De bestreden reclame-uiting

Het betreft een reclame-uiting op de website www.hi.nl van adverteerder waar, bij het verlengen van een bestaand abonnement bij adverteerder, een mobiele telefoon wordt aangeboden. In de uiting staat onder meer de tekst: “Voor 17:00 uur besteld = morgen in huis”.

De klacht

Klaagster heeft op maandag 30 november 2009 haar abonnement verlengd en een nieuwe telefoon besteld. De telefoon werd pas op 4 december 2009 geleverd.

Verweer

Het verweer luidt, samengevat, als volgt.

De in de uitingen genoemde termijnen zijn streeftermijnen. Adverteerder is afhankelijk van fulfilment- en bezorgdiensten. Bovendien kunnen zich te allen tijde onvoorziene omstandigheden voordoen, zoals een onverwacht grote vraag. Dat sprake is van een streeftermijn mag als feit van algemene bekendheid worden beschouwd.

Adverteerder erkent dat zij de levertijd in dit geval niet waar heeft kunnen maken. Klaagster heeft op 30 november 2009 de telefoon besteld en deze is voor het eerst bij haar aangeboden op 3 december 2009. De vertraging is het gevolg geweest van een onjuiste inschatting van de totale vraag naar de producten rond de feestdagen.

Gelet op het voorgaande is adverteerder van mening dat geen sprake is van misleidende reclame.

Het oordeel van de Commissie  

De Commissie volgt adverteerder in zijn stelling dat in een reclame-uiting genoemde levertijden in het algemeen genomen streeftermijnen zijn, hetgeen betekent dat de afnemer mag verwachten dat adverteerder zich inspant om binnen de gestelde termijn te leveren en dat adverteerder daarin in de regel ook slaagt.

De zinsnede waar het in de bestreden uiting om gaat, duidt door zijn stellige en absolute formulering echter op meer dan een streven. De zinsnede “Voor 17.00 uur besteld = morgen in huis”, zal de gemiddelde consument doen denken dat het een gegarandeerde termijn betreft. Nu vaststaat dat deze termijn niet is gehaald omdat adverteerder de totale vraag naar de producten rond de feestdagen verkeerd heeft ingeschat, is de Commissie van oordeel dat de uiting onjuiste informatie bevat met betrekking tot de voornaamste kenmerken als bedoeld in artikel 8.2 onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat deze onjuiste informatie de gemiddelde consument ertoe kan brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing

Gelet op het voorgaande acht de Commissie de uiting in strijd met artikel 7 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.