicatie als bedoeld in artikel 5 CPG is, acht de Commissie dit onderdeel van de uiting in strijd met artikel 5 CPG.

Verder heeft klager, onder verwijzing naar onderzoek naar de werking van homeopathie, gesteld dat het onaannemelijk is dat bijwerkingen van reizigersvaccinaties “uitstekend homeopatisch te genezen” zijn.

Zoals hierboven overwogen zal de Commissie zich niet uitspreken over de werking van homeopathie in het algemeen, maar het had, gezien de gemotiveerde betwisting door klager van hetgeen in de uiting wordt gesteld, op de weg van adverteerder gelegen om aannemelijk te maken dat de bewuste “homeopathisch preventieve medicijnen” de werking hebben die daaraan in de uiting wordt toegeschreven. Dat heeft adverteerder niet gedaan. Gelet hierop is de Commissie van oordeel dat de uiting gepaard gaat met onjuiste informatie over de met het gebruik van deze “homeopathisch preventieve medicijnen” te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

6.

Ad d.

Klager heeft gemotiveerd weersproken dat “homeopatische bescherming”, in de klacht aangeduid als “homeopatische profylaxe” de werking heeft die daaraan in de uiting wordt toegeschreven. Hij heeft onder meer gesteld dat “homeopatische profylaxe” geen enkele bescherming biedt tegen infectieziekten en dat het geen alternatief is voor vaccineren.

Het had vervolgens op de weg van adverteerder gelegen om aannemelijk te maken dat “homeopatische bescherming” de werking heeft die daaraan in de uiting wordt toegeschreven. Dat heeft adverteerder niet gedaan. Gelet hierop is de Commissie van oordeel dat de uiting gepaard gaat met onjuiste informatie over de met het gebruik van deze “homeopathische bescherming” te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De Commissie acht de uiting niet van dien aard dat deze een bedreiging voor de volksgezondheid inhoudt als bedoeld in artikel 4 NRC. 

In het onderhavige onderdeel van de uiting wordt “homeopatische bescherming”, in de vorm van “granules” aanbevolen ter bescherming “tegen ziekte”. Aldus worden deze granules gepresenteerd als zijnde geschikt voor het voorkomen van een ziekte bij de mens als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub b 1 van de Geneesmiddelenwet en om die reden is er sprake van geneesmiddelen in de zin van artikel 1 lid 1 sub b 1 Geneesmiddelenwet. Niet is gebleken dat voor deze geneesmiddelen een handelsvergunning in de zin van artikel 84 Geneesmiddelenwet is verleend. In zoverre acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 84 Geneesmiddelenwet en daardoor in strijd met de wet als bedoeld in artikel 2 NRC en met artikel 4 CPG. 

7.

Ad e.

Over het hier bestreden gedeelte van de website oordeelt de Commissie (deels) in soortgelijke zin als onder ad d:

Klager heeft gesteld dat “HP” ofwel homeopatische profylaxe geen enkele bescherming biedt tegen infectieziekten en dat het geen “veilig alternatief” is voor vaccineren.

Het had vervolgens op de weg van adverteerder gelegen om aannemelijk te maken dat “HP” ofwel homeopatische profylaxe de werking heeft die daaraan in de uiting wordt toegeschreven. Dat heeft adverteerder niet gedaan. Gelet hierop is de Commissie van oordeel dat de uiting gepaard gaat met onjuiste informatie over de met het gebruik van deze “HP” te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De Commissie acht de uiting niet van dien aard dat deze een bedreiging voor de volksgezondheid inhoudt als bedoeld in artikel 4 NRC. 

8.

Ad f.

In dit onderdeel van de uiting staat:

“Homeopatisch beschermen

Dr. Isaac Golden is een Australische arts die ruim 20 jaar onderzoek en ervaring heeft opgedaan naar homeopathische bescherming tegen ziektes: hij ontwikkelde de homeopathische profylaxe. Hier is hij op gepromoveerd aan de universiteit in Australië. In Australië zijn ouders verplicht hun kinderen te beschermen tegen infectieziekten. De Australische overheid heeft het systeem van Isaac Golden volledig erkend dus ouders mogen daar kiezen tussen het reguliere programma of het homeopathische”.

