a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

(Financiele) dienstverlening

Status:

Dossiernr:

2023/00231

Datum:

09-10-2023

Uitspraak:

VT bevestigd zonder aanbeveling = RCC toewijzing zonder aanbeveling

Product/dienst:

(Financiele) dienstverlening

Motivatie:

Verspreiding

Medium:

Digitale Marketing Communicatie

De klacht

Klager is niet bekend met adverteerder en heeft desondanks e-mail met reclame van haar ontvangen. Volgens klager is zijn e-mailadres gekocht.

 

Samenvatting van de reacties van adverteerder en haar affiliate partner

 
De webpagina waarnaar wordt verwezen in de e-mail is geen eigendom van adverteerder en zij heeft klager niet gemaild. Naar aanleiding van de klacht heeft adverteerder een onderzoek ingesteld naar de partij die namens haar heeft gemaild. Adverteerder maakt gebruik van partners die haar dienstverlening promoten in ruil voor een vergoeding bij een succesvolle aanmelding. Met deze partners heeft adverteerder duidelijk afgesproken dat zij alleen mogen mailen als het e-mailadres is verkregen middels de wettelijke vereisten. Adverteerder heeft een bewijs van opt-in opgevraagd bij haar partner en legt dit over.
 
De betreffende partner, ook wel een zogeheten affiliate netwerk, waar de feitelijke verzender van de bestreden e-mail deel van uitmaakt, werft leads voor adverteerder door middel van onder meer e-mail marketing. Deze partner maakt hiervoor ook gebruik van verschillende partners. Haar partners hebben voorafgaand aan de samenwerking een verklaring afgelegd dat zij ervoor instaan dat zij hun database op een legale en wettige manier hebben samengesteld. Dit betekent dat alle personen in hun database een opt-in hebben gegeven, waarbij zij toestemming hebben gegeven e-mailmarketing te ontvangen van deze betreffende partner. Dit is ook het geval bij klager. Zij heeft klager tevens uit de database laten verwijderen.

 

Samenvatting van de beslissing van de voorzitter van 19 juli 2023

De voorzitter heeft de klacht toegewezen en heeft daartoe – kort samengevat – overwogen dat niet is komen vast te staan dat adverteerder aan klager reclame via e-mail mocht toezenden, waardoor adverteerder in strijd met artikel 1.3.a Code e-mail heeft gehandeld. Het door adverteerder overgelegde document met een opt-in is ontoereikend om te dienen als bewijs dat klager de vereiste actieve toestemming heeft verleend voor het ontvangen van reclame. Nu adverteerder het e-mailadres van klager inmiddels uit de database (van haar partner) heeft laten verwijderen, blijft een aanbeveling achterwege.

 

Het bezwaar van adverteerder tegen de beslissing van de voorzitter

De overgelegde informatie omtrent opt-in (de datum, het tijdstip, het IP-adres, de website waarop toestemming is gegeven en het e-mailadres van klager) wordt ontoereikend geacht om te dienen als bewijs. Uit een eerdere uitspraak (dossiernummer 2019/00251) volgt echter dat een time-tracking stamp met datum, tijdstip, land, soort toestemming en e-mailadres in combinatie met een toelichting daarop wel voldoende wordt geacht om aan te nemen dat opt-in is verkregen.

Vanuit adverteerder worden alleen commerciële berichten verstuurd als de desbetreffende ontvanger zijn of haar e-mailadres zelf heeft ingevuld op de website. Uit het overgelegde document met opt-in blijkt dat klager zich op 23 januari 2022 heeft geabonneerd door zijn e-mailadres in te vullen op de webpagina waar men zich kan aanmelden voor de nieuwsbrief. Klager heeft wel degelijk door middel van een actieve handeling toestemming gegeven voor het versturen van commerciële berichten, aldus adverteerder.

 

De reactie van klager op het bezwaar

Volgens klager is adverteerder niet met nieuwe argumenten gekomen. Klager blijft daarom bij zijn standpunt en zijn reactie strekt tot bevestiging van de uitspraak van de voorzitter.

 

Het oordeel van de Commissie

1. Kern van de klacht is dat de bestreden e-mail in strijd met artikel 1.3.a Code e-mail is verzonden omdat klager geen toestemming voor ontvangst van reclame via e-mail aan adverteerder heeft gegeven. Volgens adverteerder heeft klager hier wel degelijk door middel van een actieve handeling toestemming voor gegeven door zich aan te melden voor de nieuwsbrief. De Commissie overweegt hierover als volgt.

2. Het door adverteerder overgelegde document van de gestelde toestemming van klager betreft een opt-in via de website http://thecouponparty.com/.index-2-nl.html. Uit dit document en de voornoemde website leidt de Commissie af dat klager zich blijkbaar eerder heeft geabonneerd op de nieuwsbrief van The Coupon Party. Hieruit blijkt echter nog niet dat klager toestemming heeft gegeven aan adverteerder, dan wel aan haar affiliate partner, voor het ontvangen van reclame via e-mail. The Coupon Party is immers een andere entiteit en niet is gebleken wat de relatie tussen adverteerder en/of haar affiliate partner en deze partij is. Bij het geven van toestemming voor het ontvangen van reclame via e-mail dient de ontvanger hiervan zich ervan bewust te zijn wat de reikwijdte van deze toestemming is. Niet is gebleken dat adverteerder, dan wel haar affiliate partner, onder de reikwijdte van de gegeven toestemming voor de nieuwsbrief van The Coupon Party valt. Gelet op het voorgaande is niet komen vast te staan dat adverteerder over de vereiste toestemming beschikt voor het (laten) verzenden van reclame via e-mail, zoals bedoeld in artikel 1.3a Code e-mail. Het had op de weg van adverteerder gelegen om aannemelijk te maken dat er sprake is van zodanige toestemming.  

3. Het bovenstaande brengt met zich mee dat niet is voldaan aan de eisen waaronder reclame via e-mail mag worden toegezonden en hierdoor heeft adverteerder gehandeld in strijd met artikel 1.3.a Code e-mail. De Commissie beslist als volgt.

 

De beslissing

De Commissie acht het bezwaar ongegrond en bevestigt de beslissing van de voorzitter dat adverteerder heeft gehandeld in strijd met artikel 1.3.a Code e-mail.

 

[Hieronder volgt de beslissing van de voorzitter d.d. 19 juli 2023]

De klacht

Klager is niet bekend met adverteerder en heeft desondanks twee e-mails (met reclame) van haar ontvangen. Volgens klager is zijn e-mailadres gekocht. 

 

De reactie van adverteerder en haar affiliate

De webpagina waarnaar wordt verwezen in de e-mail is geen eigendom van adverteerder en zij heeft klager niet gemaild. Naar aanleiding van de klacht heeft adverteerder een onderzoek ingesteld naar de partij die namens haar heeft gemaild. Adverteerder maakt gebruik van partners die haar dienstverlening promoten in ruil voor een vergoeding bij een succesvolle aanmelding. Met deze partners heeft adverteerder duidelijk afgesproken dat zij alleen mogen mailen als het e-mailadres is verkregen middels de wettelijke vereisten. Adverteerder heeft een bewijs van opt-in opgevraagd bij haar partner en legt deze over.

De betreffende partner, ook wel een zogeheten affiliate netwerk, waar de feitelijke verzender van de bestreden e-mail deel van uitmaakt, werft leads voor adverteerder middels onder meer e-mail marketing. Deze partner maakt hiervoor ook gebruik van verschillende partners. Haar partners hebben voorafgaand aan de samenwerking een verklaring afgelegd dat zij ervoor instaan dat zij hun database op een legale en wettige manier hebben samengesteld. Dit betekent dat alle leden in hun database een opt-in hebben gegeven, waarbij zij toestemming hebben gegeven e-mailmarketing te ontvangen van deze betreffende partner. Dit is ook het geval bij klager. Zij heeft klager tevens uit de database laten verwijderen. 

 

De repliek van klager

Het overgelegde bewijs van de opt-in is van anderhalf jaar geleden en voor klager moeilijk na te gaan. Klager is niet bekend met deze partij en heeft hier in ieder geval geen gegevens bij ingevuld. 

 

De dupliek van de affiliate van adverteerder

Inschrijven voor een nieuwsbrief kan alleen door het invullen van gegevens via het invulformulier en akkoord te gaan met de voorwaarden voor ontvangst van de nieuwsbrief, de opt-in. Anders kan de betreffende partner ook niet aan de gegevens van klager gekomen zijn, dit kan alleen middels een ingevuld formulier. De overgelegde opt-in gegevens van haar partner zijn het bewijs van toestemming op basis waarvan klager de e-mail heeft ontvangen. Inmiddels heeft de partner het verzoek om klager te verwijderen uit haar database uitgevoerd en bevestigd. Klager zal geen e-mail meer van haar partner ontvangen.

 

Het oordeel van de voorzitter  

1. De vraag die centraal staat is of adverteerder aan klager reclame via e-mail mocht toezenden. Daarbij gaat het in het bijzonder om de vraag of klager door middel van een actieve handeling voorafgaand aan het verzenden van de bestreden e-mail hiervoor toestemming heeft verleend, zoals vereist op grond van artikel 1.3.a Code e-mail. Klager stelt dat hij nooit actieve toestemming heeft gegeven aan adverteerder. Gelet op die stelling ligt het op de weg van adverteerder om voldoende aannemelijk te maken dat klager wél de benodigde toestemming aan haar heeft gegeven. Op haar rust immers de bewijslast met betrekking tot de verleende toestemming. Dit volgt uit artikel 1.3.a Code e-mail, zoals dat artikel in verbinding met artikel 11.7 lid 1 van de Telecommunicatiewet dient te worden uitgelegd. Laatstgenoemde bepaling houdt in dat de verzender dient te kunnen aantonen dat de ontvanger toestemming heeft verleend voor, in dit geval, het toezenden van reclame via e-mail.

2. Adverteerder heeft gesteld dat uit onderzoek door haar is gebleken dat haar partner, die de bestreden e-mail heeft verzonden aan klager, hiervoor zijn opt-in had verkregen en heeft hiertoe een document overgelegd. Deze informatie omtrent de ‘opt-in’, luidende een datum, tijdstip, IP-adres, website en e-mailadres, is ontoereikend om te dienen als bewijs waaruit specifiek blijkt dat klager de vereiste actieve toestemming heeft verleend voor het ontvangen van reclame, mede in het licht van de gemotiveerde betwisting hiervan door klager. Nu adverteerder hiertegenover geen additionele informatie ter bewijs heeft aangedragen, oordeelt de voorzitter dat niet is komen vast te staan dat adverteerder aan klager reclame via e-mail mocht toezenden. Hieruit volgt dat adverteerder in strijd met artikel 1.3.a Code e-mail heeft gehandeld. Anders dan adverteerder lijkt te veronderstellen, is adverteerder verantwoordelijk voor het handelen in strijd met dit artikel. Het uitbesteden van het verzamelen van e-mailadressen en het verzenden van e-mails door derden aan die adressen doen immers niet af aan de verplichtingen die ingevolge de Code e-mail op adverteerder rusten. 

3. De voorzitter heeft kennis genomen van de mededeling van adverteerder dat zij het e-mailadres van klager uit de database van haar affiliate heeft laten verwijderen. Nu adverteerder aannemelijk heeft gemaakt dat zij ervoor heeft gezorgd dat klager geen ongevraagde communicatie meer van of namens haar zal ontvangen, zal de voorzitter gebruik maken van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep, zodat een aanbeveling achterwege blijft en volstaan wordt met te oordelen als volgt.

 

De beslissing

Op grond van het voorgaande heeft adverteerder gehandeld in strijd met artikel 1.3.a Code e-mail. 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken