De bestreden reclame-uiting
Het betreft adverteerders huis aan huis verspreide folder waarin onder meer “Velux dakramen” worden aangeboden met de mededeling:
“50% korting, op=op!
aanbod verschilt per bouwmarkt”.
De klacht
In heel Zeeland en Brabant waren deze ramen niet verkrijgbaar. Sommige vestigingen deelden telefonisch mee slechts één exemplaar te hebben gekregen. Bij klaagsters, in Zeeland wonende, schoonzoon werd de folder pas bezorgd een paar dagen nadat zij telefonisch informatie bij adverteerder had ingewonnen. Hier is sprake van een lokkertje.
Het verweer
Toen de actie inging was de voorraad zo groot als een jaarvoorraad. De actie was zeer succesvol. De krant verschijnt op maandag al digitaal en valt op dinsdag op de deurmat. Bijna de hele voorraad was op dinsdag al verkocht. Bijbestellen was niet mogelijk, omdat de typenummers niet meer in productie zijn. Om zo goed mogelijk aan de vraag te kunnen voldoen, zijn tussen diverse vestigingen onderling nog dakramen geleverd. In de twee weken dat de actie liep, zijn evenveel Velux ramen verkocht als normaal in 1,5 jaar. De voorraad was eindig in verband met de komst van een nieuw model. Daarom is vermeld dat het “aanbod verschilt per bouwmarkt”, alsook “op=op”.
Van misleiding is geen sprake.
Het oordeel van de voorzitter
Klaagster heeft niet dan wel onvoldoende weersproken gesteld dat op 10 juli 2013, derhalve op de derde dag van de 14 dagen durende actie, in heel Zeeland en Brabant geen Velux dakramen meer verkrijgbaar waren. De in de uiting gemaakte voorbehouden duiden erop dat sprake is van een beperkte voorraad, maar dit neemt niet weg dat de ramen, mede gezien de aantrekkelijkheid van de actie en de in verband daarmee te verwachten belangstelling, in voldoende mate voorradig moeten zijn (geweest). Niet is echter gebleken dat in dit geval in de verschillende bouwmarkten aan dit vereiste was voldaan.
Blijkens het bovenstaande is in de uiting onvoldoende (duidelijke) informatie verstrekt over de beschikbaarheid van de ramen als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument hierdoor ertoe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, acht de voorzitter de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing
Op grond van het vorenstaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC en beveelt hij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.