a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2014/00787

Datum:

27-01-2015

Uitspraak:

VT (zonder opleggen aanbeveling)

Product/dienst:

Motivatie:

Strijd met wet

Medium:

Digitale marketing communicatie

De klacht

Klager maakt bezwaar tegen het feit dat hij reclame per sms van afzender blijft ontvangen hoewel hij aan afzender herhaaldelijk heeft kenbaar gemaakt dat hij niet meer door haar op deze wijze benaderd wil worden.

Het verweer

Dit kan als volgt worden samengevat. Uit overleg met betrokkenen blijkt dat sprake is geweest van een technische samenloop van omstandigheden. Afzender biedt hiervoor excuses aan. Afzender verwacht dat het probleem zich niet meer zal voordoen.

De repliek

Deze wordt als volgt samengevat. Klager schetst welke pogingen hij heeft ondernomen om niet langer reclame via sms van afzender te ontvangen, welke pogingen telkens vruchteloos bleken. Klager heeft uiteindelijk besloten elders klant te worden. Klager handhaaft de klacht omdat afzender geen verklaring heeft voor het feit dat zij ondanks alle afmeldingen toch telkens reclame via sms verzendt en hiermee blijft doorgaan toen klager was overgestapt naar een andere provider. De opt-out werkt bij afzender niet zoals het hoort. Klager eist dat afzender technische aanpassingen aanbrengt waardoor zij niet opnieuw in strijd met de opt-out reclame per sms zal verzenden.

De dupliek Deze wordt als volgt samengevat. Afzender betwist niet dat klager na zijn overstap naar een andere provider nog ongevraagd sms-berichten heeft ontvangen. Bij afzender heeft een uitvoerig onderzoek plaatsgevonden waaruit blijkt dat het hier om een zeer uitzonderlijk geval gaat. Door een samenloop van technische processen is de blokkade verwijderd die ervoor had moeten zorgen dat klager geen sms-berichten meer van afzender ontvangt. Afzender licht toe dat in haar datawarehouse door technische problemen de databases niet voor 100% werden gesynchroniseerd, precies op het moment toen klager naar een andere provider overging. Klager is toen per abuis aangemerkt als een nieuwe klant. Zeven dagen later was de overstap verwerkt, maar in de tussenliggende tijd is aan klager nog een sms-bericht verzonden. Afzender heeft de nodige correcties toegepast om herhaling te voorkomen. Op grond van dit laatste meent afzender dat de klacht moet worden afgewezen.

Het oordeel van de voorzitter

1) Nu er geen bijzondere reclamecode is waarin specifiek het verzenden van reclame per sms is geregeld (de Reclamecode SMS-dienstverlening bevat op dit punt geen bijzondere regeling), dient de onderhavige klacht beoordeeld te worden op basis van artikel 11.7 Telecommunicatiewet. Daarbij is niet in geschil dat klager klant van afzender is geweest en dat hij gebruik heeft gemaakt van het recht van verzet als bedoeld in artikel 11.7 lid 3 Telecommunicatiewet. Ingevolge het daarom van overeenkomstige toepassing zijnde artikel 41 lid 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens, diende afzender maatregelen te nemen om het verzenden van reclame per sms aan klager te staken. Niet in geschil is dat klager desondanks, ook nadat hij naar een andere provider was overgestapt, reclame per sms van afzender heeft ontvangen.

2) Afzender heeft zowel ten aanzien van de door klager op 12 juni 2014 ontvangen sms als de door hem op 22 oktober 2014 ontvangen sms gesteld dat sprake is van een technische samenloop van omstandigheden. Ten aanzien van laatstgenoemde sms heeft afzender uitvoerig toegelicht wat de oorzaak van de verzending was. De voorzitter oordeelt dat hetgeen afzender aldus heeft aangevoerd niet kan afdoen aan het feit dat zij door het blijven verzenden van reclame per sms aan klager nadat deze gebruik had gemaakt van het recht van verzet, heeft gehandeld in strijd met artikel 11.7 lid 3 Telecommunicatiewet in verbinding met artikel 41, tweede lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens. Hiermee is gegeven dat afzender reclame heeft gemaakt op een wijze die niet in overeenstemming met de wet is als bedoeld in artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code.

3) Wel is de voorzitter van oordeel dat afzender voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat in ieder geval ten aanzien van de op 22 oktober 2014 verzonden sms sprake is geweest van een ongelukkige samenloop van omstandigheden en dat zij vervolgens serieuze maatregelen heeft genomen om niet langer in strijd met de wet reclame per sms te verzenden. Nu de voorzitter het aannemelijk acht dat deze maatregelen inmiddels effect hebben gesorteerd en ook in de toekomst effect zullen sorteren, zal hij gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande is de voorzitter van oordeel dat afzender heeft gehandeld in strijd met artikel 2 NRC.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken