a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2023/00130

Datum:

12-05-2023

Uitspraak:

Aanbeveling

Product/dienst:

Gezondheid

Motivatie:

Subjectieve normen

Medium:

Drukpers/tijdschriften

De bestreden uiting

Het betreft een advertorial van INNR BV in het Reformatorisch Dagblad van 29 oktober 2022. Daarin staat onder twee afbeeldingen en de aanhef “Vitaminebedrog?” een tekst met als inleiding:

“Zijn synthetische vitamines (gemaakt in een fabriek) identiek aan natuurlijke vitamines?
Het antwoord is onthutsend: nee! Sterker nog; ze kunnen zelfs schadelijk zijn. Laten we het verschil tussen echte vitamine C en nepvitamine C (= ascorbinezuur) uitleggen.”
In de tekst staat onder meer:
“Als je vitamine C wilt slikken, koop dan een supplement met extracten van vitamine C uit voeding zoals Vitalon-C van INNR. Die vitamine C komt uit acerolakersen. Het winnen van de stof is een kostbaar proces, dus qua prijs is echte vitamine C niet te vergelijken met het spotgoedkope ascorbinezuur.”

Onderaan de tekst staat onder meer:

“Vitalon-C bestellen? Bel [telefoonnummer] of bezoek www.innrvital.nl.”

De bij de klacht overgelegde afdrukken van de uiting zijn in kopie aan deze uitspraak gehecht.

 

Samenvatting van de klacht

In de advertorial wordt onjuiste informatie gegeven over voeding, meer in het bijzonder over vitamine C. De uiting is mogelijk schadelijk voor de volksgezondheid en er wordt twijfel en angst gezaaid. Klager heeft diverse passages gemotiveerd bestreden. Daarbij kunnen de volgende onderdelen en daartegen gerichte bezwaren worden onderscheiden.  

1.

In de uiting staat:
“Zijn synthetische vitamines (gemaakt in een fabriek) identiek aan natuurlijke vitamines? Het antwoord is onthutsend: nee!”
Dit kan niet in het algemeen worden gezegd, aldus klager c.s. Sommige synthetische vitamines zijn chemisch identiek aan vitamines in de natuur, en sommige niet. De natuurlijke vitamine C is gelijk aan de synthetische die wordt verkocht als supplement. Het gaat daarbij om L-ascorbinezuur, door de IUPAC (International Union of Pure and Applied Chemistry; het hoogste orgaan in deze), in de literatuur en ook door klager c.s. genoemd: ascorbinezuur [(2R)-2-[(1S)-1,2-dihydroxyethyl)-3,4-dihydroxy-2H-furan-5-one, zie https://pubchem.ncbi.nlm.nih.gov/compound/Ascorbic-Acid).
 
2.
Vervolgens wordt gesteld:
“Sterker nog; ze kunnen zelfs schadelijk zijn.”
Dit geldt voor alle stoffen, ook water. Het statement boezemt angst in. Geen weldenkend mens beveelt voor gezonde personen gehaltes aan boven de officieel vastgestelde “bovenste grens”.
Het IOM in de USA hanteert een bovengrens van 2 gram per dag (https://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK225478/).
 
3.
De advertorial vervolgt:
“Laten we het verschil tussen echte vitamine C en nepvitamine C (= ascorbinezuur) uitleggen.”
Hier zaait de auteur (doelbewust?) twijfel over de benaming. Er is per definitie (zie boven) geen verschil tussen vitamine C en ascorbinezuur, dat hier nepvitamine C wordt genoemd.
 
4.
Na de inleiding begint de verdere tekst van de advertorial met:
“Vitamines zijn voedingsstoffen die in kleine hoeveelheden voorkomen in goed (!) eten en drinken. Ons lichaam heeft deze stofjes nodig om gezond te blijven, te groeien en te ontwikkelen. Omdat we deze stofjes niet zelf kunnen aanmaken, moeten we ze via onze voeding binnenkrijgen. Helaas is onze voeding vaak arm aan voedingsstoffen geworden. Zo bevatten aardbeien in 1985 nog 60 mg vitamine C per 100 gram. In 2002 was dat nog 8 mg per 100 gram; een extreme daling van 87%! Door deze verschraling is het bijna onmogelijk om nog voldoende vitamines (en mineralen) binnen te krijgen met alleen voeding.”
Deze stelling wordt weerlegd door de Voedselconsumptie peilingen (VCPs) die in Nederland door het RIVM worden georganiseerd. Het Voedingscentrum stelt: “Als je gezond en gevarieerd eet
volgens de Schijf van Vijf krijg je voldoende vitamine C binnen”
(https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vitamine-c).
De auteur dient zijn stelling te onderbouwen door aan te geven waarom hij het met de conclusies van deze VCPs blijkbaar oneens is, met name voor wat betreft vitamine C. De VCP van 2007-2010
geeft geen tekorten aan voor de inname van vitamine C, zoals die is getoetst aan de toen geldende normen (https://www.rivm.nl/documenten/habitual-micronutrient-intake-of-dutch-adults-vcp-2007-2010-compared-with-dietary).
 
5.
Vervolgens is te lezen:
“Alleen daarom al slikken miljoenen mensen supplementen.”
Dit doet de lezer denken dat andere mensen de stelling van de auteur onderschrijven en om die reden zijn overgegaan tot het slikken van vitamines. Hierdoor wordt gesuggereerd dat de lezer er goed aan doet om er ook mee te beginnen.
 
6.
De uiting vervolgt:
“Is dat wel zo slim? Het antwoord is: “ja, mits…”., waarna onder het kopje “Ascorbinezuur” onder meer wordt gesteld:
“In 1937 ontving dr. Albert Szent-Cyörgyi de Nobelprijs voor de ontdekking van vitamine C. Hij
constateerde echter al snel dat vitamine C een levend ‘pakketje’ is met heel veel verschillende
onderdelen, zoals enzymen, flavonoïden, enzovoorts. Om dit pakketje zit een ‘schilletje’:
ascorbinezuur.1 In de vorige eeuw is de definitie van vitamine C blijkbaar veranderd in “alléén
ascorbinezuur”. Dat is vreemd, want ascorbinezuur maakt slechts 5% van het pakketje uit,
waarschijnlijk om de kostbare inhoud te beschermen. Zie het als een horloge: je hebt de kast als
bescherming van de kostbare onderdelen, maar voor een werkend horloge heb je niet alleen de kast nodig, maar vooral ook alle wijzertjes en tandwieltjes. Zo ook met vitamine C: ascorbinezuur is de horlogekast; de eerdergenoemde stofjes (en waarschijnlijk nog veel meer) vormen de wijzertjes en tandwielen (het werkende mechanisme). Dr. Szent-Györgyi constateerde dan ook dat ascorbinezuur alleen geen scheurbuik genas, maar vitamine C wel! 2 Inmiddels weten we meer over de inhoud van het pakketje en de wonderlijke werking in het lichaam. Die gunstige werking geldt echter niet voor alleen ascorbinezuur (het schilletje).”
De wetenschap onderschrijft deze bewering niet, aldus klager c.s.. Suppletie van ascorbinezuur (dus die enkele stof) geneest scheurbuik https://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK4931870). Daar is dat ‘pakketje’ niet voor nodig. Hier wordt doelbewust twijfel gezaaid.
 
7.
Onder het kopje “Gevaarlijk?” begint de tekst met:
“Het schilletje (ascorbinezuur) wordt dus nu als het hele pakketje (natuurlijke vitamine C) verkocht.” Deze mededeling is in strijd met de waarheid. Anderen verkopen ascorbinezuur (vitamine C); men claimt niet dat men dat “schilletje” verkoopt. De auteur maakt zijn eigen definitie van vitamine C en zet daarmee doelbewust de lezer op het verkeerde been. Hier wordt doelbewust twijfel gezaaid.
 
8.
De tekst wordt vervolgd met:
“Dat is het dus niet! Schokkend, als je bedenkt dat ascorbinezuur überhaupt geen natuurlijke vitamine is!”
Dat is het wel, aldus klager c.s.. L-ascorbinezuur is identiek aan vitamine C. Hier wordt doelbewust twijfel gezaaid.
 
9.
Gesteld wordt:
“Het slikken van (grote) hoeveelheden ascorbinezuur kan zelfs schadelijk zijn! Zo ontdekten Britse onderzoekers in 1998 dat ascorbinezuur in doses van 500 mg per dag de genen kan beschadigen.3 ”.
Ook hier wordt doelbewust angst gezaaid, aldus klager c.s. Het beschadigen van genen is op zich geen ziekte; hooguit een risicofactor voor ziekte.
 
10.
De tekst luidt vervolgens:
“En in 2000 publiceerde Reuters dat mannen die gedurende 18 maanden 500 mg ascorbinezuur per dag slikten, een veel dikkere vaatwand hadden (250 %) dan mannen die geen ascorbinezuur gebruikten: de opmaat naar vaatvernauwing4 ”.
Hier is sprake van een ontoelaatbare “stepping stone redenering”, die gebaseerd is op een associatie: een dikkere vaatwand geeft volgens deze suggestie altijd vaatvernauwingen en dat wordt op zijn beurt suggestief geassocieerd met ziekte; een dikke vaatwand klinkt niet goed. Hier wordt doelbewust angst gezaaid, aldus klager c.s.
 
11.
Vervolgens is te lezen: “Men heeft zelfs ontdekt dat kankercellen een hoge concentratie (geoxideerd) ascorbinezuur bevatten.”
De suggestie wordt gewekt dat die cellen daarom kankercellen zijn geworden, of dat kankercellen door de opname van ascorbinezuur beter gedijen. Er staat geen referentie bij. Eerder geldt het tegendeel, aldus klager c.s. Een heilzame werking van hoge (intraveneuze) dosering vitamine C bij de behandeling van kanker wordt toegeschreven aan de opname van vitamine C in de kankercel, die aldaar oxidatieve stress veroorzaakt en daardoor de kankercel doodt.
(“The rationale for the use of high dose intravenous ascorbate in cancer treatment is not to correct plasma deficiency, but rather to induce an oxidative stress on cancer cells (Chen et al., 2005; Chen et al., 2007; Chen et al., 2008) and to ensure adequate delivery of ascorbate within tumors for optimal cofactor function (Kuiper et al., 2014). (https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC6234047/pdfihms-1502873.pdf). Hier wordt doelbewust angst gezaaid.
 
12.
De tekst vervolgt met:
“En dat, terwijl je vitamines slikt om gezond te blijven. Er is dus gegronde twijfel over het nut van ascorbinezuur. Dit geldt niet voor vitamines die afkomstig zijn uit de natuur! Van spruitjes
eten word je niet ziek.”
Van het nemen van een vitamine C supplement word je ook niet ziek, aldus klager c.s.
 
13.
Onder het kopje “Dosering” staat onder meer;
“Ascorbinezuur komt uit een chemische fabriek, wordt gemaakt van suiker en is goedkoop. Bijna alle vitamine C-supplementen bevatten alleen ascorbinezuur, het slikken ervan heeft nauwelijks nut.”
Dit is niet waar, aldus klager c.s. Mensen die tekorten hebben aan vitamine C hebben daar volgens de gangbare wetenschap wel degelijk baat bij. De bedoeling is echter dat men voldoende vitamine C krijgt uit het gebruik van goede voeding.
 
14.
Vervolgens wordt gesteld: 
“Echte vitamine C kan niet worden nagemaakt en komt alleen uit de natuur.”
Ook dit is niet waar. Hier wordt doelbewust twijfel gezaaid.  
 
15.
De uiting vervolgt met:
“Als je vitamine C wilt slikken, koop dan een supplement met extracten van vitamine C uit voeding zoals Vitalon-C van INNR. Die vitamine C komt uit acerolakersen. Het winnen van de stof is een kostbaar proces, dus qua prijs is echte vitamine C niet te vergelijken met het spotgoedkope ascorbinezuur.”
De auteur schept constant verwarring over wat “echte” vitamine C is, aldus klager c.s. Er wordt doelbewust twijfel gezaaid over de definitie van vitamine C.  
 
