De bestreden reclame-uiting

Het betreft een televisiereclame getiteld: “Godmother”.

Daarin wordt gezegd:

“Disaronno Godmother

 Disaronno Godmother

 Eén deel Disaronno, twee delen wodka.

 Disaronno, keep it open”.

Intussen verschijnt drie keer een fles Disaronno in beeld en één keer een gedeelte van een merkloze fles met daarin kennelijk wodka, het laatste terwijl uit beide flessen de aangeprezen mix “Disaronno Godmother” in een glas wordt geschonken.

De klacht

STAP acht het in beeld brengen van de merkloze fles wodka in strijd met artikel 18 van de Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken (RvA), betreffende collectieve reclame voor soorten alcoholhoudende drank. 

Het verweer

Dit kan als volgt worden samengevat.

De uiting maakt deel uit van een campagne waarin consumenten suggesties worden gedaan voor het gebruik van de drank Disaronno. Eerder werd gesuggereerd Disaronno te drinken met jus d’orange respectievelijk cola. Doel van de campagne is de consument te wijzen op de veelzijdigheid van het product Disaronno door verschillende gebruiksmogelijkheden en -momenten te belichten. Dit is een algemene “trend” in de alcoholbranche en bij de desbetreffende campagnes gaat het om reclame voor de eigen producten.

Blijkens artikel 18 RvA is reclame voor alcoholhoudende drank alleen toegestaan indien een specifiek product wordt aangeduid. Het is niet toegestaan om een soort drank in het algemeen aan te prijzen. Alcomix voldoet aan deze regel.             

De reclame toont de hals van een anonieme niet bestaande fles, waarvan gesuggereerd wordt dat het een fles wodka betreft. Door een merkloze fles af te beelden, wordt het maken van inbreuk op het merkenrecht, modellenrecht en/of auteursrecht van een concurrent voorkomen.

De uiting betreft overduidelijk uitsluitend reclame voor de drank Disaronno. De wodka speelt niet alleen in de campagne, maar ook in de uiting “Godmother” een ondergeschikte rol. Het gaat in deze uiting alleen maar om een eigenschap (veelzijdigheid) van de drank Disaronno.

Van strijd met de geest van artikel 18 RvA is evenmin sprake. Artikel 18 RvA is bedoeld om te voorkomen dat een soort drank in het algemeen wordt aangeprezen. zoals gebeurt bij bijvoorbeeld kip en vis. Ingevolge artikel 18 RvA moet reclame betrekking hebben op een specifieke drank met vermelding van het merk of de handelsnaam. Dat gebeurt in dit geval: Alcomix maakt reclame voor de drank Disaronno en vermeldt daarbij het merk DISARONNO.                                                  

Hoewel dit niet van doorslaggevend belang is, wijst Alcomix erop dat de toetsingscommissie van de STIVA vooraf positief heeft geadviseerd over de gewraakte uiting en dus heeft geoordeeld dat deze niet in strijd is met enige bepaling van de RvA.

Het oordeel van de Commissie

De Commissie stelt voorop dat de gewraakte televisiereclame op zichzelf een reclame voor alcoholhoudende drank in de zin van de RvA betreft en als zodanig aan de RvA zal worden getoetst. Dat de uiting deel uitmaakt van een campagne met als doel te wijzen  op de veelzijdigheid van het product Disaronno, door in verschillende reclame-uitingen verschillende gebruiksmogelijkheden -en momenten te belichten, betekent niet dat andere uitingen bij de beoordeling van de onderhavige uiting moeten worden betrokken.

Naar het oordeel van de Commissie houdt de gewraakte uiting niet alleen een openbare aanprijzing in van de drank Disaronno, maar tevens van de combinatie van één deel Disaronno en twee delen wodka, genoemd “Disaronno Godmother” en daarmee van  wodka. Om “Disaronno Godmother” te maken, zal men ook over wodka moeten beschikken en in zoverre zet de uiting ook aan tot het kopen van wodka.

Artikel 18 RvA luidt:

“Collectieve reclame voor soorten alcoholhoudende drank is niet toegestaan.

Toegestaan is slechts reclame voor alcoholhoudende drank onder aanduiding van de merk of handelsnaam, en bij wijn tevens onder aanduiding van de plaats, streek of land van herkomst”.

Aangezien de onderhavige uiting -zoals hiervoor overwogen- reclame betreft voor de alcoholhoudende drank wodka, maar deze reclame niet onder aanduiding van een merk- of handelsnaam plaatsvindt, is deze in strijd met artikel 18 RvA.    

Aan bovenstaand oordeel doet niet af dat -naar adverteerder heeft meegedeeld- de toetsingscommissie van de STIVA vooraf positief over de uiting heeft geadviseerd.

De beslissing

Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 18 RvA. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.