De bestreden reclame-uiting

Het betreft een advertentie in het Algemeen Dagblad van 23 april 2009, waarin met betrek­king tot de Ford Mondeo 2.0 Flexifuel onder meer staat:

“Spaar het milieu, bespaar kosten. (…) De krachtige 2,0 liter motor (107 kW/145 pk) is zo zuinig en duurzaam dat hij het Energie­label B heeft gekregen. U belast het milieu zo min mogelijk. (…) Met de Ford Mondeo 2.0 liter Flexifuel belast u niet alleen het milieu minder, ook aan de kostenkant kiest u meer dan verantwoord.”

De klacht

In de advertentie wordt de onderhavige auto aangeprezen als een milieuvriendelijk product. Dit is in strijd met artikel 3 van de Code voor Personenauto’s. Er bestaan bovendien auto’s met een lager brandstofverbruik dan de in de advertentie bedoelde auto.

Het verweer

De Commissie vat het verweer als volgt samen.

Het aanprijzen van de desbetreffende auto als milieuvriendelijk dient te worden bezien in verhouding tot auto’s die rijden op andere brandstoffen. De Flexifuelmotor is vriendelijker voor het milieu dan een benzinemotor. Het brandstofverbruik dient te worden vergeleken met vergelijkbare auto’s. Niet het absolute verbruik telt, maar de relatieve verhoudingen. Dat kleinere auto’s minder benzine verbruiken, doet daarom niet ter zake,

Het oordeel van de Commissie

De Commissie stelt voorop dat ingevolge artikel 3 CVP het gebruik van termen waarmee een auto wordt aangeprezen als een milieuvriendelijk product dient te worden vermeden, en dat kwalificaties die betrekking hebben op het bijdragen aan of het bevorderen van een schoon milieu nooit in hun absolute betekenis moeten worden gebruikt.

Naar het oordeel van de Commissie voldoet de reclame-uiting niet aan dit artikel. De claim dat men met de aangeprezen auto het milieu spaart respectievelijk zo min mogelijk of minder belast, suggereert immers dat de auto geen respectievelijk minder negatieve invloed op het milieu heeft. Voorts is de Commissie van oordeel dat deze milieuclaims alle absoluut van aard zijn. Dat in de ad­ver­tentie een verband wordt gelegd met het feit dat de auto is voorzien van een motor die naast benzine tevens geschikt is om op bio-ethanol te rijden, doet daar­aan niet af. Dit en­kele feit is onvoldoende om de onder­havige auto als een milieuvriendelijk product te mogen aanprijzen, mede omdat niet duidelijk is wat de milieu­effecten van die brand­stof zijn. Ook de toekenning van Energielabel B aan de onderhavige auto rechtvaar-digt de in de adverten­tie gebruikte milieuclaims niet.

De beslissing

Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met het bepaal­de in artikel 3 CVP en beveelt zij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze re­clame te maken.