16.
Hierna is te lezen:
“Veel mensen denken dat een hoge dosering beter is dan een lage.”
Klager c.s. vragen zich af: “Hoe weten we dat, op welk onderzoek baseert de auteur zich?”. Hier is sprake van verspreiding van een ongefundeerde mening, aldus klager c.s.
 
17.
De uiting vervolgt met:
“Voor de dosering van het hele pakketje natuurlijke vitamine C ligt dit anders! Kijk maar eens
goed naar de hoeveelheid vitamine C in rauwe spruitjes; in theorie is dit zo’n 132 mg vitamine C per 100 gram, waarvan je in werkelijkheid ongeveer de helft overhoudt na het koken. Vergelijk deze hoeveelheid eens met de gigantische doseringen van ascorbinezuur. Die kunnen niet goed zijn!”
Klager c.s. vragen zich af: “Door wie worden die dan aanbevolen? En wat is de definitie van een “gigantische” dosering?”
 
18.
Aan het einde van de tekst wordt gesteld:
“Gebruik je verstand: koop echte vitamine C op basis van natuurlijke doseringen. Het is simpelweg onmogelijk om je levende lichaam te repareren en ondersteunen met dode chemicaliën. Alle chemicaliën zijn dood.”
Ook hier wordt doelbewust angst gezaaid. De definitie van “leven” is dat het zich zelfstandig kan vermenigvuldigen. Ook natuurlijke vitamines doen dat niet.
 

Informatie van de Keuringsraad KOAG/KAG

De Keuringsraad heeft -samengevat- de volgende informatie verstrekt.
 
De bestreden uiting valt binnen de competentie van de Keuringsraad, is niet ter preventieve toetsing voorgelegd en derhalve niet van een toelatingsnummer voorzien. Indien de uiting aan de Keuringsraad was voorgelegd, zou deze niet van een toelating zijn voorzien. De uiting is namelijk onder meer in strijd met de artikelen 5.1, 5.2, 19 en 27 van de Code Aanprijzing Gezondheidsproducten (CAG). Dit wordt als volgt toegelicht.
 
Artikel 5.1 CAG (reclame mag niet suggereren dat voeding in het algemeen geen toereikende hoeveelheden nutriënten kan bieden).
In de uiting staat:
“Ons lichaam heeft deze stofjes nodig om gezond te blijven, te groeien en te ontwikkelen. Omdat we deze stofjes niet zelf kunnen aanmaken, moeten we ze via onze voeding binnenkrijgen. Helaas is onze voeding vaak arm aan voedingsstoffen geworden (…) Door deze verschraling is het bijna onmogelijk om nog voldoende vitamines (en mineralen) binnen te krijgen met alleen voeding.”
 
Artikel 5.2 CAG (reclame voor gezondheidsproducten mag geen toespeling maken op een geneeskundige inhoud).
In de uiting staat:
“Dr. Szent-Györgyi constateerde dan ook dat ascorbinezuur alléén geen scheurbuik genas, maar vitamine C wél.”
 
Artikel 19 CAG (reclame mag niet suggereren dat de veiligheid/werkzaamheid van het
gezondheidsproduct te danken is aan het feit dat het “natuurlijk” is).
Gesteld wordt: “Echte vitamine C kan niet worden nagemaakt en komt alleen uit de natuur. Als je vitamine C wilt slikken, koop dan een supplement met extracten van vitamine C uit voeding, zoals Vitalon-C van INNR.” en “Er is dus gegronde twijfel over het nut van ascorbinezuur. Dit geldt niet voor vitamines die afkomstig zijn uit de natuur!”
 
Artikel 27 CAG (reclame mag niet appelleren aan gevoelens van angst).
In de uiting staat: “Men heeft zelfs ontdekt dat kankercellen een hoge concentratie (geoxideerd) ascorbinezuur bevatten.”

 

Samenvatting van het verweer 

De klacht is gemotiveerd weersproken, waarbij adverteerder ook heeft gereageerd op de informatie van de Keuringsraad KOAG/KAG. Op dit verweer zal worden teruggekomen in het oordeel van de Commissie.  

 

Het oordeel van de Commissie

1.

Kort samengevat vinden klager c.s. dat in de bestreden advertorial onjuiste informatie wordt gegeven over voeding, meer in het bijzonder over vitamine C. De uiting is mogelijk schadelijk voor de volksgezondheid en er wordt twijfel en angst gezaaid, aldus klager c.s. Zij hebben diverse passages gemotiveerd bestreden. Verder heeft de Keuringsraad KOAG/KAG desgevraagd informatie verstrekt. De Keuringsraad acht de uiting in strijd met de artikelen 5.1, 5.2, 19 en 27 van de CAG. De Commissie oordeelt als volgt.

2.

De bestreden advertorial houdt onmiskenbaar een openbare aanprijzing in van het voedingssupplement Vitalon-C van adverteerder. Onder het kopje “Dosering” staat immers: “Als je vitamine C wilt slikken, koop dan een supplement met extracten van vitamine C uit voeding zoals Vitalon-C van INNR. Die vitamine C komt uit acerolakersen” en de uiting eindigt met: “Vitalon-C bestellen? Bel [telefoonnummer] of bezoek www.innrvital.nl”.

3.

Gelet op de definitie van “gezondheidsproducten” in artikel 1 CAG moet een “voedingssupplement” worden aangemerkt als een gezondheidsproduct als bedoeld in de CAG. Daarom is deze code op de bestreden uiting van toepassing en overweegt de Commissie ten eerste, met betrekking tot de verschillende artikelen waarmee de uiting volgens de Keuringsraad in strijd is, het volgende.  

4.

Artikel 5.1 CAG

Deze bepaling luidt, voor zover hier van belang:

“Reclame voor gezondheidsproducten die men consumeert (waaronder voedingssupplementen) moet in overeenstemming zijn met het richtsnoerdocument als bedoeld in bijlage 2 van deze Code. (…).”

In dit richtsnoerdocument (te vinden op www.reclamecoderc/cag) staat onder het kopje “Hoe passen claims in de context van een evenwichtige, gevarieerde voeding?” onder meer dat niet mag worden gesteld, gesuggereerd of geïmpliceerd dat een evenwichtige, gevarieerde voeding in het algemeen geen toereikende hoeveelheden nutriënten kan bieden. Daarbij wordt in een voetnoot verwezen naar artikel 3 lid d van de Verordening (EG) 1924/2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (hierna ook: “Claimsverordening”). Hierin staat, voor zover hier van belang:

“Voedings-en gezondheidsclaims mogen in de etikettering en presentatie van levensmiddelen (…) en in de daarvoor gemaakte reclame uitsluitend worden gebruikt indien zij in overeenstemming zijn met deze verordening.

Onverminderd (…) mogen voedings- en gezondheidsclaims niet:

(…)

d. stellen, suggereren of impliceren dat een evenwichtige, gevarieerde voeding in het algemeen geen toereikende hoeveelheden nutriënten kan bieden. (…).”

De Commissie deelt het standpunt van de Keuringsraad dat de advertorial in strijd is met het bovenstaande, en daarmee met artikel 5.1 CAG, waar gesteld wordt:

“Ons lichaam heeft deze stofjes nodig om gezond te blijven, te groeien en te ontwikkelen. Omdat we deze stofjes niet zelf kunnen aanmaken, moeten we ze via onze voeding binnenkrijgen. Helaas is onze voeding vaak arm aan voedingsstoffen geworden (…) Door deze verschraling is het bijna onmogelijk om nog voldoende vitamines (en mineralen) binnen te krijgen met alleen voeding.”
Het verweer dat een voedingssupplement geen voedings- of levensmiddel is, wordt verworpen, om de volgende reden.
Ingevolge artikel 2 lid 1 onder a van de Claimsverordening geldt voor de toepassing van deze verordening de definitie van levensmiddel van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 178/2002 (onder meer “tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving”). Volgens deze bepaling wordt onder “levensmiddel” (of “voedingsmiddel”), voor zover hier van belang, verstaan: “alle stoffen en producten, verwerkt, gedeeltelijk verwerkt of onverwerkt, die bestemd zijn om door de consument te worden geconsumeerd (…).” Een voedingssupplement, zoals het in de advertorial aangeprezen Vitalon-C, voldoet aan deze definitie.      
5.

Artikel 5.2 CAG

Artikel 5.2 CAG luidt: “Reclame voor gezondheidsproducten, waarbij sprake is van een aanprijzing met een geneeskundige inhoud of een toespeling daarop mag niet.”
Waar in de onderhavige aanprijzing van Vitalon-C (“een supplement met extracten van vitamine C uit voeding”) gesteld wordt: “Dr. Szent-Györgyi constateerde dan ook dat ascorbinezuur alléén geen scheurbuik genas, maar vitamine C wél”, is sprake van overtreding van artikel 5.2 CAG, zoals de Keuringsraad ook heeft meegedeeld. Van een enkel “citaat van de ontdekker van vitamine C”, zoals in het verweer gesteld, is geen sprake. Door het opnemen van voornoemde constatering van dr. Szent-Györgyi in de onderhavige uiting wordt onmiskenbaar ook aan Vitalon-C een geneeskundige werking toegeschreven, althans wordt een toespeling gemaakt op een dergelijke werking.  

6.

Artikel 19 CAG

Artikel 19 CAG luidt: “Reclame mag niet vermelden of suggereren dat de veiligheid of werkzaamheid van het gezondheidsproduct te danken is aan het feit dat het “natuurlijk” of van “natuurlijke oorsprong” is, tenzij dat bewezen juist en relevant onderscheidend van soortgelijke producten is.”

De Commissie deelt het standpunt van de Keuringsraad dat de advertorial in strijd is met het bovenstaande, waar gesteld wordt:

“Echte vitamine C kan niet worden nagemaakt en komt alleen uit de natuur. Als je vitamine C wilt slikken, koop dan een supplement met extracten van vitamine C uit voeding, zoals Vitalon-C van INNR” en “Er is dus gegronde twijfel over het nut van ascorbinezuur. Dit geldt niet voor vitamines die afkomstig zijn uit de natuur!” Hier wordt duidelijk een relatie gelegd tussen de gestelde werking van Vitalon-C en het genoemde natuurlijke karakter van de extracten van vitamine C in Vitalon-C.
  
Het verweer dat artikel 19 CAG, gelet op de context daarvan, met name ziet op “de aanwezigheid van een bepaalde ‘natuurlijke’ stof als onderdeel van een ander product waarnaar wordt verwezen in de reclame” kan niet slagen. Niet duidelijk is waarop adverteerder deze stelling baseert.  
Verder is niet komen vast te staan dat Vitalon-C, wat betreft het gestelde natuurlijke karakter daarvan, relevant onderscheidend is van soortgelijke producten. Adverteerders standpunt dat zij voldoende heeft aangetoond dat de samenstelling van natuurlijke vitamine C in relatie tot ascorbinezuur “onderscheidend en derhalve relevant is” en haar verwijzing naar de (niet overgelegde) pagina’s 130-139 van het boek “Supplementen onder de loep” van dr. Brian R. Clement uit 2010, inhoudende, aldus adverteerder, een bespreking van het proces van synthetisering van vitamine C naar ascorbinezuur en de verschillen tussen beide, bieden hiervoor onvoldoende grondslag.   

7.

Artikel 27 CAG

Onder verwijzing naar de website www.reclamecode.nl heeft adverteerder het verweer gevoerd dat artikel 27 CAG “kennelijk niet bestaat”.

Artikel 27 CAG maakt deel uit van de “Code Aanprijzing Gezondheidsproducten (CAG) 2019” zoals deze is gepubliceerd op de website van de KOAG/KAG. Deze bepaling past de Keuringsraad toe bij de preventieve toetsing van reclame voor gezondheidsproducten. Artikel 27 CAG luidt:

“Reclame mag niet appelleren aan gevoelens van angst”.

De Commissie stelt vast dat deze bepaling niet voorkomt in de CAG, zoals deze is gepubliceerd op www.reclamecode.nl en in de papieren versie van de Nederlandse Reclame Code (NRC), editie 2022, welke code, zoals onderaan is vermeld, sinds 1 februari 2019 deel uitmaakt van de NRC. De Commissie constateert echter dat deze bepaling deels overeenstemt met de inhoud van artikel 6 van het algemene deel van de NRC, waarin staat:

“Zonder te rechtvaardigen redenen mag reclame niet appelleren aan gevoelens van angst of bijgelovigheid”.

Waar in de uiting is vermeld: “Men heeft zelfs ontdekt dat kankercellen een hoge concentratie (geoxideerd) ascorbinezuur bevatten”, deelt de Commissie de opvatting van de Keuringsraad KOAG/KAG dat hier wordt geappelleerd aan gevoelens van angst. Bovendien vindt de Commissie dat dit gebeurt zonder te rechtvaardigen redenen als bedoeld in artikel 6 NRC. In zoverre acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 6 NRC.   

8.

Ook op andere punten is de Commissie van oordeel dat in de advertorial zonder te rechtvaardigen redenen wordt geappelleerd aan gevoelens van angst als bedoeld in artikel 6 NRC.
Gegeven klagers bezwaren en de reactie hierop van adverteerder, heeft de Commissie hierbij het oog op de volgende tekstgedeelten op zichzelf beschouwd en/of in hun onderlinge verband:  
 
“Zijn synthetische vitamines (gemaakt in een fabriek) identiek aan natuurlijke vitamines? Het antwoord is onthutsend: nee! Sterker nog; ze kunnen zelfs schadelijk zijn.”
 
Onder het kopje “Gevaarlijk?”:  
“Het schilletje (ascorbinezuur) wordt dus nu als het hele pakketje (natuurlijke vitamine C) verkocht. Dat is het dus niet! Schokkend, als je bedenkt dat ascorbinezuur überhaupt geen natuurlijke vitamine is!”
en
“Het slikken van (grote) hoeveelheden ascorbinezuur kan zelfs schadelijk zijn! Zo ontdekten Britse onderzoekers in 1998 dat ascorbinezuur in doses van 500 mg per dag de genen kan beschadigen.3 ” En in 2000 publiceerde Reuters dat mannen die gedurende 18 maanden 500 mg ascorbinezuur per dag slikten, een veel dikkere vaatwand hadden (250 %) dan mannen die geen
ascorbinezuur gebruikten: de opmaat naar vaatvernauwing.4”
 
Na de hierboven in het oordeel onder 7 aangehaalde volzin “Men heeft zelfs ontdekt dat kankercellen een hoge concentratie (geoxideerd) ascorbinezuur bevatten”:
“En dat, terwijl je vitamines slikt om gezond te blijven. Er is dus gegronde twijfel over het nut van ascorbinezuur. Dit geldt niet voor vitamines die afkomstig zijn uit de natuur! Van spruitjes
eten word je niet ziek.”
 
Onder het kopje “Dosering?”: 
“Veel mensen denken dat een hoge dosering beter is dan een lage. Voor de dosering van het hele pakketje natuurlijke vitamine C ligt dit anders! Kijk maar eens goed naar de hoeveelheid vitamine C in rauwe spruitjes; in theorie is dit zo’n 132 mg vitamine C per 100 gram, waarvan je in werkelijkheid ongeveer de helft overhoudt na het koken. Vergelijk deze hoeveelheid eens met de gigantische doseringen van ascorbinezuur. Die kunnen niet goed zijn!”
 
“Gebruik je verstand: koop echte vitamine C op basis van natuurlijke doseringen. Het is simpelweg onmogelijk om je levende lichaam te repareren en ondersteunen met dode chemicaliën. Alle chemicaliën zijn dood.”
 
9.

De verwijzing in het verweer naar de 4 in voetnoten bij de advertorial genoemde bronnen maakt het oordeel van de Commissie niet anders.

10.

Nu de Commissie de uiting reeds op bovenstaande gronden in strijd acht met de CAG en met de NRC, komt zij niet toe aan toetsing van de uiting aan andere bepalingen van de NRC, zoals bijvoorbeeld artikel 2 (onder meer waarheid), en wordt als volgt beslist.  

 

De beslissing

De Commissie acht de uiting in strijd met de artikelen 5.1, 5.2 en 19 CAG en met artikel 6 NRC.  Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken