De bestreden uiting

Het betreft een televisiecommercial voor Bacardi Rum. Te zien zijn vele bootjes op zee, onderweg naar een plek vlakbij de kust. De verschillende opvarenden creëren gezamenlijk op deze plek met behulp van stenen en rotsblokken een eiland. Onder meer worden palmbomen, versieringen, flessen Bacardi Rum, en kratten met limoenen naar het eiland meegenomen. Op het eiland wordt, in de avond en/of nacht, gefeest, gedanst en gedronken. Het laatste beeld is van de opkomende zon met, op de plek waar het eiland zich bevond, een drijvende discobal.

De klacht

De klacht kan als volgt worden samengevat.

Te zien is dat een kist met flessen Bacardi rum wordt meegebracht en dat een grote hoeveelheid limoenen wordt gesneden. Uitsluitend wordt Bacardi geschonken, er is geen non-alcoholisch alternatief. De aanwezige mensen zijn uitzinnig aan het feesten en de suggestie wordt gewekt dat het feest de hele nacht doorgaat. Aldus is de reclame in strijd met artikel 1 van de Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken (RVA), waarin is bepaald dat alcoholreclame geen overmatige of onverantwoorde consumptie mag tonen, suggereren of stimuleren.

Voorts wordt in de commercial de suggestie gewekt dat door het drinken van Bacardi sociaal en seksueel succes ontstaat. Gelet hierop is de reclame in strijd met artikel 8 RVA, waarin is bepaald dat niet de indruk mag worden gewekt dat de consumptie van alcohol leidt tot sociaal en seksueel succes.

Tot slot wijst klager op artikel 16 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), waarin is bepaald dat de NRC dient te worden toegepast naar de letter, maar ook naar de geest.

Verweer

De Commissie vat het verweer als volgt samen.

Adverteerder betwist de stelling van klager dat sprake zou zijn van strijd met artikel 1 RVA. Gelet op de verhouding tussen het aantal meegebrachte flessen drank en limoenen en het aantal personen dat het eiland bezoekt, is in de commercial geen sprake van (een suggestie van) overmatige consumptie van alcoholhoudende drank of het stimuleren daarvan.

Overigens staat niet vast dat de flessen aan het einde van het feest allemaal leeg waren. Het laatste shot van de commercial is genomen bij zonsopgang. Aan dit shot is niet te zien hoe veel tijd daarvóór het feest is geëindigd.

Voorts betwist adverteerder dat in de commercial de indruk zou worden gewekt dat sprake is van een causaal verband tussen de consumptie van alcoholhoudende drank en het hebben van sociaal en seksueel succes. Er worden geen karakters getoond die een sociale of seksuele verandering doormaken binnen de context van de commercial.

Tot slot stelt adverteerder dat de commercial in overeenstemming is met de NRC en de RVA, zowel naar de letter, als naar de geest.

De mondelinge behandeling

Mr. van Schaik voornoemd licht het verweer toe aan de hand van zijn pleitaantekeningen.

Het oordeel van de Commissie 

Van strijd met artikel 1 RVA is naar het oordeel van de Commissie geen sprake.

Het feit dat getoond wordt dat een (grote) hoeveelheid limoenen wordt gesneden en dat een kist met flessen Bacardi rum wordt meegebracht, brengt, gelet op de grote hoeveelheid mensen die het feest op het eiland bezoeken, niet mee dat sprake is van (de suggestie van) overmatige of onverantwoorde consumptie van alcohol. Het feit dat geen (of, naar ter vergadering is gebleken, nauwelijks) non-alcoholische drank wordt geschonken of dat ‘uitzinnig’ en/of langdurig wordt gefeest, leidt niet tot een ander oordeel.

Evenmin kan worden geoordeeld dat in de uiting de indruk wordt gewekt dat er een causaal verband is tussen de consumptie van alcoholhoudende drank en seksueel en/of sociaal succes, als bedoeld in artikel 8 RVA. Voor zover de in de uiting getoonde situatie van feestende, dansende mensen al zou moeten worden aangemerkt als seksueel en/of sociaal succes in de zin van dit artikel, kan niet worden geoordeeld dat dit succes het gevolg is van alcoholconsumptie, dan wel dat in de uiting die indruk wordt gewekt.

Gelet op het bovenstaande dient de klacht te worden afgewezen. 

Het feit dat de NRC niet alleen naar de letter, maar ook naar de geest dient te worden toegepast, leidt niet tot een ander oordeel.

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.