a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

(Niet)-commerciele reclame

Dossiernr:

2020/00545

Datum:

21-12-2020

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

(Niet)-commerciele reclame

Motivatie:

Subjectieve normen

Medium:

Audiovisuele Mediadiensten

De bestreden uiting

 

Het betreft een televisiereclame van Stichting Platform Zorg voor Leven.

Daarin vertelt een vrouw, met op de voorgrond vele waxinelichtjes:

“Ieder jaar geraken duizenden vrouwen onbedoeld zwanger. Ik was één van hen. Vaak krijgen zij, net als ik, geen informatie over de beschikbare hulp. Ik begrijp dat niet, want een abortus heeft impact, op je eigen leven, maar ook op het leven van je kindje dat abrupt wordt afgebroken. Soms lijkt het alsof hier een taboe op rust, dat je er niet over mag praten. Maar laten we dat nu eens wel doen. Kijk op weekvanhetleven.nl.

Tot slot verschijnt in beeld: het logo van “Week van het Leven”, www.weekvanhetleven.nl en “#weekvanhetleven”.

 

De klacht

 

De klacht wordt als volgt samengevat.

Klaagster vindt de reclame “enorm onethisch”. Zij voert hiertoe het volgende aan.

Abortus wordt afgeschilderd als onjuiste keuze; je doodt je kind. Men is echter vrij om te kiezen voor abortus. Wat dit betreft zouden er op de landelijke televisie geen voor- of tegenreclames moeten worden uitgezonden.  

 

Het verweer

 

Het verweer wordt als volgt samengevat.

De Week van het Leven is een jaarlijks evenement waarin adverteerder op een positieve wijze aandacht vraagt voor de beschermwaardigheid van het ongeboren leven en de hulp en ondersteuning die mogelijk is voor onbedoeld zwangere vrouwen.
Adverteerder realiseert zich goed dat het maatschappelijke gesprek over betere hulp aan moeder en kind raakt aan diepe menselijke gevoelens en ervaringen. Daarom hecht zij er sterk aan om heel zorgvuldig te zijn in haar woordkeuze. Zij veroordeelt niemand, ook niet de vrouwen die een
abortus provocatus hebben ondergaan of overwegen. Sterker, adverteerder wil hen juist helpen en steunen.
Op adverteerders website is uitvoerig toegelicht wat het doel van de onderhavige campagne (via STER, krantenadvertenties, billboards en online) is en welke professionele hulp en steun vrouwen van adverteerder kunnen krijgen.
 
Adverteerder is het oneens met klaagster.
 
Het is waar dat adverteerder tegen abortus is. Abortus is geen oplossing en daar communiceert adverteerder open en eerlijk over, zo stelt zij. Adverteerder ziet haar boodschap echter vooral als een positieve boodschap voor het leven en voor betere hulp aan de moeder bij onbedoelde zwangerschap. Zij wil op een positieve manier het gesprek voeren over de beschermwaardigheid van ongeboren kinderen en de alternatieven die er voor abortus zijn. Via haar website biedt adverteerder daadwerkelijk hulp aan, en zij heeft dit jaar al diverse vrouwen geholpen naar aanleiding van de campagne. Adverteerder hoopt dat iedereen die de boodschap ziet hierover wil nadenken. Als dat ertoe leidt dat meer vrouwen kiezen voor hulp in plaats van abortus, zou dat heel waardevol zijn, aldus adverteerder.
 
Naar aanleiding van klaagsters stelling dat vrouwen een keuze hebben wat betreft abortus, merkt adverteerder op dat in de Wet afbreking zwangerschap staat dat abortus alleen in een onontkoombare situatie is toegestaan. Hoewel het zelfbeschikkingsprincipe bij abortus een grote rol speelt in de beslissing van de vrouw, bestaat er juridisch geen recht op abortus. Het recht op leven is daarentegen een basismensenrecht. Zelfbeschikking is ook een belangrijk onderliggend beginsel in de rechtspraak, maar het recht op individuele zelfbeschikking is in geen enkel verdrag erkend als mensenrecht. In de Memorie van Toelichting wordt gesproken over een recht van de vrouw op hulp bij een ongewenste zwangerschap, hetgeen iets anders is dan een onvoorwaardelijk recht op abortus, aldus adverteerder.
 
In de bestreden televisiereclame is vermeld dat door abortus het leven van het ongeboren kindje  abrupt wordt afgebroken. Dat is wat er daadwerkelijk gebeurt. Adverteerder is van mening dat het gesprek moet worden gevoerd over de verdrietige realiteit die achter een abortus schuilgaat voor moeder en kind. Dat er jaarlijks 30.000 abortussen plaatsvinden en er 30.000 vrouwen zijn die zich in een noodsituatie bevinden, vindt adverteerder te belangrijk om achterwege te laten.
 
Klaagsters standpunt dat er rond het thema ‘abortus’ geen boodschappen vertoond zouden mogen worden, acht adverteerder in het licht van de vrijheid van meningsuiting een bijzondere
stellingname.
 
Tot slot merkt adverteerder op dat zij het jammer vindt dat klaagster direct de onderhavige klacht heeft ingediend, zonder eerst contact te zoeken met adverteerder. Zij biedt aan alsnog een gesprek met klaagster te voeren.
 
 
 
De mondelinge behandeling
 
Het standpunt van adverteerder is mondeling toegelicht.
 

Het oordeel van de Commissie

 

De Commissie vat de klacht op in die zin dat klaagster de bestreden uiting nodeloos kwetsend en/of in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen acht. Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met (één van) deze criteria stelt de Commissie zich terughoudend op, gelet op het subjectieve karakter daarvan. Met inachtneming van deze terughoudendheid oordeelt zij als volgt over de onderhavige televisiereclame.

 

In deze uiting vraagt een vrouw, sprekend uit eigen ervaring, aandacht voor vrouwen die onbedoeld zwanger raken. In dit verband stelt zij dat er vaak gebrek aan informatie is over hulp die beschikbaar is in geval van onbedoelde zwangerschap en dat een abortus “impact” ofwel ingrijpende gevolgen heeft. Vervolgens bepleit de vrouw om geen taboe te laten rusten op (de gevolgen van) onbedoelde zwangerschap, maar erover te praten, gevolgd door de aansporing “Kijk op weekvanhetleven.nl”.

 

Naar het oordeel van de Commissie zal de gemiddelde kijker uit het geheel van de uiting begrijpen dat adverteerder geen voorstander is van abortus. Het staat adverteerder op zichzelf vrij om in een televisiereclame uiting te geven aan dit standpunt. Verder leidt de wijze waarop dat in dit geval gebeurt niet tot het oordeel dat de reclame ontoelaatbaar is, ook al kan deze reclame over een gevoelig onderwerp als het onderhavige als indringend worden ervaren. Meer in het bijzonder wordt niet gesteld of gesuggereerd dat men niet vrij zou zijn in de keuze om al niet een abortus te ondergaan noch wordt een abortus als een “onjuiste keuze” afgeschilderd.  

 

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist. 

 

De beslissing

 

De Commissie wijst de klacht af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken