a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2014/00192

Datum:

15-04-2014

Uitspraak:

Aanbeveling

Product/dienst:

Gezondheid

Motivatie:

Strijd met wet

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een uiting op 5 pagina’s van de website www.loop.nl.

De klacht

De klacht kan als volgt worden samengevat.

In de onderhavige uiting worden systematisch benadrukt: “bescherming van de titel podoloog en/of registerpodoloog”, “het HBO-niveau van de opleiding” en “het verrichten van podotherapie-behandeling door podologen en/of registerpodologen”. Deze 3 claims zijn niet terecht; er is sprake van een voor het publiek verwarrende en met de wet strijdige ‘upgrading’ van opleiding, titel en werkterrein van de (register)podoloog.

Klager acht de uiting in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), meer in het bijzonder in strijd met de (geest van de) wet en de waarheid. Het gaat daarbij om de volgende wetten: de Wet marktordening gezondheidszorg (WMG), de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) en de Wet beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG). Deze wetten hebben -samengevat- onder meer betrekking op respectievelijk informatie aan cliënten in de voetzorg, recht op informatie van de patiënt en de wettelijke bescherming van onder meer de opleidingstitel podotherapeut. De titel (register)podoloog is niet wettelijk beschermd.

 

De reclame van LOOP brengt de potentiële cliënt op een dwaalspoor. Dat is niet nodig. Beide beroepsgroepen leveren hun eigen specifieke voetzorg.

Klager geeft hierna voorbeelden (citaten) van de site van adverteerder die voor de klacht illustratief zijn. De termen waar het om gaat, zijn vet gedrukt.

1.

Onder het kopje “Home”:

“Een registerpodoloog of podoposturaal therapeut is een erkende paramedische voetspecialist. De titels zijn beschermd en staan geregistreerd in het landelijke kwaliteitsregister voor de podologie”.

“Paramedisch” is geen wettelijke term meer, zegt in feite niets en is daarmee verwarrend voor het publiek.

2.

Onder het kopje “Podologie/Podoposturale ther.”:

“Podologen en podoposturaal therapeuten zijn voet- en houdingsspecialisten. Deze voetspecialisten hebben een erkende opleiding op hbo-niveau afgerond aan de Academie voor podologie. De titels zijn beschermd”.

HBO-niveau is een verwarrende term. Er is geen sprake van een HBO-opleiding. De opleiding tot podoloog kent twee fasen. De eerste fase is op MBO-niveau. De tweede fase, voor een selectie van studenten uit de eerste fase, leidt op tot “private-register podoloog”.

Voorts is onduidelijk hoe de titels zijn beschermd. Naar klager meent, is die bescherming er op basis van het kwaliteitsregister van LOOP, een privaatrechtelijk register. De potentiële cliënt zal al gauw denken aan wettelijke overheidsbescherming en BIG-registers etc..

3.

Onder het kopje “Voetklachten”:

“Patiënten met voet- en houdingsklachten kunnen bij de podoloog of podoposturaal therapeut terecht voor advies en behandeling (podotherapie) ter voorkoming van klachten en (ernstige) complicaties aan de voeten”.

Beter was het te spreken over een podologische therapie of behandeling.

4.

Onder het kopje: “De behandeling: podotherapie”:

“De voetbehandeling door een registerpodoloog of podoposturaal therapeut heet podotherapie”

en

“De paramedische voetzorg (podotherapie) door registerpodologen en podoposturaal therapeuten wordt door vrijwel alle zorgverzekeraars vergoed”.

Ook hier was het beter te spreken over een podologische therapie of behandeling.

5.

Onder het kopje “Missie”:

“Stichting LOOP is het overkoepelend orgaan voor paramedische beroepsgroepen die zich richten op de gezondheid van de voet en houding in relatie tot de voet. Door de kwaliteit van de voetzorg te bewaken, borgen en verbeteren, behartigt zij de belangen van haar aangesloten leden”.

Hier wordt voorbijgegaan aan de andere beroepsgroep in de voetzorg: podotherapeut.

6.

Onder het kopje “Positionering”:

“LOOP is hard op weg om in Nederland het meest gerespecteerde orgaan voor paramedische voet- en houdingszorg te zijn. Namens haar aangesloten beroepsgroepen is zij op macroniveau de gesprekspartner richting overheid, zorgverzekeraars en de (para)medische wereld. Zij bewaakt, borgt en verbetert de kwaliteit van de voetzorg. Richting cliënten verstrekt zij de benodigde keuze-informatie. Zij vergroot de algemene kennis op het gebied van voet- en houdingszorg onder het brede publiek”.

De lezer zal denken dat LOOP het enige goede orgaan is op het terrein van voetzorg. Voorts is de gegeven keuze-informatie onvolledig voor de cliënt die zich oriënteert in de voetzorg.

Klager acht de uiting tevens in strijd met de artikelen 7 en 8 NRC, meer in het bijzonder artikel 8.3 onder c NRC, waarbij de gemiddelde consument in dit geval in meerderheid al wat ouder publiek betreft.

Het verweer

De klacht is gemotiveerd weersproken. Op het verweer zal worden teruggekomen in het oordeel.

De mondelinge behandeling

Het standpunt van klager is nader toegelicht.

