De bestreden reclame-uiting
Het betreft een advertentie in het Eindhovens Dagblad met de mededeling:
“Onbeperkt sporten zonder dat je ergens aan vast zit.
Het kan nu bij HealthCity!”
Elders in de uiting staat
– “Sporten v.a. €44,95 p.m.
– Niet tevreden, geld terug
– Elk moment opzegbaar”
De klacht
Klager maakt bezwaar tegen de mededeling “Onbeperkt sporten zonder dat je ergens aan vast zit”, omdat je in praktijk een 2 jarig contract dient af te sluiten en bij tussentijdse opzegging vast zit aan een ‘buy out’ regeling.
Het verweer
Adverteerder heeft verweer gevoerd. Op het verweer zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.
Het oordeel van de voorzitter
De voorzitter is, ook na het gevoerde verweer, van oordeel dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een aanbeveling te doen. Hij overweegt daartoe het volgende.
Naar het oordeel van de voorzitter zal de gemiddelde consument de mededeling “Onbeperkt sporten zonder dat je ergens aan vast zit” zo interpreteren, dat hij geen enkele additionele verplichting heeft indien hij zijn abonnement tussentijds wenst te beëindigen. Deze indruk wordt versterkt door de mededeling “elk moment opzegbaar” elders in de uiting.
Blijkens artikel 7.5 van de Algemene Voorwaarden HealthCity, en naar adverteerder erkent, is een abonnement vanaf €44,95 per maand echter alleen opzegbaar na een additionele betaling op basis van een herberekening van de abonnementskosten op basis van de daadwerkelijk afgenomen periode en de daarbij behorende hogere lidmaatschapsprijs (“buy out”). Deze financiële verplichting is in tegenspraak met hetgeen wordt medegedeeld in de uiting. Het feit dat in nauwelijks leesbare letters wordt verwezen naar de voorwaarden, doet hieraan niet af.
Blijkens het voorgaande is geen juiste informatie verstrekt over de voordelen als bedoeld onder b van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.
De beslissing van de voorzitter
Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.