a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Nutsvoorzieningen

Status:

Dossiernr:

2016/00185

Datum:

02-05-2016

Uitspraak:

Aanbeveling (gedeeltelijk)

Product/dienst:

Nutsvoorzieningen

Motivatie:

Misleiding Voornaamste kenmerken product

Medium:

Digitale marketing communicatie

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een uiting op de website https://www.qurrent.nl/windtegoed. Hierin staat, voor zover hier van belang:

“Financieel voordeel Windtegoed

(…)

Met één Windtegoed wek je minstens 250 kWh per jaar aan stroom op. Dat garanderen we. (…).

Wat levert Windtegoed op?

Omdat je met Windtegoed vijf jaar lang zelf opwekt, gaan stroomprijsstijgingen aan jou voorbij. Dus hoe harder die stijgen, hoe meer financieel voordeel jij hebt.

Stel: je komt van een grote energieleverancier en je schaft 10 Windtegoeden aan. Bij een gemiddelde stroomprijsstijging van 3% per jaar geldt dan na 5 jaar het volgende besparing (peildatum stroomprijs: 2 november 2015):

Eenmalige aanschafprijs 10 Windtegoeden

€ 750,- (10 x €75)

Totale besparing op je energierekening

€ 1.191,33 (en meer als het veel waait)

Jouw voordeel in 5 jaar

€ 441,33 (en meer als het veel waait)

Dat is meer voordeel dan de rente op een spaarrekening!”

 

De klacht

Klager meent dat de uiting misleidend is om de volgende twee redenen:

De berekening van de kostenbesparing door Windtegoeden is onrealistisch/onmogelijk.

De in de uiting getoonde besparing van adverteerder klopt niet met haar stroomprijzen. Op aandringen van klager heeft adverteerder de in de uiting getoonde berekening toegelicht, hetgeen er als volgt uit ziet:

“Zo berekenen wij jouw besparing

De opbrengst van jouw Windtegoed wordt ieder jaar verrekend met je energierekening. Dit leidt dus jaarlijks tot een besparing op je energierekening. Omdat de toekomstige stroomprijzen onbekend zijn, rekenen wij met een referentie stroomprijs.

 

Jaar     Referentie       Opbrengst       Korting op                   Besparing op 

            stroomprijs      (kWh)              leveringskosten*         energierekening

———————————————————————————————————————

1          0,08000           2500                25,90                          225,90

 

2          0,08240           2500                25,90                          231,90

 

3          0,08487           2500                25,90                          238,08

 

4          0,08742           2500                25,90                          244,45

 

5          0,09004           2500                25,90                          251,-

 

Totale besparing in 5 jaar op jouw energierekening                         1191,33

Eenmalige aanschafprijs                                                                    750,-

Financieel rendement                                                                         58,84%

 

*Omdat wij zelf opwekken stimuleren, geven wij klanten die zelf energie opwekken tot

€ 36,26 per jaar korting op de vaste leveringskosten”.

Volgens klager blijkt uit bovenstaande berekening het volgende:

Adverteerder gebruikt bij de besparing op de stroomprijs een stroomprijs van concurrenten, die veel hoger ligt dan hun eigen stroomprijs.
Tegelijkertijd wordt een besparing op leveringskosten gerekend, terwijl die leveringskosten alleen bij adverteerder van toepassing zijn.
De combinatie van een hoge stroomprijs van een andere maatschappij en leveringskosten van adverteerder is niet mogelijk omdat je niet tegelijkertijd bij twee verschillende stroomleveranciers klant kunt zijn.
Daarnaast twijfelt klager aan de gebruikte stroomprijs van concurrenten. Er wordt een ‘referentie stroomprijs’ van 8,000 cent per kWh genomen, waarbij adverteerder aan klager heeft gemeld dat dit de gemiddelde stroomprijs van de 3 grootste stroomleveranciers is. Het bevreemdt klager dat een gemiddelde stroomprijs op een perfect rond bedrag uitkomt. Als klager het huidige gemiddelde narekent komt hij op een lager bedrag uit. Volgens klager hebben bovendien alle maatschappijen veel gunstigere tarieven als je de stroomprijs vastzet. De referentie stroomprijs van adverteerder is volgens klager ‘zeer twijfelachtig (wellicht bedrog)’ en ‘misleidend’.
Klager komt in een volgens hem ‘eerlijke berekening’ met zowel de stroomprijs als de leveringskosten van dezelfde leverancier (adverteerder), gerekend voor het langst mogelijke vaste tarief en daarna 3% hogere stroomprijzen per jaar, tot de conclusie dat Windtegoeden helemaal niet voordelig zijn, maar flink duurder.

Voorts is de uiting volgens klager misleidend omdat de werkelijke berekening en de aantrekkelijke uitspraken over Windtegoeden op de website van adverteerder volgens hem moeilijk zijn na te gaan door de gebrekkige informatie over de voorwaarden en berekeningen van adverteerder. Het contract wordt bijvoorbeeld ontbonden zodra de windmolen defect is of als het park bijvoorbeeld 25% minder produceert dan op basis van het windaanbod verwacht mag worden. Tegelijkertijd staat er op de website van adverteerder: “Met één Windtegoed wek je minstens 250kWh per jaar aan stroom op. Dat garanderen we”. De volgens klager zeer trage reactie van de klantenservice over de voorwaarden en berekening maakt volgens hem dat de correcte informatie over de financiële voordelen niet voldoende beschikbaar is.

 

Het verweer

Ten aanzien van onderdeel 1

Het is onjuist dat adverteerder, zoals klager stelt,  in het betreffende rekenvoorbeeld alleen gebruik zou mogen maken van haar eigen inkooptarieven. Adverteerder heeft het recht om in haar uiting aan de consument duidelijk te maken welke voordelen haar product biedt ten opzichte van andere leveranciers. Ter illustratie van dit voordeel maakt adverteerder gebruik van stroomtarieven van concurrenten.

Volgens adverteerder meent klager ten onrechte dat zij gebruik maakt van onjuiste referentie tarieven. Het Windtegoed is een specifiek product dat niet door andere leveranciers wordt verkocht. Derhalve kan adverteerder slechts gebruik maken van referentie tarieven die het dichtst aanliggen tegen de tarieven voor een vergelijkbaar product. In het onderhavige geval kennen volgens adverteerder alleen Eneco en Nuon een enigszins vergelijkbaar product. Anders dan klager stelt is het Windtegoed op elk moment vrij opzegbaar en zit men niet “5 jaar vast aan adverteerder”.  In het rekenvoorbeeld hanteert adverteerder – zoals aangegeven in de uiting – 2 november 2015 als peildatum. De vergelijking van klager met de huidige tarieven is dan ook onjuist, aldus adverteerder. In de uiting wordt volgens adverteerder ook niet gesuggereerd dat adverteerder een vergelijking maakt met de huidige tarieven. Bovendien zou dat onmogelijk zijn omdat stroomprijzen dagelijks fluctueren.

Ten onrechte meent klager dat adverteerder bij de berekening de ‘besparing op leveringskosten’ niet zou mogen meerekenen. Klager meent dat daardoor de vergelijking met andere leveranciers mank gaat omdat die een dergelijk voordeel niet kennen. Juist dit verschil biedt een belangrijk voordeel voor de consument, aldus adverteerder. Zij biedt klanten met een Windtegoed een korting aan op haar vaste leveringskosten. Dit voordeel van Windtegoed dient in het rekenvoorbeeld te worden meegenomen, aldus adverteerder. Klager maakt in de door hem geschetste ‘eerlijke berekening’ een vergelijking van de tarieven in het Windtegoed met de tarieven van adverteerder, waarbij gebruik wordt gemaakt van het ‘langst mogelijke vaste tarief’ (aangezien je bij Windtegoed ook 5 jaar aan adverteerder vast zit). Op grond van dit rekenvoorbeeld komt klager tot de conclusie dat hij met een Windtegoed van adverteerder duurder uit zou zijn dan de in zijn optiek juiste (normale, dus zonder windtegoed) tarieven van adverteerder. Klager maakt hierbij gebruik van een aantal onjuiste aannames, zoals de gebondenheid van 5 jaar.

Klager stelt terecht dat het financieel voordeel van Windtegoed voor bestaande klanten van adverteerder lager is in vergelijking met de tarieven van Eneco, Nuon en Essent. De energietarieven van adverteerder zijn structureel scherp omdat adverteerder energie levert tegen inkoopprijs, derhalve maakt adverteerder geen marge op de geleverde energie. De aanschaf van Windtegoed kan onder bepaalde omstandigheden – vergeleken met de eigen tarieven van adverteerder – minder gunstig uitpakken. Het voordeel is immers afhankelijk van de stroomprijzen. Indien de stroomprijzen stijgen heeft de consument meer voordeel dan wanneer ze dalen. Het enkele feit dat een berekening van het Windtegoed bij een vergelijking met andere producten van adverteerder anders uitvalt, maakt nog niet dat de tekst van adverteerder in het rekenvoorbeeld onjuist of misleidend is. Het publieke deel van de website van adverteerder is bedoeld voor klantwerving en richt zich daarom op potentiële klanten en niet op bestaande klanten van adverteerder. 

Ten aanzien van onderdeel 2

Ten onrechte meent klager dat sprake is van gebrekkige informatie omdat in de voorwaarden is vermeld dat het contract wordt ontbonden zodra de windmolen defect is of als het park minstens 25% minder produceert dan op basis van het windaanbod verwacht mocht worden, terwijl in de uiting staat dat je met één Windtegoed gegarandeerd minstens 250 kWh per jaar aan stroom opwekt. Volgens adverteerder is het voor de consument duidelijk en blijkt ook uit de voorwaarden dat 250 kWh wordt gegarandeerd, tenzij sprake is van zeer uitzonderlijke omstandigheden. In dat geval ontvangt de consument het door hem betaalde bedrag pro rato over de resterende periode terug. Adverteerder meent dat zij de consument op een duidelijke en in het oog springende manier wijst op de toepasselijke algemene voorwaarden.

Hoewel adverteerder meent dat de bestreden uiting niet misleidend is, neemt zij de opmerkingen van klager wel serieus en heeft zij enkele aanpassingen gedaan op haar website.

 

Het oordeel van de Commissie

T.a.v. onderdeel 1: De berekende kostenbesparing

Klager acht het in de uiting opgenomen rekenvoorbeeld van de kostenbesparing allereerst misleidend omdat adverteerder in haar berekening uitgaat van een stroomprijs van concurrenten, die veel hoger ligt dan haar eigen stroomprijs.

Niet in geschil is dat adverteerder in het rekenvoorbeeld de (gemiddelde) stroomprijs van drie van haar grootste concurrenten als uitgangspunt heeft genomen, welke prijs hoger ligt dan haar eigen stroomprijs. In de uiting staat: “ Stel: je komt van een grote energieleverancier en je schaft 10 Windtegoeden aan. Bij een gemiddelde stroomprijsstijging van 3% per jaar geldt dan na 5 jaar de volgende besparing (peildatum stroomprijs: 2 november 2015):” gevolgd door het rekenvoorbeeld. Voor de gemiddelde consument blijkt hieruit voldoende duidelijk dat adverteerder in haar rekenvoorbeeld uitgaat van de situatie waarin de consument klant is bij één van de drie grote energieleveranciers en dat gerekend is met de gemiddelde stroomprijs van deze leveranciers die gold op 2 november 2015. Van misleiding is in het in de uiting vermelde rekenvoorbeeld op dit punt dan ook geen sprake, aldus de Commissie.

Voorts stelt klager dat de stroomprijs waar adverteerder in haar rekenvoorbeeld mee rekent (€ 0,0800 cent/kWh) onjuist is. Klager geeft in zijn klacht aan dat hij – indien hij uit gaat van de huidige gemiddelde stroomprijs van de drie grootste energiemaatschappijen – op een lagere stroomprijs uit komt. In de uiting staat: “peildatum stroomprijs: 2 november 2015”. Adverteerder heeft in haar verweer aangegeven dat de gemiddelde stroomprijs op de peildatum € 0,0816 cent/kWh bedroeg en dat zij in het rekenvoorbeeld is uitgegaan van een (naar beneden) afgeronde gemiddelde stroomprijs van € 0,0800. De Commissie is van oordeel dat – nu adverteerder heeft gerekend met een gemiddelde stroomprijs die gold op de in de uiting vermelde peildatum (2 november 2015) – het in de uiting vermelde rekenvoorbeeld ook op dit punt niet misleidend is.

Klager stelt verder dat adverteerder de hoge stroomprijs van haar concurrenten en de besparing op haar eigen leveringskosten niet in het rekenvoorbeeld had mogen combineren omdat de consument niet tegelijkertijd stroom kan afnemen bij twee verschillende energieleveranciers. Niet in geschil is dat adverteerder bij al haar klanten met een Windtegoed geen leveringskosten in rekening brengt. De consument die overstapt naar Windtegoed ondervindt hierdoor een (aanzienlijk) voordeel omdat adverteerder haar overige klanten zonder Windtegoed en vrijwel alle overige energiemaatschappijen wel leveringskosten bij hun klanten in rekening brengen, met dien verstande dat de hoogte hiervan per maatschappij kan verschillen. De Commissie is dan ook van oordeel dat het meenemen van dit voordeel van de besparing op leveringskosten in het in de uiting opgenomen rekenvoorbeeld niet maakt dat de uiting op dit punt misleidend is.

Tot slot heeft klager een eigen berekening overgelegd waaruit zou blijken dat de Windtegoeden financieel niet aantrekkelijk zijn voor huidige klanten van adverteerder. Adverteerder heeft in haar verweer erkend dat het financiële voordeel ten opzichte van haar bestaande klanten lager is dan voor consumenten die van een grote energieleverancier overstappen naar Windtegoed. De Commissie is echter van oordeel dat onder meer door de mededeling “Stel: je komt van een grote energieleverancier en je schaft 10 Windtegoeden aan”, uit de context van de uiting voldoende duidelijk blijkt dat deze zich richt tot potentiële klanten van adverteerder en niet tot haar huidige klanten. Gelet hierop kan niet geoordeeld worden dat de uiting misleidend is doordat Windtegoeden ten opzichte van huidige klanten een minder groot voordeel zullen opleveren dan ten opzichte van klanten die overstappen van een grote energieleverancier naar Windtegoeden.

Gelet op het bovenstaande komt de Commissie tot het oordeel dat de berekening van de in de uiting weergegeven kostenbesparing door Windtegoeden niet onaannemelijk is. Adverteerder had de berekening van deze kostenbesparing in de uiting uitvoeriger kunnen specificeren. De Commissie ziet hierin echter onvoldoende aanleiding om de uiting om die reden misleidend te achten. Aangenomen moet immers worden dat de gemiddelde consument in het bijzonder is geïnteresseerd in de totale kostenbesparing die mogelijk is. Uit het voorgaande volgt dat de uiting de consument hierover juist informeert en ook enig inzicht biedt in de berekening daarvan. De Commissie neemt verder nota van de mededeling van adverteerder dat op haar website een rekentool met uitleg zal worden geplaatst, waarvan zij een kopie heeft overgelegd. Nu onderdeel 1 van de klacht op grond van het voorgaande geen doel treft, wordt de klacht in zoverre afgewezen.

                               

Ten aanzien van onderdeel 2: Gebrekkige informatie

De Commissie begrijpt dit onderdeel van de klacht aldus dat klager de uiting misleidend acht nu hierin staat: “Met één Windtegoed wek je minstens 250 kWh per jaar aan stroom op. Dat garanderen we”, terwijl in de voorwaarden staat dat het contract wordt ontbonden zodra de windmolen onherstelbaar beschadigd is of indien de stroomproductie van het windpark waarvan de windmolen van de consument deel uit maakt gedurende 3 aaneengesloten maanden gemiddeld meer dan 25% lager is dan mag worden verwacht op basis van het voor die periode gemeten windaanbod. Adverteerder heeft aangevoerd dat de in de uiting gegarandeerde 250 kWh ook daadwerkelijk wordt gegarandeerd, behoudens zeer uitzonderlijke omstandigheden. De Commissie is van oordeel dat nu in absolute zin in de uiting staat: “Met één Windtegoed wek je minstens 250 kWh per jaar aan stroom op. Dat garanderen we”, terwijl vast staat dat er een (kleine) kans bestaat dat dit niet behaald wordt, sprake is van het verstrekken van onjuiste informatie over de voordelen van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b NRC. Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Op grond van het vorenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie acht op grond van hetgeen onder 6 is vermeld de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC en beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken