a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Nutsvoorzieningen

Status:

Dossiernr:

2023/00052

Datum:

27-03-2023

Uitspraak:

Aanbeveling

Product/dienst:

Nutsvoorzieningen

Motivatie:

Misleiding Ontbrekende informatie

Medium:

Radio

De bestreden reclame-uitingen

Gelet op de behandeling ter zitting beschouwt de Commissie de volgende uitingen als de door Eneco bestreden uitingen:

I. een tv-commercial waarin wordt gezegd:

“De stroomprijs verandert elk uur het hele jaar door. Waarom betaal je dan altijd nog dat hoge vaste tarief, en profiteer je niet van de goedkope momenten? Probeer Frank Energie. Energie tegen inkoopprijzen.”

II. een radiocommercial, waarin wordt gezegd:

“Frank Energie, energie tegen inkoopprijs. Nooit meer verrassingen achteraf.”

III. een radiocommercial, waarin wordt gezegd:

“Is uw vaste of variabele contract twee keer zo duur geworden? Switch naar Frank Energie en bespaar honderden euro’s per jaar. Frank Energie, energie tegen inkoopprijzen.”

IV. een Facebookbericht (d.d. 28 januari 2021) met de volgende tekst:

“Bij Frank Energie hanteren we groothandelsprijzen, ook wel spotprijzen of dynamische prijzen genoemd. Dat zijn uurprijzen voor stroom en dagprijzen voor gas. Die brengen we zonder marge in rekening. Zo verdienen we niet aan je verbruik en zo krijg jij de inkoopprijs zoals die ook voor energiebedrijven geldt.”

V. een Facebookbericht (d.d. 2 december 2020) met de volgende tekst:

“Om je niet onnodig op kosten te jagen hanteren we geen vaste prijzen. Dat is namelijk duur. Je betaalt dan voor allerlei risico’s die het energiebedrijf neemt en ook voor de kosten die zij maakt om die te vermijden (complexe systemen, handelaren, bonussen). Wij hanteren daarom de publiek beschikbare spotprijzen of groothandelsprijzen. […] Verder berekenen we alle overige kosten, zoals netbeheer, belastingen en heffingen één-op-één door, zonder opslag of marge.”

VI. een bericht op Instagram (instagram.com/frankenergienl d.d. 14 juli 2021) met de volgende tekst: “De spotprijs is de prijs waarvoor energieleveranciers zelf inkopen op de handelsbeurs. Neem ook energie tegen spotprijzen!”

VII. een uiting op de website www.frankenergie.nl, onder het kopje “lage kosten” met de volgende tekst: “Bij ons betaal je de inkoopprijs voor energie. Die rekenen we één-op-één af. We verdienen dus niets aan jouw verbruik.”

VIII. een uiting op de subpagina “Goedkoop” van de website www.frankenergie.nl (d.d. 10 januari 2022), met de volgende tekst: “Bij ons betaal je voor je energie de dynamische inkoopprijs. Dat doen we om energie zo goedkoop mogelijk voor je te maken. Je koopt energie in op de groothandelsmarkt voor dezelfde prijs als de grote energieleveranciers. We maken daar geen marge op. Die prijs verandert elk uur voor stroom en iedere dag voor gas. Bij andere leveranciers betaal je een tarief dat altijd hetzelfde is en gedurende een periode vast staat. Wat je bij Frank betaalt is dus afhankelijk van de prijsontwikkeling. In de meeste gevallen ben je goedkoper uit dan bij een vast en variabel contract.”  

IX. een uiting (eveneens) op de subpagina “Goedkoop” van de website www.frankenergie.nl, met de volgende tekst: “Voordeliger dan vast en variabel. Bij Frank ben je goedkoper uit én krijg je geen vervelende verrassingen achteraf. Je betaalt maandelijks alleen nog maar voor je werkelijke kosten. En voor onze energie vragen we de inkoopprijs. Dat is dezelfde prijs als waar alle grote energiemaatschappijen hun gas en stroom voor inkopen. Die brengen we in rekening zonder marge.”

X. een uiting (eveneens) op de subpagina “Goedkoop” van de website www.frankenergie.nl, met de volgende tekst: “Bij ons betaal je de inkoopprijs. (…) Zo zit je bij Frank niet vast aan een hoog jaar- tarief en kun je extra besparen door je verbruik te verschuiven naar de goedkope uren. Als het bijvoorbeeld hard waait of wanneer de zon veel schijnt, is er een energieoverschot en dat drukt de prijs. Dat werkt natuurlijk ook andersom zo. Nu de inkoopprijs van gas hoog is, betaal je bij Frank ook wat meer. Maar vermoedelijk minder dan wanneer je al een tijd bij dezelfde leverancier een variabel contract hebt.”

XI. een uiting op Facebook waarin staat: “Wat kost een warm huis deze winter?” Met daaronder: “Frank: € 5,15

Budget: € 12,00

Mega: € 13,30

Essent: € 19,90

Eneco: € 20,85

Op basis van de energietarieven op 24 oktober 2022.”

XII. een uiting op Facebook waarin staat: “Wat kost een opgeladen auto?” Met daaronder:

“Frank: € 33,75 vandaag

Budget: € 45,00

Mega: € 45,75

Essent: € 51,00

Eneco: € 64,50

Op basis van de energietarieven op 28 november 2022.”

 

De klacht

De klacht van Eneco tegen de verschillende uitingen van Frank Energie, zoals schriftelijk ingediend en nader toegelicht ter zitting, kan als volgt worden samengevat.

Kern van de klacht is dat in de uitingen geen of te weinig context wordt gegeven. Frank Energie doet het in haar uitingen voorkomen dat consumenten elektriciteit en gas tegen de inkoopprijzen van Frank Energie kunnen afnemen, zonder marge. Dat is onjuist, er wordt wel degelijk een marge in rekening gebracht, maar die wordt “weggemoffeld” in de “maandelijkse vaste vergoeding”, aldus Eneco. In de uitingen wordt niet of onvoldoende duidelijk vermeld dat er een zogeheten “variabele inkoopvergoeding” moet worden betaald, en vaste leveringskosten van € 5,- per maand voor elektriciteit en € 5,- voor gas. Frank Energie pretendeert dat haar leveringstarief een directe weerspiegeling is van de per uur variërende inkoopprijs op de groothandelsmarkt voor elektriciteit en de per dag variërende inkoopprijs op de groothandelsmarkt voor gas, en dat zij deze inkoopprijs een-op-een bij de consument in rekening brengt. In werkelijkheid zijn de prijzen van Frank Energie mede gebaseerd op inkoopprijzen.

Om erachter te komen waar de “variabele inkoopvergoeding” uit bestaat, moet de consument op de website van adverteerder zoeken, waar dit pas op de subpagina “klantenservice” onder de button “factuuropbouw” wordt uitgelegd. In de aanvullende leveringsvoorwaarden op de website van Frank Energie staat de “variabele inkoopvergoeding” als volgt uitgelegd: “kosten die gerelateerd zijn aan energielevering zoals onbalans, landelijk transport van gas, vergroening in de vorm van GVO’s of (indien gekozen) CO2-compensatie, toegang tot energiemarkten, debiteuren-, kapitaalkosten en risico’s”. Kostenposten zoals toegang tot energiemarkten, maar ook debiteuren- en kapitaalkosten en risico’s hebben weinig tot niets te maken met de inkoopprijzen op de groothandelsmarkten voor elektriciteit en gas. Volgens Eneco vallen deze kosten onder “marge”.

In de uitingen op social media wordt gesteld of gesuggereerd dat de klanten “niet betalen voor allerlei risico’s die het bedrijf neemt en ook niet voor de kosten die Frank Energie maakt om die te vermijden (complexe systemen, handelaren, bonussen)”. Dit is volgens Eneco misleidend omdat in de aanvullende leveringsvoorwaarden staat dat de variabele inkoopvergoeding dient ter dekking van onder meer risico’s en handelingskosten derden. Volgens Eneco gebruikt Frank Energie deze inkoopvergoeding ook ter dekking van toenemende klantenservicekosten en als risico-opslag voor oninbare debiteuren.  

Eneco acht de inkoopprijzen op de hoofdpagina van de website van Frank Energie in samenhang met de uiting “Bij ons betaal je de inkoopprijs” ook misleidend omdat daarbij niet vermeld wordt – tegen de voorschriften in – dat daarover energiebelasting wordt betaald.  

Frank Energie stelt onder meer in de radioreclame dat consumenten bij concurrenten een “hoog” vast tarief betalen. Dat is misleidend, omdat niet duidelijk wordt gemaakt wat Frank Energie onder een hoog vast tarief verstaat en zij daarbij niet onderbouwt dat de door haar aangeboden dynamische prijzen daadwerkelijk goedkoper zijn. Daarnaast wordt in de radiocommercial en in de uitingen op social media en de website meegedeeld dat haar prijzen “voordeliger dan vast en variabel zijn” en dat consumenten bij Frank Energie honderden euro’s per jaar besparen. Dat is volgens Eneco onjuist, suggestief en misleidend. Frank Energie vermeldt namelijk niet dat bij stijgende prijzen op de groothandelsmarkten voor elektra en gas dynamische prijzen direct meebewegen, waardoor het mogelijk is dat een consument meer betaalt dan bij vaste of variabele prijzen.

Bij de uitingen XI en XII is volgens Eneco sprake van ongeoorloofde vergelijkende reclame. In de uiting “wat kost een warm huis deze winter” (uiting XI) wordt niet duidelijk gemaakt of de getoonde prijzen betrekking hebben op zowel de leveringsprijs per kWh en/of per m3 als de vaste leveringskosten. Ook is niet duidelijk of de getoonde prijs van Frank Energie enkel gebaseerd is op de groothandelsprijzen, dus exclusief “variabele inkoopvergoeding”, en evenmin is duidelijk of de getoonde prijzen inclusief BTW en energiebelasting zijn. Zonder deze informatie is de consument niet in staat om te beoordelen welk aanbod uiteindelijk voordeliger is. Daarnaast wordt de consument in deze uitingen niet geïnformeerd over de bijkomende variabele inkoopvergoeding en vaste leveringskosten. Ook is het onduidelijk of de getoonde prijs ziet op gas en/of elektriciteit en waar de vermelding “op basis van de energietarieven op 24 oktober 2022” op ziet. Daarnaast is het volgens Eneco onvoldoende duidelijk dat de door Frank Energie getoonde prijzen betrekking hebben op verschillende producten, namelijk op een leveringsovereenkomst met dynamische prijzen versus een leveringsovereenkomst (van concurrenten) met vaste en/of variabele prijzen.

      

Verweer

Het verweer van Frank Energie, zoals schriftelijk ingediend en ter zitting nader toegelicht, kan als volgt worden samengevat.

De uitingen van Frank Energie bevatten korte, pakkende en in de reclamepraktijk gangbare teksten. Het is daarmee voor een ieder herkenbaar dat de uitingen geen volledig beeld van de rechten en verplichtingen van een energieleveranciersovereenkomst bevatten. Het vermogen van een klant om een geïnformeerd besluit te nemen wordt hier niet merkbaar door beperkt, omdat duidelijk is dat dit niet het enige aspect kan zijn van energielevering. Niemand kan de indruk krijgen dat Frank Energie stroom en gas levert tegen de inkoopprijs die zij zelf op de markt moet betalen en dat zij die zonder enige vergoeding door zou leveren aan de consument. Op meerdere momenten voor het sluiten van de overeenkomst wordt duidelijk hoe de prijs is opgebouwd. De klant moet een opgave geven van zijn te verwachten gebruik, en daarbij wordt helder weergegeven (in een zogenoemd “aanbod op maat”) hoe de vergoeding is samengesteld en dat deze uit verschillende componenten bestaat. Frank Energie heeft een afdruk overgelegd van de specificatie die vervolgens verschijnt als men op “stroom” klikt. Het bestelproces is helder en conform de energieregelgeving.

Naar aanleiding van het onderdeel van de klacht dat Frank Energie onduidelijk op haar website aangeeft dat zij een “inkoopvergoeding” in rekening brengt, deelt Frank Energie het volgende mee. De inkoopvergoeding wordt in het “aanbod op maat” uitdrukkelijk benoemd. Daarnaast wordt op de subpagina “hoe we factureren” (wat volgens Frank Energie een logische plaats is om dit te vermelden) inzichtelijk gemaakt waar de inkoopvergoeding uit bestaat. Frank heeft een screenshot bijgevoegd, waarin staat:

Verwachte inkoopkosten gas: 50,83 x 221 m3                    € 183,43

Inkoopvergoeding Gas: 50,26570 x 221 m3                        € 58,72

Totaal:                                                                                   € 242,15

Verwachte inkoopkosten stroom € 0,20 x 306 kWh             € 61,20

Inkoopvergoeding stroom: € 0,02540 x 306 kWh                € 7,77 

Totaal                                                                                    € 68,97

Als de factuurregel wordt ‘uitgevouwen’, verschijnt de volgende tekst: “Variabele inkoopvergoeding: De kosten die gerelateerd zijn aan energielevering, zoals onbalans, landelijk transport van gas, vergroening in de vorm van GVO’s of (indien gekozen) CO2-compensatie, toegang tot energiemarkten, debiteuren-, kapitaalkosten en risico’s, worden doorberekend in de vorm van de variabele inkoopvergoeding. We herijken deze vergoeding jaarlijks.”

Frank Energie is op haar website duidelijk over de mogelijkheid dat een dynamisch energiecontract in theorie ook tot een tijdelijk hogere prijs voor de consument kan leiden. Zij suggereert niet dat zij per definitie goedkoper is dan vaste of variabele contracten, zij doet dit vanuit een context. Zij gaat daarbij uit van het op een betreffend moment of betreffende periode door andere aanbieders op hun eigen site aangeboden vaste of variabele contract. Contracten op basis van dynamische tarieven zijn historisch lager dan vaste en variabele contracten, aldus Frank Energie. Zij heeft twee onderzoeken overgelegd om dit te bevestigen, afkomstig van de Vereniging van Dynamische Energieleveranciers (2023) en van adviesbureau Roland Berger (22 december 2017). Dynamische tarieven waren gemiddeld genomen goedkoper dan vaste of variabele tarieven, op basis van de beschikbare contracten op de websites van leveranciers op het moment van de peildatum. Die peildatum wordt door Frank Energie steeds genoemd in de uiting. Frank Energie heeft in haar verweer twee grafieken van all-in vergelijkingen (gas en stroom) opgenomen waaruit valt af te leiden dat Frank Energie in de periode van 28 augustus 2022 tot en met 22 januari 2023 goedkoper was dan haar concurrenten Eneco, Essent en Vattenfall.

Voor wat betreft Eneco’s bezwaar met betrekking tot de vergelijkende reclame deelt Frank Energie het volgende mee. In de uiting laat Frank Energie zien wat een consument die zich oriënteert op een nieuw energiecontract kan krijgen als hij op de betreffende dag zou tekenen bij de verschillende genoemde leveranciers. Over uiting XI is onderling contact geweest tussen partijen. Deze uiting is sinds 11 november 2022 niet meer gebruikt. Over uiting XII (“Wat kost een opgeladen auto?”) deelt Frank mee dat onderaan deze uiting staat “op basis van de aangeboden contracten op 28 november 2022”. Dit zijn de all-in prijzen voor het verbruik op de dag van de peildatum (inclusief kosten, heffingen en BTW). Frank heeft daarbij het op 28 november 2022 gedane aanbod voor een contract en de overige kostencomponenten van het contract van Eneco gehanteerd en hetzelfde gedaan met haar eigen contractvoorwaarden. En daarmee vergeleken wat het opladen van dezelfde auto kost als de door Frank Energie gehanteerde prijs in rekening wordt gebracht en het vaststaande tarief van Eneco, in beide gevallen zonder de vaste kosten per maand (€ 5,- bij Frank Energie en € 5,99 bij Eneco). Datzelfde had zij overigens ook gedaan bij uiting XI (“Wat kost een warm huis?”). De mededeling “op basis van de energietarieven van 24 oktober 2022” was wellicht onvoldoende duidelijk en naar aanleiding van de opmerkingen van Eneco heeft Frank Energie dit aangepast. Volgens Frank Energie is uiting XII niet misleidend omdat deze er niet toe kan leiden dat een consument enkel op basis daarvan een overeenkomst met Frank Energie sluit. Daarvoor moet de consument door het zogenoemde digitale “onboarding process” van Frank Energie en wordt ontegenzeggelijk duidelijk dat er aan dynamische energieleverantie een dynamisch element is, te weten de hoogte van de energiegroothandelsprijzen.    

 

De mondelinge behandeling

Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht aan de hand van een pleitnota, en vragen van de Commissie beantwoord. Voor zover van belang voor de beslissing wordt op hetgeen ter zitting aan de orde is gekomen ingegaan in het oordeel van de Commissie.

 

Het oordeel van de Commissie

1.

Kern van de klacht, zo is ter zitting vastgesteld, is dat de uitingen van Frank Energie misleidend zijn omdat daarin onjuiste dan wel onvolledige informatie wordt verstrekt. Het oordeel van de Commissie zal worden toegespitst op de volgende (categorieën van) uitingen:

A. de bestreden uitingen waarin in min of meer gelijke bewoordingen wordt gesproken over energie “tegen inkoopprijzen” (uitingen I, II, III, VI, VII en X);

B. de bestreden uitingen waarin wordt Frank Energie over haar energie zegt: “zonder marge” (uitingen IV, V, XIII en IX);

C. de bestreden uitingen waarin Frank Energie stelt dat zij “goedkoper” is (uitingen VIII en IX);

D. de twee uitingen waarin Frank Energie haar prijs expliciet vergelijkt met die van Eneco en nog vier andere concurrenten (uitingen XI en XII).

 

De Commissie oordeelt hierover als volgt.

2.

Ad A: Uitingen met de term “tegen inkoopprijzen”: uitingen I, II, III, VI, VII en X

In de uitingen I, II en III (een tv-spot en twee radiospots) wordt gezegd: “energie tegen inkoopprijs”, dan wel “energie tegen inkoopprijzen”. Uiting VI bevat een variant hierop: “energie tegen spotprijzen” en “de spotprijs is de prijs waarvoor energieleveranciers zelf inkopen op de handelsbeurs.”

In uiting VII staat: “Bij ons betaal je de inkoopprijs voor energie. Die rekenen we één-op-één af. We verdienen dus niet aan jouw verbruik”. In uiting X staat: “Bij ons betaal je de inkoopprijs”.

3.

Volgens Eneco wordt in deze uitingen ten onrechte de indruk gewekt dat de tarieven van Frank een directe weerspiegeling zijn van de inkoopprijzen op de groothandelsmarkt, terwijl deze in werkelijkheid slechts gebaseerd zijn op inkoopprijzen, die worden vermeerderd met andere kostenposten. De Commissie oordeelt hierover als volgt.

Frank Energie presenteert in haar uitingen “energie tegen inkoopprijs” als onderscheidend kenmerk ten opzichte van de reguliere energie-aanbieders. Door het ontbreken van enige toelichting of voorbehoud, wordt de indruk gewekt dat er bij Frank Energie niets bovenop die inkoopprijs komt. In werkelijkheid blijkt dat het maandbedrag is samengesteld uit verschillende kostenposten: de inkoopprijs, overheidsheffingen, kosten voor netbeheer en een “variabele inkoopvergoeding”. Deze “variabele inkoopvergoeding”, die – anders dan de vaste leveringskosten – wordt gebaseerd op de verbruikte energie, bestaat, zo is te lezen op de website van Frank Energie, uit “kosten die gerelateerd zijn aan energielevering, zoals onbalans, landelijk transport van gas, vergroening in de vorm van GVO’s of CO2-compensatie, toegang tot energiemarkten, debiteuren-, kapitaalkosten en risico’s”. Ter zitting is vast komen te staan dat onder de “variabele inkoopvergoeding” ook de volgende kostenposten vallen: het verbeteren van de app, klantenservice en “risico-opslag oninbare debiteuren”. Over deze bijkomende kosten wordt de consument in de uiting niet geïnformeerd. Het verweer van Frank Energie dat in de uitingen een korte, gangbare en legitieme manier van reclame maken wordt gebruikt en dat de consument zal begrijpen dat hier geen volledig beeld wordt geschetst, en dat in de aanloop naar de overeenkomst alle verplichtingen duidelijk worden toegelicht, slaagt niet. In voornoemde uitingen is naar het oordeel van de Commissie geen sprake van een in reclame toegestane overdrijving, maar van onduidelijke informatie over de prijsopbouw, waardoor de consument op het verkeerde been gezet kan worden voor wat betreft de (prijs)voordelen van het product van Frank Energie. Dat potentiële klanten op de website in het “persoonlijk aanbod” kunnen zien hoe de prijzen zijn opgebouwd, is te laat, omdat het feit dat er bovenop de inkoopprijzen nog andere kosten komen (en hoe deze zijn opgebouwd) essentiële informatie is die de consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te kunnen nemen. De Commissie merkt in dit verband op dat het doorklikken op de website (bijvoorbeeld om een “persoonlijk aanbod” te kunnen ontvangen) reeds als een ‘besluit over een transactie’ wordt beschouwd, en niet (pas) het daadwerkelijk afsluiten van het abonnement, zoals Frank Energie lijkt te veronderstellen.

4.

Gelet op het voorgaande acht de Commissie de uitingen I, II, III, VI, VII en X onduidelijk met betrekking tot de voorgestelde (prijs)voordelen van het product in de zin van artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de consument er op basis van deze uitingen toe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen tevens misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

5.

Ad B: Uitingen met de term “zonder marge”: uitingen IV, V, VIII en IX

In de uitingen IV, V, VIII en IX staat respectievelijk “Die [spotprijzen] brengen we zonder marge in rekening”; “Verder berekenen we alle overige kosten, zoals netbeheer, belastingen en heffingen één-op-één door, zonder opslag of marge”; “je koopt energie in op de groothandelsmarkt voor dezelfde prijs als de grote energieleveranciers. We maken daar geen marge op” en “die [inkoopprijs] brengen we in rekening zonder marge.”

6.

Deze uitingen zijn volgens Eneco onjuist, omdat er wel degelijk sprake zou zijn van marges, te weten in de vaste leveringskosten van € 5,- per maand, voor zowel elektriciteit als gas, als ook in de eerdergenoemde “variabele inkoopvergoeding”. Zoals in punt 3 van het oordeel is uiteengezet, omvat deze “variabele inkoopvergoeding” kostenposten als “klantenservice” en “risico-opslag oninbare debiteuren”. Deze kostenposten zijn naar het oordeel van de Commissie als ‘marge’ te beschouwen. De mededelingen “zonder marge” of daarmee vergelijkbare bewoordingen acht zij daarom te absoluut en misleidend in de zin van artikel 8.2 aanhef en onder d NRC, temeer nu met de mededeling “zonder marge” onmiskenbaar de indruk wordt versterkt dat men écht alleen maar de inkoopprijzen betaalt, hetgeen, gelet op het voorgaande, onjuist blijkt te zijn. Nu de consument er op basis van deze uitingen toe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen tevens misleidend en om die reden oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.  

7.

“Wij zijn goedkoper”: uitingen VIII en IX

In uiting VIII staat: “Bij ons betaal je voor je energie de dynamische inkoopprijs. (…) Wij maken daar geen marge op. (…) Bij andere leveranciers betaal je een tarief dat altijd hetzelfde is en gedurende een periode vaststaat. Wat je bij Frank betaalt is dus afhankelijk van de prijsontwikkeling (…) In de meeste gevallen ben je goedkoper uit dan bij een vast en variabel contract.” In uiting IX staat: “Voordeliger dan vast en variabel. Bij Frank ben je goedkoper uit én krijg je geen vervelende verrassingen achteraf.”

8.

Volgens Eneco zal het publiek deze mededelingen, gelet op de context, zo opvatten, dat men bij alle andere (concurrerende) energieaanbieders die vaste of variabele contracten aanbieden, altijd duurder uit is. De uitingen zijn volgens Eneco onvolledig, omdat bij stijgende prijzen op de groothandelsmarkten voor elektriciteit en/of gas dynamische prijzen direct zullen meebewegen, waardoor het goed mogelijk is dat men bij Frank Energie juist méér betaalt dan bij een leveringsovereenkomst met vaste of variabele prijzen. Uit het verweer en de toelichting ter zitting is gebleken dat de claim “wij zijn goedkoper” gebaseerd is op een vergelijking van de prijzen van de afgelopen jaren, waarbij Frank Energie aannemelijk heeft gemaakt dat men de afgelopen jaren goedkoper uit was met haar contracten. Frank Energie heeft daaraan toegevoegd, dat het inderdaad in theorie zo kan zijn dat men bij Frank niet goedkoper, maar juist duurder uit is dan bij een abonnement met vaste of variabele prijzen. Nu deze nuance en het feit dat de bewering stoelt op de gegevens van de afgelopen jaren ontbreken, is er naar het oordeel van de Commissie sprake van het ontbreken van essentiële informatie in de zin van artikel 8.3 sub c NRC. Nu de consument er op basis van deze uitingen toe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen tevens misleidend en om die reden oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. 

9.

Ad C: Vergelijkende reclame: uitingen XI en XII

Eneco heeft bezwaar gemaakt tegen de uitingen XI (“Wat kost een warm huis deze winter?”) en XII (“Wat kost een opgeladen auto?”). Daarin worden de prijzen van Frank, Budget, Mega, Essent en Eneco onder elkaar gezet waarbij het bedrag van Frank Energie het laagste is en dat van Eneco in beide gevallen het hoogste. Niet ter discussie staat dat in deze uitingen sprake is van vergelijkende reclame in de zin van artikel 13 NRC. Krachtens artikel 13 NRC is vergelijkende reclame, wat de vergelijking betreft, geoorloofd mits deze voldoet aan de onder a tot en met h genoemde voorwaarden. Ten aanzien van de voorwaarde van artikel 13 sub a NRC dat vergelijkende reclame wat de vergelijking betreft niet misleidend mag zijn in de zin van de NRC, oordeelt de Commissie als volgt.

10.

Eneco maakt bezwaar tegen de uitingen omdat het voor het publiek onvoldoende duidelijk is hoe de bedragen die met elkaar worden vergeleken zijn samengesteld. De juistheid van de bedragen wordt door Eneco overigens niet betwist. Frank Energie heeft meegedeeld dat zij de bedragen heeft berekend zoals zogenoemde ‘prijsvergelijkers’ dat ook doen: zij heeft op haar website een persoonlijk aanbod berekend, en dit op basis van dezelfde gegevens vergeleken met het openbaar beschikbare aanbod op de websites van andere genoemde aanbieders. Daarbij is de betreffende dag opgenomen in de uiting. Ter zitting is gebleken dat Frank Energie bij deze berekening is uitgegaan van haar “gemiddelde dagtarief” op de betreffende dag, op basis van het all-in tarief, waarbij bepaalde vaste kosten van zowel Frank Energie als van de concurrenten buiten beschouwing zijn gelaten. Hoewel de juistheid van de genoemde bedragen niet door Eneco is betwist, is de Commissie van oordeel dat het voor de consument onvoldoende duidelijk is dat het verschillende producten betreft, te weten een “dynamisch contract” tegenover “vaste en variabele contracten”, en welke prijscomponenten in de vergelijking zijn opgenomen en welke niet. Om die reden is sprake van onduidelijke informatie als bedoeld in de aanhef van artikel 8.2 NRC. Omdat de gemiddelde consument hierdoor een besluit over een transactie kan nemen dat hij anders niet had genomen, zijn de uitingen XI en XII op dit punt misleidend en in strijd met artikel 13 sub a NRC. 

11.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

Op grond van hetgeen is overwogen onder punt 3, 4 en 5 in het oordeel acht de Commissie reclame-uitingen I tot en met X in strijd met artikel 7 NRC. Op grond van hetgeen is overwogen onder punt 10 acht de Commissie de reclame-uitingen XI en XII in strijd met artikel 13 sub a NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken