De bestreden reclame-uiting

Het betreft de verpakking van de chocomix ijsjes van Albert Heijn. In de verpakking zitten acht ijsjes met in totaal vier verschillende smaken.

Van de verpakking is een fotokopie aan deze beslissing gehecht.

De klacht

Klaagster kocht de ijsjes in de veronderstelling dat in de verpakking ijsjes van het formaat Magnum zouden zitten. De ijsjes blijken echter ongeveer 60% kleiner te zijn dan de op de verpakking afgebeelde ijsjes. Klaagster voelt zich misleid.

Het verweer

Adverteerder weet niet of de verpakking als een reclame-uiting moet worden aangemerkt. Indien dat wel het geval is, is volgens adverteerder geen sprake van misleidende reclame. Op de verpakking staan vier ijsjes om duidelijk te maken welke smaken in de verpakking zitten. Uit het formaat van de verpakking blijkt dat deze geen acht ijsjes van het formaat Magnum kan bevatten. Adverteerder vermeldt op de verpakking ook niet dat deze een dergelijk formaat ijsjes bevat.

De repliek

Op verpakkingen van een ander soort kleine ijsjes staat wel dat het om “mini ijsjes” gaat. Bij die ver­pakking, die naast de gewraakte verpakking in de schappen ligt, is bovendien onge­veer het juiste formaat afgebeeld. Daardoor wordt nog meer de indruk gewekt dat de ge­wraak­te verpakking grote ijsjes bevat.

Het oordeel van de Commissie

1)  De Commissie stelt voorop dat de onderhavige verpakking door de foto’s en de teksten een aanprijzend effect heeft en om die reden als een reclame-uiting in de zin van artikel 1 Neder­landse Reclame Code (NRC) dient te worden aangemerkt.

2)  Op de gewraakte verpakking staat een groot formaat ijsjes afgebeeld. Daardoor wordt de indruk gewekt dat de op de verpakking afgebeelde ijsjes zich in die verpakking bevinden. Op grond daarvan zal de gemiddelde consument niet beseffen dat het formaat van de afge­beel­de ijsjes niet correspondeert met de inhoud van de verpakking. Daarbij is van belang dat adverteerder onvoldoende heeft onderbouwd dat het for­maat van de verpakking dusdanig klein is, dat daarin uitsluitend mini ijsjes passen. De consument zal door dit alles zijn aan­koopbeslissing op basis van een verkeerde verwachting nemen.

3)  Blijkens het voorgaande is geen juiste informatie verstrekt over een van de belangrijkste kenmerken van het product als bedoeld onder b van artikel 8.2 NRC, te weten de uitvoering. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing

Op grond van het voorgaande acht de Commissie de gewraakte verpakking in strijd met het be­paalde in artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.