a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

niet-commerciele reclame

Dossiernr:

2012/00638E

Datum:

20-07-2012

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

niet-commerciele reclame

Motivatie:

Subjectieve normen

Medium:

Audiovisuele Mediadiensten

De bestreden reclame-uiting

 

Het betreft een televisiecommercial, waarin Diederik Samsom, partijleider van de PvdA, toelicht waarom hij de politiek in is gegaan en hoe hij de politiek bedrijft. Samsom is in de commercial onder meer te zien in zijn thuissituatie met zijn vrouw en twee kinderen, terwijl hij onder andere zegt:

“Mijn kinderen bepalen mede wie ik ben en hoe ik politiek bedrijf. De volgende generatie heeft voor mij twee heel concrete gezichtjes.

(…)

Ik geloof in de kracht van mensen. Ik geloof dat we samen tot grote dingen in staat zijn. Samen Nederland sterker en socialer maken. Thuis komt dat soms heel dichtbij. Mijn dochtertje is geboren met een handicap. Met heel veel oefenen en hulp van buitenaf komt ze er wel, want ze heeft het doorzettingsvermogen van een dieseltrein. Lopen kan ze al, en aan rekenen en schrijven werken wij nu hard.

(…)

Goede zorg, het beste onderwijs, een duurzame economie.

Voor mijn kinderen, voor hun leeftijdgenootjes, voor de toekomst. Daar strijd ik voor, met alles wat ik in me heb.”

 

De klacht

 

Het nodeloos gebruik maken van het gehandicapte dochtertje van Diederik Samsom in de televisiespot voor de verkiezingscampagne is smakeloos en onrespectvol en in strijd met het fatsoen. Klager betwijfelt sterk of het meisje toestemming heeft gegeven voor het gebruik van haar naam en toenaam in deze reclame. Dit is in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Bovendien is sprake van ongepaste beïnvloeding als bedoeld in artikel 14.1 NRC, omdat de gemiddelde consument zich door de spot moreel verplicht kan voelen de dochter van Samsom te steunen door zijn stemgedrag te wijzigen in het voordeel van de PvdA.

 

De mondelinge behandeling

 

Mr. Van den Brink heeft aan de hand van een pleitnota het standpunt van de PvdA toegelicht. Dit standpunt wordt als volgt samengevat.

Volgens vaste jurisprudentie stelt de Commissie zich bij de beoordeling van klachten die betrekking hebben op subjectieve normen terughoudend op. In het onderhavige filmpje, waarin de kinderen van Samsom op een integere manier worden getoond, zijn de grenzen van het toelaatbare niet overschreden. Samsom heeft er ook voorafgaand aan deze spot nooit een geheim van gemaakt dat zijn dochter een handicap heeft. In de spot wordt zij niet als zielig neergezet, maar wordt juist haar kracht benadrukt. Het is uitsluitend aan de ouders van een kind, gehandicapt of niet, te bepalen wat wel en niet in het belang van hun kind is. De Commissie is niet bevoegd te treden in de vrijheid van ouders om beslissingen te nemen over hun kinderen.

Er is evenmin sprake van strijd met artikel 14.1 NRC. Consumenten worden niet op ongepaste wijze beïnvloed of agressief bejegend om op de PvdA te stemmen.

 

Het oordeel van de Commissie

 

Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met criteria zoals de goede smaak of het fatsoen, zoals klager kennelijk met zijn klacht bedoelt, stelt de Commissie zich terughoudend op. In een dergelijk geval dient immers te worden getoetst aan subjectieve normen waarbij, anders dan bij objectieve normen, de persoonlijke waardering een belangrijke rol speelt. Bij toetsing van een uiting aan subjectieve normen beoordeelt de Commissie of volgens huidige maatschappelijke opvattingen de grenzen van het toelaatbare zijn overschreden. Voorts is van belang dat in het onderhavige geval sprake is van een reclame-uiting van een politieke partij. Indien een dergelijke uiting voor denkbeelden in strijd met de Nederlandse Reclame Code (NRC) wordt bevonden, dan kan de Commissie de adverteerder slechts vrijblijvend adviseren zich voortaan van een dergelijke wijze van reclame maken te onthouden. 

 

In de on­derhavige televisiespot presenteert Diederik Samsom zijn politieke visie en verwijst daarbij onder meer naar zijn dochter die een handicap heeft. Het is de keuze van Samsom om in het kader van de verkiezingscampagne een kijkje te geven in zijn gezinssituatie. Niet kan worden geoordeeld dat de wijze waarop hieraan invulling is gegeven, op grond van het loutere feit dat sprake is van een gehandicapt kind, in strijd met de goede smaak en het fatsoen is. Ongeacht hoe men denkt over het laten figureren van familieleden in een commercial als de onderhavige en de mogelijke gevolgen die dit wellicht in de toekomst voor de betrokkene(n) kan hebben, geldt naar het oordeel van de Commissie dat niet reeds daardoor sprake is van een reclame-uiting die naar hedendaagse maat­schap­pelijke opvattingen als ontoelaatbaar moet worden beschouwd.

 

Naar het oordeel van de Commissie is geen sprake van agressieve reclame wegens ongepaste beïnvloeding in de zin van artikel 14.1 NRC.

 

Gelet op het vorenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

 

De Commissie wijst de klacht af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken