De bestreden uiting
Het betreft een in de Minerva Bioscoop in Maastricht getoonde reclame voor Grolsch bier.
De klacht
De reclame is op 26 juni 2010 uitgezonden om 16.00 uur, voorafgaand aan de film ‘Toy Story 3’. Gelet hierop heeft adverteerder gehandeld in strijd met artikel 27 lid 2 van de Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (RVA). Voorts verzoekt klager de Commissie om te onderzoeken of adverteerder een boete kan krijgen in verband met de overeenkomst die in dat kader met de Stiva is gesloten.
Verweer
De Commissie vat het verweer als volgt samen.
Volgens de afspraken die adverteerder heeft gemaakt met de bioscopen en met de partijen die banden met films en reclames aan de bioscopen leveren, mogen er geen Grolsch reclames voorafgaand aan kinderfilms worden getoond. Adverteerder heeft contact opgenomen met de desbetreffende bioscoop, waaruit bleek dat hetgeen klager stelt inderdaad is voorgevallen. Adverteerder betreurt dit en biedt, mede namens de andere verantwoordelijke partijen, haar excuses aan. Voor zover adverteerder heeft kunnen nagaan, was dit de eerste keer dat een dergelijk incident plaatsvond. Zij heeft met de verschillende partijen afgesproken om de naleving van het artikel 27 lid 2 RVA beter te controleren.
Het oordeel van de Commissie
Naar adverteerder heeft erkend, is haar reclame-uiting, in strijd met artikel 27 lid 2 RVA, voorafgaand aan een kinderfilm getoond. Gelet hierop is klagers klacht gegrond en komt de Commissie tot hierna volgende aanbeveling.
Nu sprake is van een incident en adverteerder heeft toegezegd de naleving van artikel 27 RVA beter te controleren, ziet de Commissie echter geen aanleiding om een boete op te leggen.
De beslissing
Op grond van het voorgaande is de Commissie van oordeel dat adverteerder heeft gehandeld in strijd met artikel 27 lid 2 RVA. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.