a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2014/00832

Datum:

22-12-2014

Uitspraak:

VT (=voorzitterstoewijzing)

Product/dienst:

Motivatie:

Misl. Beschikbaarheid

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een digitale folder die op 29 oktober 2014 op de website www.mediamarkt.nl was te zien en de webshop op deze website.

De klacht

Deze kan als volgt worden samengevat.

Klager heeft naar aanleiding van de folder op 29 oktober 2014 in de ochtend een bestelling geplaatst via de webshop van adverteerder. Op de website stond dat alle producten die klager had besteld op voorraad waren en dat bestellingen vóór 22.00 uur de volgende dag zouden worden bezorgd. Dit gebeurde niet. Op vrijdag 31 oktober 2014 kreeg klager van adverteerder het bericht dat zij een aantal zaken niet kon leveren. Later bleek dat nog meer zaken niet leverbaar waren. Klager acht op grond van het voorgaande de reclame zeer misleidend en in strijd met het fatsoen en de professionele toewijding. Voorts wordt volgens klager door de werkwijze van adverteerder het vertrouwen in reclame geschaad.

Het verweer

Dit kan als volg worden samengevat.

De folder waarnaar klager in zijn klacht verwijst, is de zogenaamde Gekkenhuis-folder. Dit is een jaarlijks terugkerende actie waarbij producten voor zeer lage prijzen worden verkocht. Het speciale karakter van de aanbiedingen wordt aangeduid door de mededeling “op = op”, zowel bij diverse producten als in de kop van de folder. Voor alle producten in deze folder geldt dat er een beperkte voorraad beschikbaar is. Zodra het systeem van de webshop merkt dat een bepaald product is uitverkocht, gaat er een signaal van het voorraadsysteem naar de website om het display van dit product te blokkeren. Hier zit enige verwerkingstijd tussen waardoor producten nog even op de website zichtbaar blijven terwijl ze al wel zijn uitverkocht. Klager heeft net in deze verwerkingstijd zijn bestelling geplaatst. Adverteerder heeft aan klager het verschil vergoed van de meerprijs die hij heeft moeten betalen doordat hij de zaken elders moest bestellen. Adverteerder zal voorts nog twee producten naleveren.

 

Het oordeel van de voorzitter

1) Niet in geschil is dat klager naar aanleiding van de door hem genoemde folder (volgens adverteerder de zogenaamde Gekkenhuis-folder) diverse producten heeft besteld via de webshop van adverteerder. De voorzitter beschikt alleen over de voorzijde van de folder. Hierop staan overigens niet de door klager bestelde producten, maar deze zijn blijkbaar wel elders in de folder te vinden. Afgaande op hetgeen adverteerder stelt, staat bij die producten de mededeling “op = op”. Deze mededeling staat ook op de voorzijde van de folder. Op zichzelf genomen heeft adverteerder aldus voldoende duidelijk gemaakt dat er een beperkte voorraad actieproducten was en bestaat geen aanleiding om de folder zelf onjuist te achten.

2) Of tijdens de daarop volgende bestelling door klager via de webshop van adverteerder de specifieke mededeling verscheen dat alle producten die hij had besteld op voorraad waren en dat bestellingen vóór 22.00 uur de volgende dag zouden worden bezorgd, blijkt niet uit de stukken. Desalniettemin acht de voorzitter het aannemelijk dat klager laatstbedoelde mededeling zag, nu in de door hem overgelegde bevestiging van de bestelling staat: “Voor 22.00 uur besteld, morgen in huis”. De voorzitter acht het begrijpelijk dat klager onder deze omstandigheden erop heeft vertrouwd dat de bestelde producten, ondanks de mededeling “op = op” in de folder, nog in voorraad waren en de volgende dag zouden worden bezorgd. Aan dit vertrouwen draagt bij dat de producten uit de folder kennelijk zonder meer via de webshop konden worden besteld, hetgeen lijkt te bevestigen dat adverteerder de desbetreffende producten nog in voorraad had. Niet gesteld of gebleken is dat klager bij die bestelling op enige wijze is geïnformeerd over de mogelijkheid dat diverse producten toen reeds niet meer leverbaar waren. Op grond hiervan oordeelt de voorzitter dat klager via de webshop niet op juiste wijze is geïnformeerd over de beschikbaarheid en de levering van de producten als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Deze aspecten worden gerekend tot de voornaamste kenmerken van een product. Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden acht de voorzitter de mededeling “Voor 22.00 uur besteld, morgen in huis” die klager zag tijdens de bestelling via de webshop misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

3) Adverteerder stelt dat, zodra het systeem van haar webshop merkt dat een bepaald product is uitverkocht, het display van dit product wordt geblokkeerd met inachtneming van een verwerkingstijd. Volgens adverteerder heeft klager net in deze verwerkingstijd zijn bestelling geplaatst. Daargelaten dat de voorzitter het niet aannemelijk acht dat alle door klager bestelde producten die niet meer leverbaar bleken op het moment van bestelling in de door adverteerder bedoelde verwerkingsfase verkeerden, geldt dat dit betoog niet kan wegnemen dat de consument die een bestelling plaatst en daarbij de mededeling krijgt dat de producten de volgende dag worden geleverd, erop moet kunnen vertrouwen dat dit ook daadwerkelijk gebeurt. Er wordt immers een concrete toezegging over de levertijd gedaan die tevens impliceert dat de producten voorradig zijn. Voormeld betoog van adverteerder kan derhalve de misleiding niet wegnemen. Hetzelfde geldt voor het op zichzelf genomen te waarderen handelen van adverteerder om aan klager de meerprijs te vergoeden die hij heeft betaald doordat hij de zaken elders tegen een hogere prijs moest bestellen.

4) De uiting is niet van dien aard dat deze tevens in strijd is met de goede smaak en het fatsoen. Het enkele feit dat een uiting als oneerlijk wordt beoordeeld, brengt immers niet mee dat deze daardoor tevens in strijd met fatsoensnormen is. Evenmin bestaat op grond van het voorgaande aanleiding te oordelen dat de uiting het vertrouwen in reclame schaadt. Nu de uiting reeds op grond van het voorgaande oneerlijk dient te worden geacht, kan in het midden blijven of deze tevens in strijd is met vereisten van een professionele toewijding. In zoverre kan de klacht niet slagen.

 

De beslissing van de voorzitter

Op grond van hetgeen onder 2) is vermeld, acht de voorzitter de mededeling die klager zag tijdens de door hem beschreven bestelling via de webshop van adverteerder, waaruit bleek dat alle door hem bestelde producten de volgende dag zouden worden bezorgd, in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

De voorzitter wijst de klacht voor het overige af.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken