a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Voeding en niet- alcoholhoudende dranken

Dossiernr:

2014/00945-I

Datum:

13-02-2015

Uitspraak:

RCC Toewijzing (zonder aanbeveling)

Product/dienst:

Voeding en niet- alcoholhoudende dranken

Motivatie:

Misleiding (overig)

Medium:

Buitenreclame

 

 

De bestreden uiting

Het betreft een bord met de mededeling “van Hollandse bodem”, waarbij een afbeelding van een vrouw in klederdracht is te zien. Dit bord was te zien boven de reguliere schapkaart voor bloemkool waarop als land van oorsprong “Spanje” wordt genoemd.

 

 De klacht

 Deze wordt als volgt samengevat.

Op het bord wordt beweerd dat de bloemkool “van Hollandse bodem” is, terwijl op de reguliere schapkaart staat dat Spanje het land van oorsprong is. Niet iedereen zal de moeite nemen om de reguliere schapkaart te lezen. Door het voorgaande wordt de indruk gewekt dat de bloemkool in Nederland is geteeld terwijl dit niet het geval is. Dit is misleidend. Klager heeft dit gemeld, maar lijkt niet serieus te worden genomen door verweerders.

Het verweer van verweerder sub 1

 

Dit wordt als volgt samengevat.

Verweerder sub 1 stelt dat het in het onderhavige geval sprake is van handelen door een zelfstandige ondernemer (franchisenemer) waarvoor zij niet aansprakelijk kan worden gehouden. Voor zover de klacht betrekking heeft op verweerder sub 1, is deze derhalve tegen de verkeerde partij gericht. Voorts is het bord met de mededeling “van Hollandse bodem”

geen reclame, nu deze puur feitelijke informatie bevat over het land van herkomst zonder aanprijzend element. Daarnaast stelt verweerder sub 1 dat zij alle Jumbo supermarkten in de zomer van 2014 heeft geïnstrueerd om het bord met de mededeling “van Hollandse bodem” te plaatsen bij groente en fruit die specifiek afkomstig zijn uit Nederland. Begin oktober 2014 heeft verweerder sub 1 haar winkels verzocht het bord te verwijderen. Verweerder sub 2 heeft het bord kennelijk abusievelijk niet direct verwijderd.

Het verweer van verweerder sub 2

De groenteman heeft het bericht van verweerder sub 1 om het bord met de mededeling “van Hollandse bodem” te verwijderen over het hoofd gezien. Inmiddels zijn alle borden verwijderd en heeft klager bij wijze van excuses een tas met verse groente en fruit ontvangen.

 

Het oordeel van de Commissie

 1)  Het onderhavige bord bevat de mededeling “van Hollandse bodem”, waarbij een afbeelding van een vrouw in klederdracht is te zien. Deze mededeling en de bijbehorende afbeelding hebben onmiskenbaar een promotionele strekking. Het is de kennelijke bedoeling  de aandacht te vestigen op het feit dat de producten waarbij het bord is geplaatst in Nederland zijn geteeld, met de impliciete boodschap dat het product vers is en een goede kwaliteit heeft. Verweerder sub 2 heeft ook erkend dat het bord is bedoeld “om de Hollandse producten te promoten”. Op grond hiervan oordeelt de Commissie dat de uiting dient te worden aangemerkt als een reclame-uiting in de zin van artikel 1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

2)  De Commissie begrijpt dat het bord per abuis is gebruikt in combinatie met bloemkool waarvoor, zoals op de reguliere schapkaart staat, Spanje als land van oorsprong geldt. Hierdoor is feitelijk onjuiste informatie verstrekt over de geografische oorsprong van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Anders dan op het bord staat, kan de bloemkool immers niet als “van Hollandse bodem” worden beschouwd. Weliswaar staat op de reguliere schapkaart de juiste informatie, te weten Spanje als land van oorsprong, maar mogelijk zal deze informatie de gemiddelde consument ontgaan nu door het bord de nadruk ligt op het feit dat de bloemkool “van Hollandse bodem” zou zijn. In ieder geval is sprake van tegenstrijdige informatie. Het feit dat dit het gevolg is van een verzuim van verweerder sub 2 om het bord met de mededeling “van Hollandse bodem” te verwijderen, hoewel verweerder sub 1 reeds in oktober 2014 dit had geïnstrueerd, doet niet af aan het feit dat op grond van het voorgaande op misleidende wijze en daardoor op oneerlijke wijze reclame is gemaakt in de zin van artikel 7 NRC. De gemiddelde consument zal door de onjuiste plaatsing van het bord in verwarring kunnen raken over het land van oorsprong en daardoor ertoe gebracht kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen.

3)  De Commissie is van oordeel dat de onjuiste plaatsing van het bord uitsluitend aan verweerder sub 2 als franchisenemer is toe te rekenen. De Commissie acht verweerder sub 1 in de gegeven omstandigheden hiervoor niet verantwoordelijk. Immers, verweerder sub 1 had de betrokken winkels geïnstrueerd om de borden te verwijderen. Verweerder sub 2, franchiser en zelfstandige ondernemer, heeft in strijd met deze instructie gehandeld door de borden in de winkel te blijven gebruiken, met als gevolg dat, blijkens het voorgaande, in strijd met de Nederlandse Reclame Code is gehandeld.

4)  De Commissie is van oordeel dat verweerder sub 2 voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij passende maatregelen heeft genomen om herhaling te voorkomen, zodat ervan kan worden uitgegaan dat sprake is van een eenmalige fout. Voorts neemt de Commissie kennis van het feit dat verweerder sub 2 excuses heeft gemaakt en klager een present heeft aangeboden. Om deze redenen zal de Commissie een aanbeveling achterwege laten en volstaan met de oordelen dat reclame is gemaakt in strijd met artikel 7 NRC.

 

 

 

 

De beslissing

 

Op grond van het voorgaande oordeelt de Commissie dat verweerder sub 2 reclame heeft gemaakt in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC.

De Commissie wijst ten aanzien van verweerder sub 1 de klacht af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken