a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2007/07.0091B

Datum:

10-04-2007

Uitspraak:

Aanbeveling

Product/dienst:

Motivatie:

Medium:

Omschrijving:

Het betreft geadresseerde brievenbusreclame van UPC Nederland B.V. bestaande uit een brief over digitale televisie. In deze brief worden onder meer voordelen opgesomd van digitale televisie van UPC en wordt de toezending van een MediaBox aangekondigd die gratis in bruikleen wordt gegeven en waarmee drie maanden gratis digitale televisie gekeken kan worden.
In de brief staat voorts:
“De eerste drie maanden kijkt u dus gratis en geheel vrijblijvend naar UPC Digital TV met het UPC Digital TV pack. Daarna betaalt u slechts € 2,16 extra per maand” en
“PS Wilt u nog niet overschakelen op UPC Digital TV? Belt u dan 0800 0424 (gratis)”.

De klacht

Klager wenst geen digitale televisie en geen MediaBox en klager heeft dit enige weken voor toezending van de bewuste brief reeds aan adverteerder medegedeeld tijdens een telemarketing gesprek. Klager heeft bezwaar tegen de ongevraagde toezending van de MediaBox. Voorts heeft klager bezwaar tegen de wijze waarop adverteerder tracht een overeenkomst tot stand te laten komen. Adverteerder stelt in de brief immers dat men na afloop van de gratis drie maanden voor UPC Digital TV per maand € 2,16 dient te betalen indien men de MediaBox niet terugzendt. Klager vindt dit een agressieve en onfatsoenlijke verkoopmethode.

Het verweer

Adverteerder gaat er van uit dat klager bedoelt dat adverteerder in strijd met artikel 7 van de Code Brievenbusreclame, Huissampling en Direct Response Advertising (CBR) heeft gehandeld.
Er is sprake van een misverstand. Adverteerder heeft na de beslissing van de Commissie van 14 augustus 2006 (dossier 06.0292) er voor zorggedragen dat de MediaBox niet meer ongevraagd wordt toegezonden. De MediaBox wordt nu aan de abonnee toegestuurd indien deze uitdrukkelijk heeft ingestemd met de levering van UPC Digital TV en daartoe een overeenkomst met UPC heeft gesloten. Eén van de manieren waarop deze overeenkomst tot stand komt, is via huis-aan-huis bezoeken van ‘promo-agents’. De brief dient slechts als aanprijzing van UPC Digital TV en als aankondiging dat een promo-agent van UPC die week een bezoek zal brengen aan de betreffende abonnee.
De MediaBoxen worden niet toegestuurd, maar worden door de promo-agents overhandigd na ondertekening van het contract.

De repliek

Het verweer is niet correct. Klager werkt voltijd en er is geen promo-agent bij klager aan de deur geweest.
Men moet moeite doen om de MediaBox niet te ontvangen of er van af te komen.
Meerdere personen in klagers wijk is hetzelfde overkomen.

De dupliek

Toen het promoteam bij haar aan de deur kwam was klager kennelijk niet thuis.
Omdat klager geen contract heeft getekend, heeft zij zich niet tot een abonnement verbonden.
Van het ongevraagd toezenden van de MediaBox is geen sprake.

De mondelinge behandeling

Desgevraagd verklaart de heer Parren dat in de onderhavige campagne de verkeerde brief is gebruikt. Er is dus sprake van een misverstand. Hij legt de brief over die had moeten worden verzonden en waarin onder meer staat dat de MediaBox de komende week wordt aangeboden en dat men deze in ontvangst mag nemen indien men een abonnement op UPC Digital TV neemt.

Het oordeel van de Commissie

Adverteerder heeft erkend dat aan klager een brief is gezonden waarin toezending van de MediaBox wordt aangekondigd en niet een brief waarin staat dat een promoagent zal langskomen.
Adverteerder heeft gesteld dat deze brief abusievelijk is verzonden. Gelet hierop is de uiting misleidend.
Of het promoteam dan wel een bezorger bij klager aan de deur is geweest, kan de Commissie niet vaststellen. Omdat klager de MediaBox niet is toegezonden, is geen sprake van ongevraagde toezending in de zin van artikel 7 aanhef en sub a van de Code Brievenbusreclame, Huissampling en Direct Response Advertising (CBR).

De beslissing

Op grond van het vorenstaande acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Voor het overige wijst zij de klacht af.


Regeling:

artikel 7 NRC

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken