De bestreden reclame-uiting

Het betreft een televisiecommercial voor Grolsch bier. Achtereenvolgens zijn de volgende scènes te zien.

1.

Drie personen springen met hun kleding aan in het water. In beeld verschijnt de tekst: “OP DOEN WAT IN JE OPKOMT!”;

2.

Enkele personen drinken een blikje Grolsch bier bij een kampvuur. In het vuur ligt een reisgids voor Canada. In beeld staat de tekst: “OP JE EIGEN WEG GAAN!”;

3.

Een koppel gooit schoenen in een telefoonkabel met onderin beeld de tekst: “OP IETS ACHTERLATEN!”;

4.

Een vrouw steekt de weg over, springend op de zwarte strepen van een zebrabad. In beeld staat de tekst: “OP ALLEEN DE ZWARTE STREPEN!”;

5.

Een jongeman zit in een bus in het buitenland. In beeld staat de tekst: “OP GEEN

CARRIÈRE MAKEN!”;

6.

Een jongeman maakt muziek met mobiele telefoons. De tekst onderin beeld luidt: “OP IETS HEEL NIEUWS!”;

7.

Drie personen proosten met een flesje Grolsch bier. In beeld staat: “OP (Grolsch) DOEN WAT GOED VOELT!”.

Aan het einde van de commercial komt de volgende tekst in beeld: “ZO EIGEN ALS Grolsch”.

De klacht

De klacht kan als volgt worden samengevat.

Klaagster stelt dat de uitgebeelde scènes tegenstrijdig zijn aan het beleid van de overheid. De jongeren vertonen onacceptabel gedrag, zoals het gooien van schoenen over stroomkabels. De jongeren geven aan zelf te willen bepalen wat zij doen. ‘Geen carrière maken’ zou het hogere doel zijn. De reclame is geen goed voorbeeld voor jongeren en jong volwassenen. De overheid probeert het gebruik van alcohol bij jongeren juist tegen te gaan en stimuleert jongeren juist om te gaan studeren of werken. Klaagster acht de reclame verwerpelijk omdat ongepast gedrag wordt gepromoot.

Verweer

Samengevat stelt adverteerder zich op het volgende standpunt.

Adverteerder betwist dat zij in strijd handelt met het beleid van de overheid. Zij wil slechts de eigenzinnigheid en keuzevrijheid van personen benadrukken. Men zou ervoor kunnen kiezen om te gaan reizen en geen carrière te maken. Het werpen van schoenen over elektriciteitskabels is volgens adverteerder geen ongepast gedrag. Slechts wordt hier de keuze benadrukt om zaken achter te laten en je eigen weg te gaan.

Adverteerder meent dat zij niet in strijd heeft gehandeld met de Nederlandse Reclame Code (NRC) of de Reclame code voor alcoholhoudende dranken (RVA).

Adverteerder verzoekt de Commissie om de klacht af te wijzen.

De mondelinge behandeling

Mr. Hazenberg licht het standpunt van adverteerder nader toe. Onder meer deelt zij de geboortedata van de modellen in de commercial mee, waaruit blijkt dat deze allen 25 jaar of ouder zijn.

Het oordeel van de Commissie 

Klaagster stelt dat een slecht voorbeeld wordt gegeven aan jongeren en zij wijst in dit verband op het overheidsbeleid, waarbij ernaar wordt gestreefd om het gebruik van alcohol bij

jongeren tegen te gaan. In dit kader is van belang dat in de commercial, naar is gebleken, slechts personen zijn te zien die 25 jaar of ouder zijn. Voorts is niet gesteld of gebleken dat de reclame, in strijd met de regels, zou zijn getoond voor 21.00 uur ’s avonds. Gelet op het voorgaande gaat de Commissie ervan uit dat deze reclame niet (specifiek) is gericht op minderjarigen en dat deze voornamelijk meerderjarig publiek bereikt. Voor zover klaagsters bezwaren aldus moet worden gelezen dat de commercial in strijd zou zijn met de bepalingen hieromtrent in de RVA, zijn deze derhalve ongegrond.

Voor het overige leest de Commissie de klacht aldus dat klaagster de commercial in strijd acht met artikel 5 RVA, waarin onder meer is bepaald dat reclame voor alcoholhoudende drank niet in strijd mag zijn met de goede smaak en het fatsoen. Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met de goede smaak en/of het fatsoen, stelt de Commissie zich, gelet op het subjectieve karakter van deze criteria, terughoudend op.

In de scènes worden verschillende ‘eigenzinnige’ levensmotto’s gepresenteerd. Naar het oordeel van de Commissie is geen sprake van ongepast gedrag of gedrag dat in strijd zou zijn met het genoemde artikel.

Gelet op het voorgaande luidt het oordeel van de Commissie als volgt.

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.