a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Voeding en niet- alcoholhoudende dranken

Dossiernr:

2015/00204

Datum:

28-04-2015

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

Voeding en niet- alcoholhoudende dranken

Motivatie:

Subjectieve normen

Medium:

Audiovisuele Mediadiensten

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een televisiereclame voor het product “Ocean Cuisine lekkerbekjes”.

De uiting toont lekkerbekjes die uit de oven worden gehaald en aan tafel worden aangesneden. De lekkerbekjes hebben een bruin korstje en het getoonde deel van de binnenkant is wit. Tot slot verschijnen twee verpakkingen in beeld: “Traditionele lekkerbekjes” en “Lekkerbekjes in bierbeslag”. De verpakkingen bevatten beide een foto van een lekkerbekje, waarvan een klein deel onder het korstje is te zien; dit deel ziet er wit uit.

De gesproken tekst van de uiting luidt, voor zover relevant:

Voice-over: “Iglo presenteert: de goeie nieuwe tijd! Met in de hoofdrol: lekkerbekjes”.

Moeder tegen oma: “Zo, alsjeblieft mam”.

Oma: “Oh lekkerbekjes, die haalden we vroeger ook altijd bij de viskar”.

Kleinzoon: “Mamma haalt ze nu gewoon uit de oven.”

Moeder: “Hé, wijsneus.”

Oma: “Nee, je hebt helemaal gelijk, en ze smaken net zo lekker als vroeger”.

Kleinzoon: “Ja oma, goed hè, die goeie nieuwe tijd”.

 

De klacht

Klaagster heeft de volgende bezwaren.

1.

De uiting toont lekkerbekjes gemaakt van kabeljauwfilet. Klaagster bereidde het product volgens de aanwijzingen op de verpakking: oven 20 minuten op 220 graden Celsius. Het bereide product is zompig en valt in kleine vezeltjes uiteen. Er is geen sprake van moten zoals in de reclame voorgespiegeld. Bovendien ziet het product er grauw uit, waardoor het de vraag is of het koolvisfilet betreft. Het product is in werkelijkheid totaal niet van dezelfde kwaliteit als het product in de reclame. Klaagster legt verschillende foto’s over van het tweede stukje vis in de verpakking, “van verpakking tot bereid product”.

Bij bestudering van de ingrediënten blijkt het te gaan om 57% Alaska koolvis, samengesteld uit stukjes vis (zo staat het letterlijk op de verpakking) en voor de rest bijproducten zoals onder meer olie, meel en paneermeel. Door de moten die zichtbaar zijn op de verpakking wordt ten onrechte gesuggereerd dat er spierwitte kabeljauw in het product is verwerkt. Ook wordt ten onrechte gesuggereerd dat het product niet onderdoet voor de producten van de vakman. Klaagster acht de uiting misleidend.

2.

De toon van de kleinzoon is redelijk kleinerend, alsof oma “een beetje een zeur is met die goeie ouwe tijd”. Klaagster vindt de uiting kwetsend voor ouderen. Zij moeten maar “blij doen” over producten die in het geheel niet lijken op wat vroeger (en ook nu nog) bij de reguliere vishandelaar vers wordt verkocht.

Het verweer

De klacht is gemotiveerd weersproken.

Op het verweer zal worden teruggekomen in het oordeel.

Het oordeel van de Commissie

Met betrekking tot de verschillende bezwaren overweegt de Commissie het volgende.

Ad 1.

De Commissie deelt niet het standpunt van klaagster dat in de uiting de indruk wordt gewekt dat de aangeprezen Lekkerbekjes kabeljauwfilet bevatten. Noch de tekst van de uiting noch de beelden rechtvaardigen de conclusie dat in het onderhavige product kabeljauwfilet is verwerkt. Zoals klaagster bij bestudering van de ingrediënten heeft vastgesteld, en ook bij verweer is medegedeeld, bevat het product Alaska koolvis.

Bij verweer is namens adverteerder medegedeeld dat de foto op de (in de uiting getoonde) verpakking het product weergeeft dat daadwerkelijk wordt verkocht, namelijk Alaska koolvis, en dat Iglo op basis van streng intern (internationaal) beleid niet toestaat dat er een foto op de verpakking of in een commercial komt die niet overeenstemt met (de inhoud van) een product zoals dit door Iglo geleverd wordt. De Commissie ziet geen aanleiding om de juistheid van deze mededeling in twijfel te trekken.

In de uiting is witte visfilet zichtbaar, zowel bij het aansnijden van de vis als op de in de uiting getoonde verpakking. Dat rechtvaardigt echter nog niet de conclusie dat de vis in de uiting ten onrechte volledig wit is en niet in overeenstemming is met het product. In dit verband overweegt de Commissie dat klaagster heeft gesteld dat het door haar gekochte product er “grauw” uit zag en dat bij verweer is medegedeeld dat koolvis er van nature (ook) ietwat grauw uit kan zien. In een nadere toelichting op de kwaliteit van het product is namens adverteerder medegedeeld dat Alaska koolvisfilet een gemengde kleur heeft, in die zin dat sommige delen geheel wit zijn en andere delen licht gekleurd. Overigens wijst de Commissie erop dat enige overdrijving in reclame niet ongebruikelijk is.

Klaagster heeft nog gesteld dat het product in kleine vezeltjes uiteen valt en dat er geen sprake is van moten. De Commissie heeft kennis genomen van de bij de klacht overgelegde foto’s van het tweede stukje vis van het door klaagster gekochte product. De Commissie stelt vast dat kennelijk bij aanvang van de bereiding sprake is van een hele moot, en na bereiding van een aantal stukjes. Deze enkele foto’s geven de Commissie echter geen aanleiding om te oordelen dat het in de bestreden uiting getoonde bereide product geen getrouw beeld geeft van het product zoals dat er in het algemeen na bereiding uitziet.

Ten slotte vindt klaagster dat ten onrechte wordt gesuggereerd dat het product niet onderdoet voor de producten van de vakman. Kennelijk heeft klaagster het oog op de volgende uitspraken:

Oma: “Oh Lekkerbekjes, die haalden we vroeger ook altijd bij de viskar”.

Kleinzoon: “Mamma haalt ze nu gewoon uit de oven.”

Moeder: “Hé, wijsneus.”

Oma: “Nee, je hebt helemaal gelijk, en ze smaken net zo lekker als vroeger”.

Deze verwijzing naar de wijze waarop in elk geval “Oma” de smaak van het aangeprezen product ervaart, betekent niet dat de bestreden uiting een onjuiste suggestie inhoudt omtrent de kwaliteit van dit product enerzijds en de kwaliteit van een product van “de viskar” of de reguliere vishandelaar anderzijds.

Ad 2.

Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting nodeloos kwetsend is als bedoeld in artikel 4 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter van dat criterium. Met inachtneming van die terughoudendheid acht de Commissie de bestreden uiting niet ontoelaatbaar. De mededeling van de kleinzoon: “Ja oma, goed hè, die goeie nieuwe tijd” is duidelijk humoristisch bedoeld. Dat niet iedereen de uiting kan waarderen, betekent niet dat deze in strijd is met de NRC.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing

De Commissie wijst de klacht af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken