a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Recreatie, amusement, cultuur en sport

Dossiernr:

2015/00506

Datum:

22-06-2015

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

Recreatie, amusement, cultuur en sport

Motivatie:

Subjectieve normen

Medium:

Buitenreclame

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een abriposter waarop het gezicht van een man met zweetband te zien is en een middelvinger die wordt opgestoken waarboven de aanbieding “3 maanden gratis” staat.

 

De klacht

Klager is van mening dat sprake is van een obscene en aanstootgevende afbeelding in de openbare ruimte.

 

Het verweer

De abriposter, zo stelt adverteerder, is onderdeel van een campagne en was gemaakt als 1 aprilgrap. De uiting was onderdeel een campagne met vijf verschillende posters, waarbij steeds met een wijzende vinger wordt gewezen op drie maanden gratis sporten. Voor 1 april leek het adverteerder grappig om de betrokken poster toe te voegen om op deze manier aandacht te trekken voor deze actie. Er is daarbij gekozen voor een vriendelijk lachende BigJim, de BigGym-mascotte, die met een knipoog zijn middelvinger opsteekt. Het was niet de bedoeling van adverteerder om mensen te beledigen of te shockeren. Vooraf is gevraagd wat anderen van de poster vonden waarbij 99% van de ondervraagden de humor van de poster kon inzien. Van de 94.270 inwoners van Alkmaar waren er maar 2 die geklaagd hebben.

 

Het oordeel van de Commissie

1. De Commissie vat de klacht aldus op dat klager de betreffende reclame-uiting in strijd acht met de goede smaak en/of het fatsoen als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met (één van) deze criteria stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter daarvan. Beoordeeld dient te worden of de onderhavige uiting naar de huidige algemene maatschappelijke opvattingen de grenzen van het toelaatbare te buiten gaat. De Commissie beoordeelt de uitingen van geval tot geval en dient daarbij de vrijheid van meningsuiting van de adverteerder die de uiting openbaart in acht te nemen.

2. De Commissie stelt voorop dat sprake was van een, in het kader van 1 april, humoristisch bedoelde actie met een knipoog naar de andere uitingen van de betreffende campagne van adverteerder ter aanprijzing van zijn sportschool. De Commissie heeft er begrip voor dat niet iedereen onderhavige vorm van humor kan waarderen. Dit kan echter gelet op het voorgaande en de door de Commissie in acht te nemen terughoudendheid, niet tot het oordeel leiden dat de uiting van dien aard is dat dat de grens van het toelaatbare wordt overschreden. Daarom wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken