De klacht

Klager maakt bezwaar tegen het ontvangen van een mailing van Nextdoor betreffende “de besloten buurtapp Nextdoor”. De mailing is gericht “Aan de bewoners van” met vermelding van het adres van klager. Afzender heeft volgens klager niet het Postfilter gehanteerd, waarbij klager staat ingeschreven. Klager is ook geen klant van afzender. Klager verwijst naar de overgelegde e-mailwisseling met Nextdoor.

De reactie van afzender

Nextdoor wijst op artikel 6.3 Code Postfilter waarin staat dat klachten over naleving van de Code Postfilter binnen twee weken na ontvangst van de reactie van de adverteerder moeten worden ingediend. Uit de door klager overgelegde correspondentie blijkt dat Nextdoor op 3 april 2017 op klagers bezwaren heeft gereageerd. Klager heeft pas op 21 april 2017 een klacht ingediend en heeft dus de termijn van twee weken overschreden. Nextdoor verzoekt de voorzitter daarom om niet-ontvankelijkverklaring of afwijzing van de klacht.

Overigens neemt Nextdoor klagers klacht zeer serieus en zij heeft er daarom voor gezorgd dat buurtgenoten van klager hem niet meer via de post kunnen uitnodigen voor Nextdoor. Daarnaast neemt Nextdoor de klacht mee in haar evaluatie van de manier waarop uitnodigingskaarten worden verzonden.

Het oordeel van de voorzitter

1. Niet is weersproken dat op klagers adres via de post een mailing van afzender is bezorgd die is geadresseerd “Aan de bewoners van” met vermelding van adres en woonplaats van klager. Aldus moet de mailing aangemerkt worden als ongevraagde geadresseerde reclame (Direct Mail), waarop de Code voor het gebruik van Postfilter 2015 van toepassing is. Op grond van artikel 5.2 Code Postfilter 2015 moet een afzender/opdrachtgever die een adressenbestand met ‘Prospects’ wil gebruiken voor het verzenden van Direct Mail altijd tevoren het Nationaal Postregister raadplegen, en is het haar niet toegestaan een Prospect te benaderen van wie de gegevens in bedoeld Postregister zijn opgenomen. Niet is in geschil dat de gegevens van klager opgenomen zijn in het Nationaal Postregister. Klager heeft hiermee laten weten niet te willen worden benaderd via Direct Mail. Nu klagers adres ingeschreven staat in het Nationaal Postregister, had de mailing niet aan dat adres verstuurd mogen worden.

2. Afzender heeft een beroep gedaan op artikel 6.3 Code Postfilter 2015. In dit artikel is bepaald, voor zover hier van belang, dat in geval van een onbevredigende afhandeling van de bij de afzender ingediende klacht binnen twee weken na ontvangst van de reactie van de afzender een klacht moet worden ingediend bij de Stichting Reclame Code, tenzij de klager aannemelijk maakt dat dat redelijkerwijs niet van hem kan worden verlangd. De (laatste) reactie van afzender aan klager is van 3 april 2017, wat betekent dat klager in beginsel uiterlijk 17 april 2017 zijn klacht kon indienen. Klager heeft meegedeeld eerst op 21 april 2017 zijn klacht te hebben verstuurd in verband met ziekenhuisopname van zijn vrouw van 11 tot 19 april 2017. In deze omstandigheid ziet de voorzitter voldoende rechtvaardiging voor het overschrijden met enkele dagen van de gestelde termijn van twee weken. De overschrijding leidt daarom niet tot het oordeel dat de klacht om deze reden moet worden afgewezen.

3. In de mededeling van afzender dat zij maatregelen heeft getroffen om klager niet meer per Direct Mail te (laten) benaderen ziet de voorzitter aanleiding om gebruik te maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege te laten.

De beslissing van de voorzitter

De voorzitter is van oordeel dat afzender in strijd met het bepaalde in artikel 5.2 Code Postfilter 2015 heeft gehandeld.