Omschrijving: Het betreft de navolgende reclame-uitingen van International Marques voor de alcoholhoudende drank Aperol: a. een advertentie in het vakblad Proost, als bijlage a aan deze uitspraak gehecht en b. het voeren van de merknaam Aperol op een auto. |
De klacht Klager heeft tegen deze uitingen de volgende bezwaren. Ad a. De advertentie doet vermoeden dat het om een alcoholvrij drankje gaat. Het woord “alcohol” en het alcoholpercentage staan niet in de advertentie. Het zou een “verfrissend”, zomers, alcoholvrij drankje kunnen zijn te meer daar gezegd wordt dat het vaak in een mix met prosecco wordt gedronken. Gelet hierop is de advertentie in strijd met artikel 3 van de Reclamecode voor Alcoholhoudende Dranken (RVA) en Ad b. Het voeren van reclame voor alcoholhoudende drank op een vervoermiddel is in strijd met artikel 17 van de RVA. |
Het verweer Adverteerder heeft het volgende verweer gevoerd: Ad a. In alle recente reclame-uitingen staat: “Aperol is een licht alcoholisch, verfrissend drankje met een mediterraan karakter dat opvalt door z’n fruitige smaak en oranje kleur”. Met deze tekst wordt mogelijke onduidelijkheid voorkomen. Ad b. Op de auto zal een sticker worden aangebracht die wijst op de risico’s van alcohol in het verkeer. |
Het oordeel van de Commissie De Commissie heeft met betrekking tot de verschillende bezwaren het volgende overwogen. Ad a. Uit de advertentie blijkt niet dat Aperol een alcoholhoudende drank is. Van de aanhef en de inleidende tekst gaat de suggestie uit dat Aperol een frisdrank is en het tekstgedeelte waar staat op welke wijzen Aperol gedronken kan worden, neemt deze onjuiste indruk niet althans onvoldoende weg. Gelet hierop acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 3 lid 2 RVA. Ad b. Van de enkele vermelding van de merknaam Aperol op een auto kan niet worden geoordeeld dat daardoor een verband wordt gelegd tussen consumptie van deze alcoholhoudende drank en actieve verkeersdeelname. |
De beslissing Op grond van het vorenstaande acht de Commissie de onder 2 ad a bedoelde uiting in strijd met artikel 3 lid 2 RVA en beveelt zij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst zij de klacht af. |
Regeling: Artikel 3 lid 2 RvA |