De bestreden reclame-uiting

Het betreft een televisiecommercial van Hornbach waarin een man te zien is in een Hornbach-winkel. De man leest hardop de tekst van een reclamebord op: “Gegarandeerd altijd de laagste prijs. Als je bij een concurrent een identiek artikel vindt dat goedkoper is, dan krijg je het bij ons voor dezelfde prijs. Dat gelooft toch niemand?!” Direct daarop krijgt hij een pets met de hand op zijn mond. Vervolgens verschijnt, onder het geluid van petsen, de tekst:

 “Hand erop
Hornbach verslaat alle prijzen.”

Vervolgens zegt de man: “En nog eens 10% extra korting voor je tip!”

Ten slotte verschijnt de volgende tekst in beeld:
“Hornbach. Er is altijd wat te doen.”

Samenvatting van de klacht

Klaagster maakt bezwaar tegen het feit dat de man zogenaamd klappen op zijn gezicht krijgt omdat hij een eigen mening verkondigt. Klaagster vindt het niet kunnen dat daar geweld bij gebruikt wordt. Dit is volgens haar slecht voor de maatschappij waarin we volgens haar juist af moeten van elke vorm van geweld.

Het oordeel van de voorzitter

In de televisiecommercial krijgt de hoofdrolspeler, op het moment dat hij in een winkel van adverteerder luidruchtig een aanbieding ongeloofwaardig noemt, een pets op zijn mond.

Duidelijk is dat het hier om een grap gaat die aansluit bij de mededeling “hand erop”, en dat het niet de bedoeling van adverteerder is om in ernst een mishandeling uit te beelden, al dan niet met betrekking tot het uiten van een mening. De voorzitter heeft begrip voor het feit dat niet iedereen een dergelijke vorm van humor zal waarderen. Van gevaar voor navolging is geen sprake, reeds omdat duidelijk een absurde situatie is uitgebeeld. Nu niet kan worden gezegd dat de televisiecommercial de grens van het toelaatbare te buiten gaat, wordt beslist als volgt.

De beslissing van de voorzitter

Gelet op het bovenstaande wijst de voorzitter de klacht af.