De bestreden reclame-uiting

Het betreft het ballonvaart evenement “Eindhoven Ballooning” dat sinds 2006 in Eindhoven plaatsvindt.

De klacht

Uit de ‘Sport Monitor’ van Respons blijkt dat Bavaria in 2007, 2008 en 2009 sponsor was van dit evenement. Volgens de Sport monitor trekt dit evenement jaarlijks 30% jongeren tussen de 0 en 19 jaar oud. Uit de percentages in de Sport Monitor blijkt dat 20% van het totale aantal bezoekers tussen 0 en 12 jaar oud is. Uit het voorgaande blijkt dat 10% van de bezoekers in de leeftijdscategorie 13-19 jaar valt. Klager acht het aannemelijk dat ruim de helft van deze groep minderjarig is. Gelet op het voorgaande acht klager het aannemelijk dat het publiek van het evenement voor meer dan 25% uit jongeren bestaat en wordt artikel 21 van de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken overschreden.

Verweer

In de eerste plaats is adverteerder sinds 2009 geen sponsor meer van ‘Eindhoven Ballooning’. De ballon op de door klager overgelegde foto vaart derhalve niet meer tijdens het evenement. Adverteerder is daarom van mening dat klager haar klacht op onjuiste informatie heeft gebaseerd.

Voorts is adverteerder niet in de gelegenheid gesteld om de juistheid van de gegevens waarop klager haar klacht baseert, te controleren, nu klager deze gegevens niet heeft overgelegd. Adverteerder betwist de door klager aangevoerde cijfers.

Daarnaast voert adverteerder aan dat klager, ook indien zij de gegevens wel had overgelegd, niet heeft aangetoond dat het publiek van het evenement voor meer dan 25% uit minderjarigen bestaat.

Voorts geldt dat de sponsoren van het evenement zich richten op volwassenen. Het ligt derhalve voor de hand dat meer dan 75% van de bezoekers meerderjarig is.

Daarbij betwist adverteerder dat het door Respons uitgevoerde marktonderzoek kan worden aangemerkt als algemeen in de markt geaccepteerd bereiksonderzoek, als bedoeld in artikel 21 RVA.

Tot slot voert adverteerder aan dat het bereik van de reclame op de luchtballon veel groter is dan door klager is aangevoerd. Gelet op de kerncijfers van het CBS over de Nederlandse bevolking bereikt de luchtballon slechts een publiek dat voor ongeveer 23% bestaat uit mensen onder de 20 jaar.

Gelet op het voorgaande verzoekt adverteerder de Commissie om de klacht af te wijzen.

De repliek en dupliek.

Klager licht onder meer toe dat zij de door haar overgelegde foto in 2008 van de website van ‘Eindhoven Ballooning’ heeft geprint. Op dat moment was adverteerder nog sponsor. Voorts heeft klager een screenshot overgelegd waaruit de eerder genoemde cijfers met betrekking tot de aantallen bezoekers tussen de 0 en 19 jaar blijken.

Adverteerder blijft bij haar standpunt en betwist de door klager overgelegde cijfers.

Het oordeel van de Commissie 

In de eerste plaats heeft adverteerder aangevoerd dat de klacht is gebaseerd op ‘onjuiste informatie’, aangezien zij sinds 2009 geen sponsor meer is van het bewuste evenement. Klager heeft hieromtrent echter onweersproken gesteld dat zij de door haar overgelegde foto, waarvan een kopie aan deze beslissing is gehecht, in 2008 van de website ‘Eindhoven Ballooning’ heeft geprint. Vast staat dat adverteerder in ieder geval in 2008 sponsor was van het bewuste evenement. Uit de stukken is gebleken dat het evenement in 2008 heeft plaatsgevonden van 10 juli tot en met 13 juli.

Gelet op het voorgaande gaat de Commissie ervan uit dat de door klager overgelegde foto is gemaakt ten tijde van het evenement op 10, 11, 12 of 13 juli 2008 en acht de Commissie zichzelf bevoegd om de reclame voor de alcoholhoudende drank van adverteerder, zoals te zien is op de foto, te toetsen aan de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (RVA), zoals deze gold vanaf 1 juli 2008 (tot 1 oktober 2009). Het feit dat adverteerder sinds 2009 geen sponsor meer is van het evenement doet aan het voorgaande niet af.

Op grond van artikel 21 van de RVA, zoals deze gold in juli 2008, mag reclame voor alcoholhoudende drank geen publiek bereiken dat voor meer dan 25% bestaat uit minderjarigen. Klager acht het op basis van de door haar overgelegde bezoekcijfers in de Sport Monitor aannemelijk dat dit percentage tijdens het evenement ‘Eindhoven Ballooning’ is overschreden.

Uit het bepaalde in artikel 21 RVA blijkt dat de bewijslast ter zake van het bereik op adverteerder rust. Adverteerder stelt hieromtrent, op basis van de kerncijfers van het CBS over de Nederlandse bevolking, dat de ballon slechts een publiek zal hebben bereikt dat voor ongeveer 23% uit mensen onder 20 jaar bestaat. Nog daargelaten dat adverteerder haar stelling baseert op cijfers van 2009, volgt de Commissie haar hierin niet. Op grond van 21 RVA gelden immers als maat voor het bereik de bezoekcijfers van het evenement.

Nu adverteerder, hoewel zij de bezoekersaantallen van de Sport Monitor betwist, geen gegevens heeft overgelegd waaruit het aantal minderjarigen bij het genoemde evenement (in juli 2008) blijkt, is de Commissie van oordeel dat adverteerder niet heeft bewezen dat met het evenement een publiek is bereikt dat voor minder dan vijfentwintig procent uit minderjarigen bestaat. Gelet hierop is de Commissie van oordeel dat de gewraakte reclame-uiting in strijd is met artikel 21 RVA (oud).

De beslissing

Gelet op het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 21 RVA (oud). Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.