De bestreden reclame-uiting

Het betreft een brief van Plus Magazine (adverteerder: Roularta Media Nederland B.V), gericht aan het adres van klager, waarin onder meer staat:

“Dit krijgt u allemaal:
+ Een heel jaar Plus Magazine € 60,50
+ Gratis de Plus Belastinggids 2022 t.w.v. € 9,95
+ Kans op een iPad t.w.v. € 389,00
70,45
Nu voor slechts € 35,00

(…) profiteer van de 50% korting.”

De samenvatting van de klacht

In de 50% korting wordt ook de Gratis Plus Belastinggids meegenomen voor € 9,95, terwijl dit onjuist is omdat de Belastinggids gratis is. Het aanbod had daarom ten hoogste € 30,25 moeten zijn en niet € 35,00 omdat 50% korting van € 60,50 € 30,25 is.
 

De samenvatting van het verweer

Adverteerder erkent dat het aanbod niet goed is gecommuniceerd, omdat de Plus Belastinggids niet als gratis had mogen worden aangeboden. Het betreft een fout. De prijs is niet bewust verkeerd berekend of met opzet misleidend gecommuniceerd. Adverteerder zal hiermee rekening houden in toekomstige uitingen.

Het oordeel van de voorzitter

Uit het verweer begrijpt de voorzitter dat adverteerder heeft bedoeld 50% korting te verlenen op de combinatie van een jaarabonnement op Plus Magazine (€ 60,50) met de Plus Belastinggids

(€ 9,95), uitkomend op (afgerond) € 35,-. Adverteerder heeft dit echter niet duidelijk in de uiting verwoord nu daarin wordt meegedeeld dat de Plus Belastinggids gratis bij het jaarabonnement wordt verstrekt. Tegelijk volgt echter uit de simpele berekening die in de uiting staat dat de belastinggids wel is meegenomen in het totale bedrag dat men na 50% korting betaalt. De voorzitter is van oordeel dat de reclame-uiting daardoor tegenstrijdige informatie bevat over het prijsvoordeel als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder d van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Nu adverteerder de fout heeft erkend en  heeft meegedeeld dat zij  “hier rekening mee zal houden in toekomstige uitingen”,  zal de aanbeveling om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken worden gedaan voor zover nog nodig. De voorzitter beslist als volgt.

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande zijn de reclame-uitingen in strijd met artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder, voor zover nog nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.