a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2009/00314

Datum:

25-06-2009

Uitspraak:

Aanbeveling

Product/dienst:

Gezondheid

Motivatie:

Misleiding (overig)

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden reclame-uiting

 

Het betreft adverteerders website www.directhomeshopping.nl, waarop Vision-Clear © wordt aangeprezen.

 

De klacht

Gesteld wordt dat Vision-Clear © onder meer maculaire degeneratie, cataract en glaucoom kan voorkomen en al bestaande klachten kan verminderen en mogelijk kan  genezen. Het enige bestanddeel dat wordt genoemd, is luteïne, dat het lichaam in staat stelt om vitamine A te produceren. Dat doet luteïne inderdaad, maar het Nederlandse dieet bevat meer dan genoeg vitamine A. Of aan de blauwe bosbes de geclaimde werking kan worden toegeschreven waagt klaagster te betwijfelen. 

Klaagster acht het hoogst onwaarschijnlijk dat Vision-Clear © ook maar iets doet voor de ogen en om die reden acht zij de uiting misleidend.

 

Reactie van de Keuringsraad van 24 april 2009

 

De Keuringsraad heeft laten weten dat de uiting onder de competentie van de raad valt, maar dat de uiting niet ter preventieve toetsing is voorgelegd. Zou dat wel zijn gebeurd, dan zou deze niet zijn voorzien van een toelatingsnummer, aangezien er diverse medische claims worden gebruikt, zoals het voorkomen van diverse oogafwijkingen.

 

Het verweer

 

Adverteerder heeft -kort samengevat- het volgende verweer gevoerd.

Aan de vaststelling dat luteïne een belangrijke rol speelt bij de opbouw van het oog ligt een wetenschappelijke basis ten grondslag, te weten de studie “Potential Role of    Dietary Xanthophylls in Cataract and Age-Related Macilar Degeneration”, gedaan door        Suzen M. Moeller, MS, Paul F. Jaques, DSc, and Jeffrey B. Blumberg, PhD, FACN        Jean Mayer USDA Human Nutrition Research Center on Aging, Tufts University,       Boston, Massachusetts, waarvan een kopie wordt overgelegd.  Over blauwe bosbes wordt in de uiting niet gerept. Daargelaten dat de Commissie geen acht hoeft te slaan op het oordeel van de Keuringsraad, is onduidelijk waarop de Keuringsraad zijn oordeel heeft gebaseerd. Van strijd met de Nederlandse Reclame Code (NRC) is geen sprake. 

 

De repliek

 

Klaagster handhaaft haar bezwaar en verwijst voor de geclaimde werking naar hetgeen men, aldus adverteerders website, van het product kan verwachten, te weten voorkoming en genezing van alle oogkwalen.

 

De dupliek

 

Adverteerder heeft zijn standpunt gehandhaafd en nader toegelicht.

 

Het oordeel van de Commissie

 

a)  In de uiting wordt met betrekking tot het product Vision-Clear © gesteld dat dit onder meer maculaire degeneratie, glaucoom en de vorming van cataract kan voorkomen, omdat het “behalve luteïne (…) ook essentiële ingrediënten biedt voor de meest doeltreffende oogverzorging”. De Commissie neemt aan dat deze reclame-uiting betrekking heeft op een voor orale nuttiging door de mens bestemd middel. Dit blijkt uit de overgelegde stukken waarin over capsules wordt gesproken. Dit brengt mee dat de Warenwet van toepassing is.

 

b)  Ingevolge artikel 20 lid 2 onder a van de Warenwet is het verboden eet- en drinkwaar aan te prijzen met gebruikmaking van vermeldingen of voorstellingen, die aan de waar eigenschappen toeschrijven inzake het voorkomen, behandelen of genezen van een ziek­te van de mens, of die toespelingen maken op zodanige eigenschappen. De mede­deling in de reclame-uiting dat Vision-Clear © de daar genoemde oogziekten kan voor­komen, dient naar het oordeel van de Commissie te worden opgevat als een verboden claim in de zin van de Warenwet. De uiting is daarom in strijd met artikel 2 NRC.

 

c)  Adverteerder beroept zich op studies, die verricht zijn naar de werking van luteïne. Daarmee is echter niet aannemelijk gemaakt dat het product de werking heeft die daar­aan in de reclame-uiting wordt toegeschreven. Uit de stukken blijkt dat het om een sa­mengesteld product gaat, dat ook andere bestand­delen bevat. In totaal bestaat het pro­duct, naar de Commissie uit de stukken afleidt, uit 21 be­standdelen. Niet kan worden uitgesloten dat de wer­king van de afzon­der­lij­ke bestand­de­len door die samenstelling zodanig wordt beïnvloed, dat de resul­taten van het gebruik van het product, ingenomen in de aanbevolen hoeveelheid, wezenlijk afwijken van de onderzoeks­resultaten van de on­derzochte be­standdelen. Bo­vendien is het de vraag of de werkzame stof in voldoende mate in het product aanwezig is. Hieruit volgt dat men aan een samen­ge­steld product niet dezelfde wer­king kan toeschrijven als aan de afzonderlijke bestanddelen.

 

d)  Nu moet worden aangenomen dat de samenstelling van het geteste product van in­vloed is op de van het gebruik daarvan te verwachten resultaten, en nu niet is gesteld

of gebleken dat ook een onderzoek is gedaan waarbij de effectiviteit van het pro­duct Vision-Clear © of een product met exact dezelfde sa­men­stelling is beoordeeld en is vastge­steld, kunnen de resultaten van de onderzoeken naar de afzonderlijke bestand­delen niet onverkort van toepassing worden verklaard op Vision-Clear ©. Der­halve is niet komen vast te staan dat Vision-Clear © de daaraan in de reclame-uiting toege­-schre­ven werking heeft.

 

e) Adverteerder heeft blijkens het voorgaande geen juiste informatie verschaft over een van de voornaamste kenmerken van het product als bedoeld onder b van artikel 8.2 NRC, te weten de van het gebruik van het product te verwach­ten resultaten. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan wor­den een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Het ligt immers voor de hand dat consumenten bij de afweging om een gezondheidsproduct te kopen zich zullen laten leiden door de beweerdelijke effectiviteit van het product. Om die reden is de uiting voorts misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

 

De beslissing

 

Op grond van hetgeen onder a) en b) is overwogen, acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 2 NRC.

Op grond van hetgeen onder c), d) en e) is overwogen, acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 7 NRC.

De Commissie beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken