a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

(Gemotoriseerd) vervoer

Dossiernr:

2013/00869

Datum:

18-02-2014

Uitspraak:

CVB Aanbeveling Bevestigd (=Aanbeveling)

Product/dienst:

(Gemotoriseerd) vervoer

Motivatie:

Misl. Ontbrekende informatie

Medium:

Radio

Het College van Beroep:

De grieven

Het College vat deze als volgt samen.

Ten onrechte heeft de Commissie geoordeeld dat de uiting het vermoeden wekt dat bij de aankoop van een elektrisch aangedreven Opel Ampera het installeren van een op-laadpunt is inbegrepen. Er wordt in de radiocommercial uitsluitend gesproken over het krijgen van een oplaadpunt. Dat is uitsluitend de “hardware” en niet tevens het installeren daarvan. Opel geeft de installatie er wel in zekere mate bij. Dit is een voordeel voor de consument. Nu de aanleg van het oplaadpunt niet in de uiting wordt genoemd of gesuggereerd, heeft de actie een hogere waarde dan uit de uiting blijkt. Opel trekt de parallel met de aankoop van een digitale televisie of afwasmachine, waarbij de installatie evenmin bij de prijs is inbegrepen. Het is juist dat het budget dat Opel beschikbaar heeft voor de installatie van het oplaadpunt niet in alle gevallen toereikend is. Opel gaat uit van een basisinstallatie die voldoende is voor een standaard situatie. Alle klanten krijgen hetzelfde bedrag vergoed. Klanten met extra wensen, zoals geïntimeerde, dienen hiervoor te betalen. Opel acht dit logisch. De offerte viel bij geïntimeerde hoger uit omdat hij een laadpunt op paal wenste. Had geïntimeerde deze wens niet gehad, dan had hij twee werkende laadpunten zonder meerkosten gehad. De aankoop van een auto is voor de gemiddelde consument een grote uitgave waarover hij zich vooraf oriënteert. Ongetwijfeld is deze consument op de hoogte van het feit dat de vergoeding voor de installatie toereikend is bij een basisinstallatie. Dit wordt ook altijd vooraf gemeld bij de Opel dealers en staat duidelijk in de voorwaarden op de website van Opel en van “The New Motion”. Er zitten geen haken en ogen aan de campagne van Opel. Men krijgt meer dan men op grond van de uiting kan verwachten. 

Het antwoord in appel

Geïntimeerde heeft op het beroep gereageerd.

Het oordeel van het College

1.  In beroep is de vraag aan de orde of de Commissie de gewraakte uiting juist heeft uitgelegd, met name voor zover het betreft de mededeling “Bovendien krijgt u een oplaadpunt thuis en op het werk”. Meer in het bijzonder is de vraag aan de orde of de gemiddelde consument uit deze mededeling zal afleiden dat hij niet alleen “hardware” ontvangt, maar dat ook de installatie daarvan is inbegrepen. De Commissie heeft geoordeeld dat de uiting het vermoeden wekt dat bij de aankoop van een Opel Ampera de aanleg van een werkend oplaadpunt is inbegrepen, zowel thuis als op het werk. Het College onderschrijft deze uitleg. De mededeling dat men een oplaadpunt krijgt, zal de gemiddelde consument in de context van de gehele uiting aldus begrijpen, dat het om een werkend oplaadpunt gaat, derhalve een oplaadpunt inclusief installatie. Dit is ook de wijze waarop Opel zelf invulling geeft aan de uiting. Vaststaat immers dat zij het tot haar taak rekent aan de consument een werkend oplaadpunt aan te bieden, met dien verstande dat dit geldt voor zover de kosten van de installatie binnen het budget vallen dat Opel daarvoor reserveert. Op grond van het voorgaande treft de parallel die Opel trekt met de aankoop van een digitale televisie of afwasmachine geen doel.

2. In de uiting wordt niet gezegd dat voor het installeren van het oplaadpunt bepaalde voorwaarden gelden. Er wordt immers slechts in absolute zin gesproken over het “krijgen” van een oplaadpunt, zonder enige verwijzing naar voorwaarden. Voor de gemiddelde consument blijkt derhalve uit de bestreden uiting niet dat bepaalde voorwaarden gelden voor het “krijgen” van een oplaadpunt, laat staan waar deze kunnen worden geraadpleegd. Aldus kan de consument niet weten dat het krijgen van een oplaadpunt inhoudt dat er een bepaald budget voor de installatie is en dat men bij overschrijding van dit budget dient bij te betalen.

3. Dat deze informatie kennelijk wel elders beschikbaar is (Opel verwijst naar haar dealers alsmede naar haar website en die van “The New Motion”), neemt niet weg dat de radiocommercial de consument onvoldoende informeert over het feit dat voor het krijgen van een oplaadpunt bepaalde voorwaarden gelden en waar deze kunnen worden geraadpleegd. Deze informatie is relevant, nu Opel erkent dat het budget dat zij beschikbaar heeft voor de installatie van het oplaadpunt niet in alle gevallen toereikend is. De consument dient over het bestaan van de voorwaarden te worden geïnformeerd om te voorkomen dat onjuiste verwachtingen bij hem worden gewekt. Terecht heeft de Commissie op grond van het voorgaande geoordeeld dat sprake is van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code.

4. De grieven treffen geen doel. Derhalve wordt beslist als volgt.

De beslissing van het College van Beroep [18 februari 2014]

Het College bevestigt de beslissing van de Commissie.

 

[Hieronder volgt de beslissing waartegen beroep is ingesteld]

De Reclame Code Commissie

De bestreden reclame-uiting

Het betreft de radiocommercial waarin de elektrisch aangedreven Opel Ampera wordt aangeprezen. Daarin wordt onder meer gezegd:

“Bovendien krijgt u een oplaadpunt thuis en op het werk”.

 De klacht

Na aanschaf van een Opel Ampera bleken er kosten te worden berekend voor het installeren van de oplaadpunten indien het budget wordt overschreden. Op grond van de uiting verkeerde klager in de veronderstelling dat hij bij aankoop van een Opel Ampera een werkende laadpaal zou krijgen. In werkelijkheid krijgt men voor het installeren van een laadpunt thuis een budget van € 400,- en voor een laadpunt op het werk een budget van € 500,-. Omdat dit niet in de uiting wordt vermeld, acht klager deze misleidend.

Het verweer

Afgezien van het feit dat de actievoorwaarden duidelijk op adverteerders website staan, informeren de dealers de klant tevoren over de mogelijkheden en voorwaarden van het laadpunt thuis en op het werk. Dat is ook ten aanzien van klager gebeurd. In de uiting wordt niet gesproken van een laadpaal, maar van een laadpunt. Over installatie van de laadpunten wordt in de uiting niet gesproken. Omdat het aanbod wordt uitgebreid tot het installeren van het oplaadpunt, gaat adverteerder verder dan het in de uiting gedane aanbod. Van misleiding is derhalve geen sprake. Het spreekt vanzelf dat dit extra aanbod niet onbeperkt is. Het is naar redelijkheid beperkt tot de kosten van een basisinstallatie, zijnde een laadpunt, en in het overgrote deel van de installaties is het daarvoor ter beschikking gestelde budget toereikend. Adverteerder verwijst nogmaals naar de actievoorwaarden die op de website staan en die door de dealer worden overhandigd.

Het oordeel van de Commissie

De mededeling “Bovendien krijgt u een oplaadpunt thuis en op het werk” doet vermoeden dat bij de koop van een elektrisch aangedreven Opel Ampera de aanleg van een werkend oplaadpunt zowel thuis als op het werk is inbegrepen. Dit blijkt evenwel niet het geval te zijn. Adverteerder stelt voor de aanleg van deze oplaadpunten een bepaald budget ter beschikking, doch dit blijkt niet in alle gevallen toereikend te zijn. Onder deze omstandigheid acht de Commissie het niet juist om zonder enig voorbehoud in de uiting te stellen dat men een laadpunt thuis en op het werk “krijgt”. Adverteerder stelt dat in de uiting geen specifiek aanbod ten aanzien van de installatie van laadpunten wordt gedaan, maar de gewraakte mededeling kan moeilijk anders worden opgevat dan als een aanbod, bestaande uit het aanleggen van twee werkende oplaadpunten.

Adverteerder beroept zich op het verschil tussen een laadpunt en een laadpaal, doch naar het oordeel van de Commissie kan de gemiddelde consument niet geacht worden zich ten volle bewust te zijn van het tussen deze begrippen bestaande verschil. Voorts beroept adverteerder zich op de op adverteerders website staande informatie en voorwaarden, doch in de uiting ontbreekt een verwijzing naar de website. Tot slot acht adverteerder het vanzelfsprekend dat de kosten naar redelijkheid beperkt zijn, maar nu niets in de uiting duidt op enige beperking, kan ook dit beroep niet slagen.

Blijkens het voorgaande is sprake van een verborgen houden van essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen als bedoeld in artikel 8.3 onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

De beslissing van de Reclame Code Commissie van 2 december 2013

Op grond van het hierboven overwogene acht de Commissie de reclame-uitingen in strijd met artikel 7 NRC en beveelt zij adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken