De bestreden reclame-uitingen

Het betreft een televisiecommercial, een radiocommercial, een bord bij de ingang van een Kruidvat winkel en mededelingen op een kaart bij het winkelschap met Dove producten, telkens in verband met de actie “Zaterdag Zenzatiez”. In de televisiecommercial wordt onder meer gezegd: “Met alleen morgen op alles van Dove 2+2 gratis”. In de radiocommercial wordt onder meer gezegd: “Met alleen vandaag 2+2 Gratis op het hele DOVE assortiment”. Op het bord bij de ingang staat onder meer: “Alleen vandaag: op het hele DOVE assortiment (…) 2+2 Gratizzz”. Op de kaart bij het schap staan vergelijkbare mededelingen en: “m.u.v. mini’s”.

De klacht

Klager stelt dat zonder beperkingen reclame wordt gemaakt voor de actie Dove 2+2 gratis. Toen klager vier mini producten van het merk Dove kocht, bleken deze uitgesloten van de actie. Bij nader inzien staat dit wel met kleine letters op het schap. Nu deze beperking echter niet blijkt uit de reclame-uitingen, is volgens klager sprake van misleidende reclame.

Het verweer

Adverteerder heeft verweer gevoerd. Op het verweer zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.

Het oordeel van de voorzitter

1) Niet in geschil is dat de mini varianten van de producten die onder het merk Dove verkocht worden van de onderhavige actie zijn uitgesloten. Klager stelt terecht dat deze beperking niet blijkt uit de bestreden radiocommercial en het bord bij de ingang. Naar het oordeel van de voorzitter betreft het essentiële informatie die reeds in de uitingen had dienen te worden vermeld teneinde de consument in staat te stellen een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen. Door het ontbreken van deze informatie zal de gemiddelde consument immers veronderstellen dat de actie geldt voor alle Dove producten, derhalve ook de mini’s, te meer nu in de radiocommercial en op het bord wordt meegedeeld dat de actie geldt “voor het hele Dove assortiment”. Aldus is ten aanzien van de radiocommercial en het bord bij de ingang sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Dat volgens adverteerder het bord bij de ingang door de betrokken winkel zelf was gemaakt, doet aan dit oordeel niet af. Het ligt op de weg van adverteerder om erop toe te zien dat naast de eigen uitingen ook de reclame-uitingen van haar filialen voldoen aan de Nederlandse Reclame Code.

2) Ten aanzien van de televisiecommercial is het de voorzitter gebleken dat daarin wordt meegedeeld dat mini’s van de actie zijn uitgesloten. In de televisiecommercial verschijnt immers de volgende mededeling in beeld: “m.u.v. mini’s”. Ook op de kaart bij het schap is deze uitzondering naar het oordeel van de voorzitter voldoende duidelijk gecommuniceerd. In zoverre is geen sprake van misleiding en wordt de klacht afgewezen.

De beslissing van de voorzitter

Op grond van hetgeen onder 1) is overwogen acht de voorzitter de daar bedoelde reclame-uitingen (het bord bij de ingang en de radiocommercial) in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst de voorzitter de klacht af.