Benadrukt wordt dat de opleiding tot podotherapeut een 4-jarige HBO-opleiding is en dat binnen de podologie een opleiding met 2 fases bestaat: de eerste fase is een MBO-opleiding, de tweede fase leidt op tot registerpodoloog.

Ter nadere toelichting van de verschillende bezwaren wordt namens klager onder meer het volgende opgemerkt.

Ad 1.

Klager maakt niet zozeer bezwaar tegen het (in de klacht vet gedrukte) woord “paramedische”, maar tegen de woorden “erkende” en “beschermd”.

Ad 2.

Alleen registerpodologen hebben een opleiding op HBO-niveau.

Ad 3 en 4.

Het begrip “podotherapie” is niet beschermd, de term “podotherapeut” wel.

Ten slotte wordt gewezen op de bij de Eerste Kamer voorliggende Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Deze wet heeft als uitgangspunt de verplichting voor de zorgaanbieder om goede zorg aan te bieden. In dit verband wordt namens adverteerder gesteld dat de zorgconsument niet een gewone consument is en dat extra aandacht dient te worden gegeven aan zorgvuldigheid in de voorlichting aan de zorgconsument.

 

Het oordeel van de Commissie

Vast staat dat de opleiding tot podotherapeut een 4-jarige HBO opleiding is en dat de titel podotherapeut ingevolge artikel 34 Wet BIG wettelijk beschermd is.

In de bestreden uiting staat onder meer, onder het kopje “Podologie/Podoposturale ther.”:

“Podologen en podoposturaal therapeuten zijn voet- en houdingsspecialisten. Deze voetspecialisten hebben een erkende opleiding op hbo-niveau afgerond aan de Academie voor podologie. De titels zijn beschermd”.

Naar het oordeel van de Commissie is de uiting op dit punt onjuist in die zin dat -blijkens hetgeen partijen naar voren hebben gebracht- alleen registerpodologen een opleiding op HBO-niveau hebben. Voorts acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk in die zin dat niet voldoende duidelijk is wat wordt bedoeld met “De titels zijn beschermd”. Door deze zinsnede kan gemakkelijk de indruk ontstaan dat er sprake is van wettelijk, door de overheid, beschermde titels. Dat is echter niet het geval.

Onder het kopje “Home” staat onder meer:

“Een registerpodoloog of podoposturaal therapeut is een erkende paramedische voetspecialist. De titels zijn beschermd en staan geregistreerd in het landelijke kwaliteitsregister voor de podologie”.

Ook hier acht de Commissie niet voldoende duidelijk wat wordt bedoeld met de zinsnede “De titels zijn beschermd”. De mededeling “en staan geregistreerd in het landelijke kwaliteitsregister voor de podologie” in dezelfde volzin, waarop in het verweer is gewezen, geeft onvoldoende duidelijkheid omtrent de betekenis van “beschermd”.

Voorts wordt onder de kopjes “Voetklachten” en “De behandeling: podotherapie” gesproken over “podotherapie” door de podoloog of podoposturaal therapeut respectievelijk een registerpodoloog of podoposturaal therapeut.

Weliswaar heeft het begrip “podotherapie” geen vastomlijnde betekenis, maar door het gebruik van deze aanduiding voor de behandeling door een podoloog, podoposturaal therapeut of registerpodoloog kan gemakkelijk verwarring ontstaan omtrent de kwalificaties van de behandelaar, in die zin dat geen onderscheid wordt gemaakt tussen de podotherapeut die een HBO-opleiding heeft voltooid en de podoloog, podoposturaal therapeut of registerpodoloog voor wie dat niet geldt.

Ten slotte wordt in de tekst onder de kopje “Missie” voorbij gegaan aan het feit dat men zich binnen de voetzorg ook kan laten behandelen door een podotherapeut. Deze beroepsgroep valt niet onder de Stichting LOOP en om die reden is de claim “Stichting LOOP is het overkoepelend orgaan voor paramedische beroepsgroepen die zich richten op de gezondheid van de voet en houding in relatie tot de voet” niet juist. De claim vestigt immers de indruk dat alle beroepsgroepen, die zich met voormeld gebied bezig houden, door Stichting LOOP worden vertegenwoordigd, hetgeen niet het geval is.

De claim onder het kopje “Positionering” is onjuist nu niet is gebleken dat dat op enige wijze objectief is vastgesteld dat LOOP “het meest gerespecteerde orgaan voor paramedische voet- en houdingszorg” is. Daarnaast is de claim dat Stichting LOOP richting cliënten “de benodigde keuze-informatie” verstrekt onjuist, nu “de benodigde keuze-informatie” impliceert dat informatie wordt gegeven over alle mogelijke behandelingen van de voet en houding in relatie met de voet en Stichting LOOP geen informatie geeft over behandelingen op voormeld gebied door podotherapeuten, terwijl deze beroepsgroep wel is gekwalificeerd voor het geven van dergelijke behandelingen.

Gelet op het bovenstaande acht de Commissie de bestreden uiting op bovengenoemde punten onjuist respectievelijk onduidelijk als bedoeld in artikel 8.2 aanhef van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de uiting de gemiddelde consument er bovendien toe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is deze uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Nu de Commissie de uiting reeds om bovengenoemde reden in strijd acht met de NRC, komt zij niet toe aan toetsing van de uiting aan de door klager genoemde wetten en artikel 8.3 onder c NRC.

De beslissing

Op grond van het voorgaande acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken