De bestreden reclame-uiting

Het betreft de televisiecommercial van G-Star waarin spijkerbroeken worden aangeprezen. In de televisiecommercial is de Amerikaanse rapper Snoop Dogg te zien. Tijdens de commercial is het nummer “Say it Witcha Booty” van Snoop Dogg te horen. De commercial toont een rappende Snoop Dogg samen met verschillende mannen en vrouwen. Snoop Dogg en de mannen en vrouwen die te zien zijn in de commercial dragen allemaal een spijkerbroek van adverteerder. De mannen en vrouwen lopen, dansen en zwemmen in verschillende soorten spijkerbroeken. Ondertussen rapt Snoop Dogg onder meer “nothing better than the fit of your G-Star”.

De klacht

De televisiecommercial legt een seksistische nadruk op vrijwel alleen vrouwenbillen. Het is discriminerend, denigrerend en vrouwonvriendelijk. Een vrouw is meer dan alleen een lustobject.

Het verweer

Niet gezegd kan worden dat door het enkel in beeld brengen van in spijkerbroeken gehulde mannen- en vrouwenbillen de grens van het toelaatbare wordt overschreden door de bestreden reclame-uiting. Ook is de bestreden reclame-uiting niet seksistisch, discriminerend of vrouwonvriendelijk. Er kan niet gezegd worden dat bij het tonen van de beelden van vrouwen sprake is van negatieve bijbedoeling of strekking over de positie van de vrouw. De vrouwen worden niet als minderwaardig of in stereotype situaties neergezet. De beelden van vrouwen worden bovendien afgewisseld met mannen. De focus op de billen laat zich eenvoudig verklaren door het feit dat de pasvorm rondom de billen relevant is, zo niet doorslaggevend, bij de aanschaf van een jeans. Het enkele feit dat de nadruk in de bestreden reclame-uiting ligt op de billen is onvoldoende om deze als denigrerend of vrouwonvriendelijk te bestempelen. De bestreden reclame-uiting heeft geen seksuele lading en zet vrouwen niet als lustobject neer. De getoonde mannen- en vrouwenbillen zijn constant verhuld, zij dragen spijkerbroeken van het merk van adverteerder. Er zijn geen intieme delen te zien van vrouwen of mannen. Dat niet iedereen de focus op de billen kan waarderen, moge zo zijn, maar dat maakt de bestreden reclame-uiting niet ontoelaatbaar.

Het oordeel van de voorzitter

1) De voorzitter vat de bezwaren van klaagster tegen de televisiecommercial zo op dat zij deze nodeloos kwetsend acht en/of in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen als bedoeld in artikel 4 respectievelijk artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met (een van) deze criteria, stelt de voorzitter zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter daarvan. Beoordeeld wordt of de uiting naar de huidige maatschappelijke opvattingen de grens van het toelaatbare te buiten gaat, mede gelet op de wijze waarop de uiting is gepubliceerd en het effect dat deze daardoor op het publiek heeft. Met inachtneming van voornoemde uitgangspunten overweegt de voorzitter als volgt.

2) In de bestreden televisiecommercial worden verschillende spijkerbroeken uit het assortiment van adverteerder aangeprezen door verschillende modellen. De spijkerbroeken worden onder andere getoond op mannen, vrouwen, een hond en een luchtballon. Daarbij komen de billen van de betreffende vrouwen veelal prominent in beeld. Het enkele feit dat er (vrouwen)billen zijn te zien in jeans, maakt niet dat de commercial de grens overschrijdt van wat toelaatbaar moet worden geacht. Er is een duidelijk verband tussen het aangeprezen product, verschillende soorten jeans, en de inhoud van de commercial “nothing better than the fit of your G-Star”, waarbij de nadruk wordt gelegd op de pasvorm van de spijkerbroeken rond de billen. Door de wijze waarop de spijkerbroeken in verschillende situaties worden uitgebeeld, wordt geen beeld over de vrouw gegeven met een seksistische, vrouwonvriendelijke of negatieve strekking. Er is naar het oordeel van de voorzitter ook geen sprake van zodanige prikkelende beelden of seksuele lading, dat de grens van wat volgens huidige maatschappelijke opvattingen toelaatbaar wordt geacht is overschreden en adverteerder om die reden zou moeten worden aanbevolen om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
De voorzitter beslist op grond van het voorgaande als volgt.

De beslissing van de voorzitter

Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.