a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Schoonheid, cosmetica en persoonlijke verzorging

Dossiernr:

2013/00084

Datum:

07-05-2013

Uitspraak:

VT bevestigd (=Aanbeveling)

Product/dienst:

Schoonheid, cosmetica en persoonlijke verzorging

Motivatie:

Misl. Prijs(vermelding)

Medium:

Buitenreclame

De bestreden reclame-uiting

 

Het betreft een billboardposter, waarop adverteerder melding maakt van een open dag op

20 januari 2013 met daarnaast, naast een doorgestreepte prijs van € 34,–, de ver­melding”

“€ 21,95 per maand*”. De asterisk achter de prijs verwijst naar de volgende in­formatie: “aanbieding geldig bij inschrijving op 20 januari 2013”.

 

De klacht

 

Klager heeft een rondleiding en ontmoetingsgesprek bij adverteerder gehad. Daarbij bleek dat het maandbedrag van € 21,95 alleen gedurende de eerste drie maanden geldt, en dat men daarna € 34,– per maand betaalt. Klager vindt de uiting niet transparant, nu deze een ander beeld schetst.

 

Het verweer

 

Adverteerder biedt verschillende lidmaatschappen met uiteenlopende prijzen aan. De sport­adviseur van adverteerder bekijkt samen met de klant welk abonnement het meest geschikt is. De klant heeft een vrije keuze voor hoelang hij het abonnement wenst af te sluiten. De aanbieding voor € 21,95 is voor drie maanden onbeperkt sporten. Dit was de keuze die het best bij klager paste. Voor klanten die zich aan een langere periode willen binden, is het ta­rief van € 21,95 langer van toepassing. Afhankelijk van het gekozen lidmaatschap betaalt de klant € 21,95 keer het aantal maanden. Van misleiding is geen sprake.

 

Het oordeel van de voorzitter van 27 februari 2013

 

1)  De voorzitter is, ook na het gevoerde verweer, van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende.

 

2)  In de uiting wordt een bedrag van € 21,95 per maand genoemd in plaats van het doorge­streepte tarief van € 34,–. Uit de uiting blijkt weliswaar dat deze aanbieding uitsluitend geldig is bij inschrijving op 20 januari 2013, maar niet dat sprake is van een tarief dat kennelijk uit­sluitend geldt voor de duur van het door de klant gekozen tijdelijke abonnement. De voor­zit­ter begrijpt dat men, indien men het tijdelijke abonnement wenst voort te zetten, vervol­gens

€ 34,– per maand dient te betalen. Dit staat niet in de uiting.

 

3)  Naar het oordeel van de voorzitter ontbreekt op grond van het voorgaande in de uiting es-sentiële informatie in de zin van artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC) in verbinding met artikel 8.4 aanhef en onder c NRC. Doordat niet uit de uiting blijkt dat het tarief uitsluitend geldt voor een bepaalde periode en evenmin uit de uiting blijkt dat deze uit­sluitend betrekking heeft op een tijdelijk abonnement, kan de gemiddelde con­su­ment zich niet een juist beeld vormen over de te sluiten transactie en is hij aldus on­vol­doen­de in staat om daarover een geïn­formeerd besluit te nemen. Het ge­bruik­te me­dium bevat geen rele­van­te beperking voor het kunnen vermelden van deze in­for­matie. Nu in de uiting deze informatie ontbreekt, is sprake van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC in verbinding met artikel 8.4 aanhef en onder c NRC. Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht zou kunnen worden een be­sluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden

is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

 

De beslissing van de voorzitter

 

Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaal­de in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt, voor zover nog nodig, adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

 

Het bezwaar tegen de beslissing van de voorzitter

 

De constatering van de voorzitter, dat het bedrag van € 21,95 niet geldt voor een abonnement voor onbepaalde tijd, is juist.

Op de open dag wordt gekeken welk programma het best bij een klant past. Als dit bijvoorbeeld een lidmaatschap voor 12 maanden is, dan betaalt men de eerste 3 maanden slechts € 21,95, ter kennismaking. Bevalt het, dan loopt het lidmaatschap door met de daarbij geldende tarieven. Wil de klant het abonnement na de “kennismaking” beëindigen, “dan wordt het lidmaatschap na deze periode van 3 maanden ontbonden”. Indien de Commissie mocht oordelen dat niet duidelijk is dat na de “aanbiedingsperiode” een ander tarief geldt, stelt adverteerder het geen bezwaar te vinden om voortaan door middel van een asterisk te verwijzen naar de tekst “vraag naar de voorwaarden”.

 

Het oordeel van de Commissie

Beoordeeld dient te worden of de voorzitter de uiting terecht in strijd met artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) heeft geoordeeld.

 

Uit de uiting krijgt men de indruk dat voor diegenen die besluiten om zich op 20 januari 2013 bij adverteerder in te schrijven niet het doorgestreepte bedrag van € 34,- per maand geldt, maar een bedrag van € 21,95 per maand.

Naar de voorzitter heeft begrepen en adverteerder niet heeft weersproken, geldt het bedrag van € 21,95 slechts voor de duur van een tijdelijk abonnement. Adverteerder stelt immers dat men “bijvoorbeeld van een lidmaatschap van 12 maanden, (..) zal men de eerste 3 maanden slechts € 21,95 betalen ter kennismaking”.

In de uiting staat niet en valt ook niet op te maken dat het bedrag van € 21,95 slechts geldt voor een tijdelijk abonnement. Dit is, naar het oordeel van de Commissie, essentiële informatie, die de consument nodig heeft om een weloverwogen besluit te nemen over een bepaalde transactie.

 

Blijkens het hiervoor overwogene is onvolledige informatie verstrekt als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c NRC.

Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. 

 

De beslissing van de Commissie van 7 mei 2013

 

De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter en acht het bezwaar ongegrond.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken