Kort gezegd ging het in deze zaak (die door Foodwatch is aangespannen) om de volgende vraag: Verwacht de consument bij het zien van de verpakking dat er ook daadwerkelijk vanille in “Optimel Vla vanille” zit, of niet?
De vraag lijkt simpel, maar had veel voeten in de aarde. Van de gemiddelde consument mag verwacht worden dat hij of zij het etiket en de ingrediëntenlijst leest en dus niet alleen op de voorkant van het pak afgaat. Maar deze ingrediëntenlijst kan anderzijds niet uitsluiten dat de consument tóch misleid wordt. Bijvoorbeeld, als het etiket de indruk wekt dat het product een ingrediënt bevat dat het in werkelijkheid niet bevat, wat dan weer uitsluitend blijkt uit de lijst van de ingrediënten. Dit alles komt voort uit Europese regels en jurisprudentie.
De Reclame Code Commissie en het College van Beroep vonden dat de naam “Optimel vla Vanille” onmiskenbaar de indruk wekt dat er vanille in de vla zit. De hele verpakking wordt onder handen genomen: op de voor-, achter en zijkant van de verpakking staat volgens hen niets waar men zonder meer uit kan afleiden dat het bij deze vla alleen maar om vanillesmaak gaat, zonder dat er vanille in zit. Commissie en College komen tot hetzelfde oordeel: deze verpakking is misleidend.
“Vla met vanillesmaak” dus.
Lees hier de gehele uitspraak 2018/00701