Klager heeft betwist dat Isaac Golden arts is en dat de Australische overheid het systeem van Isaac Golden erkend heeft.

Het had vervolgens op de weg van adverteerder gelegen om de juistheid van de betreffende mededelingen aannemelijk te maken. Dat heeft adverteerder niet gedaan. Gelet hierop is de Commissie van oordeel dat de uiting gepaard gaat met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2 aanhef NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De Commissie acht de uiting niet van dien aard dat deze een bedreiging voor de volksgezondheid inhoudt als bedoeld in artikel 4 NRC. 

9.

Ad g.

In dit onderdeel van de uiting staat:

“Homeopathische profylaxe (HP)

Deze bescherming op basis van de homeopathie, werkt volgens een schema met homeopathische middelen die worden ingenomen, dit zijn geen inentingen. Het schema omvat dezelfde infectie ziektes als waartegen in het reguliere schema wordt ingeënt”.

Hier worden homeopathische middelen gepresenteerd als geschikt voor het voorkomen van een ziekte bij de mens als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub b 1 van de Geneesmiddelenwet en om die reden is er sprake van geneesmiddelen in de zin van artikel 1 lid 1 sub b 1 Geneesmiddelenwet. Niet is gebleken dat voor deze middelen een handelsvergunning in de zin van artikel 84 Geneesmiddelenwet is verleend. In zoverre acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 84 Geneesmiddelenwet en daardoor in strijd met de wet als bedoeld in artikel 2 NRC en met artikel 4 van de Code Publieksreclame Geneesmiddelen (CPG).

10.

Ad h.

Klager heeft gemotiveerd weersproken dat de volgende mededelingen juist zijn:

“- de hersenen van kinderen onder de twee jaar bijzonder kwetsbaar zijn voor toxische stoffen die verwerkt zijn in vaccins

(…)

– De darmen van een pasgeborene nog niet uitontwikkeld zijn en dus niet in staat zijn adequaat om te gaan met toxines in het vaccin, dit kan veel klachten opleveren.”

en

“Regulier vaccineren op basis van inenten “(…) is een heel zware belasting. Dit komt onder andere omdat er meer dan één ziekteverwekker tegelijk, samen met gifstoffen rechtstreeks in de bloedbaan wordt ingespoten. (…)”.

Op deze gemotiveerde betwisting heeft adverteerder niet gereageerd. Gelet hierop is de Commissie van oordeel dat in dit gedeelte van de uiting zonder te rechtvaardigen redenen wordt geappelleerd aan gevoelens van angst als bedoeld in artikel 6 NRC.  

11.

Ad i.

Klager heeft gemotiveerd bestreden dat de Cease therapie de werking heeft die daaraan in de uiting wordt toegeschreven. Meer in het bijzonder heeft hij gesteld dat er geen enkel bewijs is dat Cease therapie effectief is bij de behandeling van autisme. In dit verband heeft klager ook bestreden dat autisme “een stapeling van verschillende oorzaken”, waaronder de “stressfactor” in de vorm van “voor de hersenen toxische stoffen, zoals zware metalen, kinder vaccinaties, toxische medicijnen, toevoegingen in het eten, plastics, en milieuvervuiling” is.

Het had op de weg van klager gelegen om aannemelijk te maken dat de Cease therapie de werking heeft die daaraan in de uiting wordt toegeschreven. Dat heeft adverteerder niet gedaan. Gelet hierop is de Commissie van oordeel dat de uiting gepaard gaat met onjuiste informatie over de met het gebruik van de Cease therapie te verwachten resultaten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Gelet op bovenbedoelde onjuiste informatie is de Commissie bovendien van oordeel dat nu in het kader van de aanprijzing van de Cease therapie een verband wordt gelegd tussen “autisme” en de “stressfactor” in de vorm van “voor de hersenen toxische stoffen, zoals zware metalen, kinder vaccinaties, toxische medicijnen, toevoegingen in het eten, plastics, en milieuvervuiling”, zonder te rechtvaardigen redenen wordt geappelleerd aan gevoelens van angst als bedoeld in artikel 6 NRC.  

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie acht de reclame-uiting in strijd met de artikelen 2, 6, 7 NRC en 4 en 5 CPG. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken