a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Alcoholhoudende dranken

Dossiernr:

2009/00414

Datum:

05-11-2009

Uitspraak:

Bevestiging Beslissing RCC

Product/dienst:

Alcoholhoudende dranken

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Ongeadresseerd drukwerk

De bestreden uiting

 

Het betreft een advertentie in de Allerhande van 18 mei 2009 voor de alcoholhoudende dranken ‘Jillz’ en ‘Strongbow Gold’.

In de advertentie staat de tekst: “Ontdek cider, ‘t verfrist!’

 

De klacht

 

Alcoholhoudende drank heeft per definitie een dehydraterend effect op het lichaam. Gelet hierop is de uiting in strijd met artikel 6 lid 3 RVA, ingevolge welke bepaling reclame voor alcoholhoudende dranken niet mag suggereren dat consumptie van alcoholhoudende drank lichamelijke of geestelijke prestaties verbetert.

 

Het verweer

 

De Commissie vat het verweer als volgt samen.

De term ‘verfrissend’ staat niet voor ‘hydraterend’. De term ‘fris’, ‘verfrissend’ of ‘verfrist’ wordt veel gebruikt om de smaak van bier of wijn te omschrijven. Voorts wordt de term ‘verfrist’ of ‘verfrissend’ veel gebruikt in reclames, ook voor alcoholische dranken. Uit de uiting blijkt duidelijk dat sprake is van alcoholhoudende drank.

 

Het oordeel van de Commissie

 

Het woord ‘verfrissen’ betekent, volgens het gratis online woordenboek van Van Dale (www.vandale.nl): ‘weer fris maken’ of ‘verkwikken’ en kan, zoals gebezigd in de zin “Ontdek cider, ’t verfrist”, moeilijk anders worden opgevat dan dat de drank een verfrissend dan wel verkwikkend effect heeft op degene die het bewuste drankje drinkt. Gelet op het voorgaande ligt in de gewraakte zin naar het oordeel van de Commissie de suggestie besloten dat door het drinken van cider de geestelijke of lichamelijke prestatie van de bewuste persoon wordt verbeterd en acht zij de gewraakte uiting in strijd met artikel 6 lid 3 RVA.

 

De beslissing

 

Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 6 lid 3 RVA. De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 

College van Beroep:

De grieven

           

Deze kunnen als volgt worden samengevat. 

 

Het oordeel van de Commissie dat sprake is van strijd met artikel 6 lid 3  RVA is onjuist.

I.

De Commissie heeft haar uitleg van het woord “verfrist” in de gewraakte zin “Ontdek cider, ’t verfrist!” gebaseerd op het gratis online woordenboek van Van Dale. Dit woordenboek geeft slechts een beperkt aantal betekenissen van een woord. De betekenis van een woord hangt af van de context waarin het wordt gebruikt. Bij alcoholische dranken is “verfrissend” een algemeen gebruikelijke omschrijving van een smaakbeleving die in de mond teweeg wordt gebracht.

II.

De consument is met deze betekenis van het woord “verfrissend” bekend. Daarom wekt de zinsnede “’t verfrist” bij de gemiddelde consument niet de indruk dat het drinken van de aangeprezen cider de lichamelijke of geestelijke prestaties daadwerkelijk verbetert.

    

Het antwoord in appel

 

De grieven zijn gemotiveerd weersproken. Daarbij wordt benadrukt dat de gewraakte zin “Ontdek cider, ’t verfrist” niet anders kan worden opgevat dan dat de cider een verfrissend effect heeft op de drinker ervan, waardoor de geestelijke en/of lichamelijke prestaties automatisch verbeteren.

 

De mondelinge behandeling

 

Het standpunt van Heineken is nader toegelicht.

   

Het oordeel van het College

 

De grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.

 

Naar het oordeel van het College duidt “´t verfrist” in de gewraakte zin “Ontdek cider, ’t verfrist” op een actieve verfrissende werking die de alcoholhoudende ciderdrank heeft op de drinker ervan. Dit zou anders zijn indien de omschrijving “fris” zou zijn gebruikt, waarmee een bepaalde smaak(beleving) kan worden aangeduid. In de mededeling “’t verfrist” ligt de suggestie besloten dat iemand door het drinken van de cider zodanig wordt verfrist in de zin van verkwikt, dat lichamelijke of geestelijke prestaties erdoor verbeteren. Om deze reden acht het College met de Commissie de bestreden uiting in strijd met artikel 6 lid 3 RVA. Of sprake is van een daadwerkelijke verbetering van lichamelijke of geestelijke prestaties is voor dit oordeel niet van belang.

 

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

  

De beslissing

 

Het College bevestigt de beslissing van de Commissie, voor zover daartegen beroep is ingesteld. 

 

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken