a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

uitgeven/uitzenden

Dossiernr:

2012/00862

Datum:

06-11-2012

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

uitgeven/uitzenden

Motivatie:

Subjectieve normen

Medium:

Drukpers/tijdschriften

De bestreden uiting

Het betreft een bij het weekblad ‘Donald Duck’ ingesloten reclamefolder van adverteerder, waarin verschillende tijdschriften met korting worden aangeboden. Onder de kopjes “vrouwenbladen”, “mannenbladen”, “kids”, “woon en tuinbladen” en “gezinsbladen” staan sterk verkleinde afbeeldingen van de covers van de betreffende tijdschriften. Onder “mannenbladen” wordt op die wijze onder meer het tijdschrift “Playboy” aangeboden. Op de cover staat een vrouw met ontblote borsten.

 

De klacht

Klaagster acht het bijzonder ongepast dat een reclame-uiting voor de Playboy, met een dame met ontbloot bovenlichaam, bij een kinderblad is gevoegd.

Het verweer

 

Adverteerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Voor zover relevant zal de Commissie hier in het oordeel op ingaan.

 

Het oordeel van de Commissie

Gelet op de inhoud van de klacht, begrijpt de Commissie deze aldus dat klaagster de uiting in strijd acht met de goede zeden (artikel 3 van de Nederlandse Reclame Code (NRC)) dan wel de goede smaak en/of het fatsoen (artikel 2 NRC). Deze criteria hebben een subjectief karakter en het oordeel of sprake is van strijd met één van deze criteria, is derhalve afhankelijk van de persoonlijke beleving van degene die met de reclame-uiting wordt geconfronteerd. Gelet hierop stelt de Commissie zich  bij de beoordeling daarvan terughoudend op.

De Commissie is van oordeel dat met de onderhavige uiting de grenzen van het toelaatbare niet te buiten zijn gegaan. Weliswaar bevat de uiting een afbeelding van een vrouw met een ontbloot bovenlichaam, maar, gelet op de afmeting en plaats van deze afbeelding – weinig opvallend te midden van verschillende andere coverafbeeldingen – en mede in acht genomen wat de hedendaagse opvattingen zijn met betrekking tot het tonen van ‘bloot’ in reclame-uitingen, is de Commissie van oordeel dat de uiting niet in strijd is met de bovengenoemde criteria, ook niet voor zover deze onder ogen zou komen van (jonge) kinderen.

 

Gelet op het voorgaande oordeelt de Commissie als volgt.

 

De beslissing

 

De Commissie wijst de klacht af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken