Het College van Beroep [3 mei 2023]
De procedure
[…]
2. De bestreden uitingen
Het betreft de hierna in het oordeel te specificeren uitingen van Corendon.
3. Het geschil bij de Commissie
3.1. De inleidende klacht luidt in essentie dat Corendon in reclame-uitingen onverantwoord reisgedrag bevordert door reizigers aan te moedigen een weekje ‘naar de zon’ te vliegen. Over de schade door klimaatverandering, waaraan vliegen bijdraagt, wordt niet gesproken. In plaats daarvan spreekt Corendon op haar website over “Verantwoord vakantie vieren met Corendon” en “Samen de wereld nóg mooier maken”. Corendon kan hetgeen zij in dat kader vermeldt niet waarmaken. Ook verder doet Corendon loze beloftes. De grote CO2 uitstoot van vliegen wordt niet genoemd. Aan de reiziger wordt niet verteld welke milieuschade zijn reis veroorzaakt. Appellante stelt dat advertenties voor kortdurende vliegvakanties verboden dienen te worden wegens de nadelige gevolgen voor het klimaat en het milieu of in ieder geval van een waarschuwing dienen te worden voorzien waarin wordt gewezen op de bijdrage van vliegen aan de opwarming van de aarde.
3.2. De Commissie heeft vooropgesteld dat zij haar oordeel zal beperken tot de twee krantenadvertenties waarvan bij de klacht afdrukken zijn overgelegd, dit overeenkomstig hetgeen zij ter zitting had meegedeeld. De Commissie beschouwt de stellingen in de klacht over onderdelen van de website als onderbouwing van de klacht tegen de krantenadvertenties. Het staat adverteerder volgens de Commissie vrij om reclame te maken voor (kortdurende) vliegreizen naar de zon en/of verre bestemmingen zonder daarbij te wijzen op (schadelijke) effecten van de aangeprezen vliegreizen op het klimaat. Het ontbreken van een dergelijke vermelding maakt de bestreden advertenties niet misleidend of anderszins in strijd met de Nederlandse Reclame Code (NRC). Meer in het bijzonder ligt volgens de Commissie in de advertenties geen milieuclaim besloten. Voor zover appellante zich heeft beroepen op strijd met het algemeen belang als bedoeld in artikel 3 van de NRC, acht de Commissie geen van de bestreden advertenties (elk in zijn geheel beschouwd) van zodanige aard, dat het algemeen belang erdoor wordt geschaad. De Commissie heeft op grond van het voorgaande de klacht afgewezen.
4. De grieven
4.1. Grief 1
De Commissie heeft ten onrechte gemeend dat de klacht alleen op de twee krantenadvertenties ziet. Hierdoor is de klacht drastisch ingeperkt met als gevolg dat de klacht dat Corendon niet de maatschappelijke zorgvuldigheid in acht neemt door “naar de zon met Corendon” vakanties aan te bieden, niet in behandeling is genomen. Door de inperking tot de twee krantenadvertenties is de Commissie tot het oordeel gekomen dat het algemeen belang niet wordt geschaad. Volgens appellante heeft “de lawine aan reclame in kranten, op bushokjes en op TV wel degelijk effect gehad”: Corendon kreeg in januari 2023 meer boekingen dan ooit. De hoeveelheid CO2-uitstoot die hiermee gepaard gaat, schaadt het algemeen belang. De Commissie had artikel 3 NRC kunnen aangrijpen om een ferm oordeel te vellen over de volgens appellante onverantwoorde Corendon reclames. Appellante verzoekt daarbij om alle uitingen voor vliegreizen in een breder perspectief te bekijken in plaats van de beoordeling tot een specifieke uiting te beperken.
4.2. Grief 2
Door het voorgaande is de Commissie ten onrechte eraan voorbijgegaan dat op de website van Corendon claims staan waartegen appellante bezwaar maakt. Deze claims staan in de volgende tekst die in de klacht is geciteerd en waarvan een printscreen van de webpagina in de klacht is verwerkt: “Samen de wereld nóg mooier maken. Als touroperator, luchtvaartmaatschappij én hotelorganisatie dragen we een grote verantwoordelijkheid voor een duurzamere vorm van vakantie vieren. Daarom nemen we verschillende maatregelen om ervoor te zorgen dat onze vakantiebestemmingen net zo mooi blijven als ze nu zijn, en we een leefbare wereld houden. Zodat volgende generaties ook hun horizon kunnen verbreden. (…) Bij het samenstellen van onze reizen houden we rekening met mensen, milieu, natuur en cultuur, zodat de vakantie niet alleen nu voor jou bijzonder is, maar straks ook voor de komende generaties.” Inmiddels heeft Corendon deze tekst op de webpagina verwijderd, maar elders op de website is deze tekst nog steeds te vinden, zoals blijkt uit een door appellante in het beroepschrift verwerkte printscreen. Corendon kan hetgeen zij in de tekst stelt niet waarmaken, noch ten aanzien van de claim dat Corendon ervoor gaat zorgen dat vakantiebestemmingen net zo mooi blijven als ze nu zijn, noch ten aanzien van de claim dat zij ervoor kan zorgen dat er een ‘leefbare wereld’ overblijft voor de volgende generaties. Op de website van Corendon stonden op 18 maart 2023, blijkens de op die datum gemaakte printscreens, verder webpagina’s die claims bevatten of teksten die volgens appellante ‘greenwashing’ zijn. Zo staat op https://www.corendon.nl/vakanties/green onder het kopje “Duurzamer en met hart voor een betere wereld’” onder meer: “Wil jij bewust vakantie vieren en tegelijkertijd genieten van de luxe en comfort die je graag hebt tijdens je vakantie? Vier dan je vakantie in een duurzamere accommodatie uit ons uitgebreide vakantieaanbod.”. Appellante maakt bezwaar tegen deze tekst omdat 90% van de milieudruk gerelateerd is aan de CO2 uitstoot van de vliegreis. Op de pagina https/ieuws.corendon.nl/wat-jij-kunt-doen-om-duurzamer-te-reizen staat: “Wat jij kunt doen om duurzamer te reizen. (…) Bereken de uitstoot van je vlucht(en) en compenseer deze. Bij Corendon kun je bij je boeking een bedrag toevoegen voor het planten van bomen.” Compensatie is onmogelijk omdat de bomen die worden geplant slechts langzaam groeien, waardoor het decennia duurt voordat de CO2 die is vrijgekomen bij de vliegreis is vastgelegd.
5. Het antwoord in appel
De grieven zijn gemotiveerd weersproken. Het verweer strekt tot bevestiging van de beslissing van de Commissie.
Hierna zal, voor zoveel nodig, op het verweer worden ingegaan.
6. De mondelinge behandeling
Appellante heeft haar standpunt toegelicht mede aan de hand van een pleitnota die als hier ingelast wordt beschouwd.
Op hetgeen verder ter zitting is verklaard zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.
7. Het oordeel van het College
7.1. Ten aanzien van de te beoordelen uitingen is het volgende van belang. In de inleidende klacht worden krantenadvertenties van Corendon genoemd voor een vliegreis naar Dubai respectievelijk Gambia. Hiervan zijn bij de klacht afdrukken overgelegd. Daarnaast wordt in de klacht een gedeelte van de website van Corendon geciteerd bij een printscreen van een webpagina, zonder dat duidelijk is of het hier een onderbouwing van de klacht of een afzonderlijke klacht betreft. Ter zitting heeft de Commissie aan appellante meegedeeld dat, bij de voorbereiding, ervan is uitgegaan dat de klacht is gericht tegen de genoemde krantenadvertenties en dat de stellingen over de website worden beschouwd als onderbouwing van de klacht tegen de krantenadvertenties. In haar beslissing heeft de Commissie ook uitdrukkelijk overwogen dat zij haar oordeel beperkt tot de twee genoemde krantenadvertenties. Het beroep ziet zowel op de afwijzing van de klacht tegen deze advertenties als op de beperking van de beoordeling tot die advertenties. Het College behandelt het beroep in die volgorde.
7.2. De Commissie heeft de klacht tegen de krantenadvertenties afgewezen omdat, kort samengevat, het niet verboden is om reclame te maken voor (kortdurende) vliegreizen naar de zon en/of verre bestemmingen. Daarnaast is het volgens de Commissie niet verplicht om in reclame te wijzen op (schadelijke) effecten van de aangeprezen vliegreizen op het klimaat. Dit oordeel is juist. Volgens de huidige stand van zaken is het toelaatbaar reclame te maken voor dergelijke reizen zonder daarbij te wijzen op de schadelijke effecten van vliegreizen. Dat appellante het vanuit het oogpunt van het klimaat en het milieu onwenselijk vindt dat reclame wordt gemaakt voor bepaalde reizen, kan ook niet tot het oordeel leiden dat die reclame in strijd is met het algemeen belang als bedoeld in artikel 3 NRC of met enige andere bepaling van de NRC. Er is sprake van een toegestane reclamepraktijk en het behoort niet tot de taak van de Commissie en/of het College om zelfstandig hieraan beperkingen op te leggen. Verder kan de gemiddelde consument inmiddels op de hoogte worden geacht van de schadelijke effecten van vliegreizen zodat hij dit aspect bij zijn keuze voor een reis kan betrekken. Ook hier geldt bovendien dat de Commissie en het College niet een verplichting kunnen opleggen om in reclame een vermelding op te nemen teneinde bepaalde (vlieg)reizen te ontmoedigen. Het oordeel van de Commissie over de hiervoor genoemde krantenadvertenties zal daarom worden bevestigd.
7.3. Zoals blijkt uit hetgeen onder 7.1. is vermeld, is appellante er bij de Commissie niet in geslaagd om duidelijk te maken dat de klacht ook tegen de website van Corendon is gericht. Inmiddels is gebleken dat dit wel het geval is. Het betreft de volgende tekst die ten tijde van het indienen van de klacht op de website van Corendon stond en die in de klacht en in het beroepschrift wordt genoemd en waarvan een printscreen in deze stukken is verwerkt: “Samen de wereld nóg mooier maken. Als touroperator, luchtvaartmaatschappij én hotelorganisatie dragen we een grote verantwoordelijkheid voor een duurzamere vorm van vakantie vieren. Daarom nemen we verschillende maatregelen om ervoor te zorgen dat onze vakantiebestemmingen net zo mooi blijven als ze nu zijn, en we een leefbare wereld houden. Zodat volgende generaties ook hun horizon kunnen verbreden. (…) Bij het samenstellen van onze reizen houden we rekening met mensen, milieu, natuur en cultuur, zodat de vakantie niet alleen nu voor jou bijzonder is, maar straks ook voor de komende generaties.” Appellante heeft meegedeeld dat de website van Corendon na het indienen van de klacht is aangepast, en dat genoemd citaat nu op een andere pagina is te vinden. Verder heeft appellante in het beroepschrift ook andere teksten op dezelfde website (zij het op andere pagina’s van de website) geciteerd waartegen zij bezwaar maakt in combinatie met recente, op 18 maart 2023 gedateerde, printscreens die in het beroepschrift zijn verwerkt. Daarbij is voorzien in een specifiek op die teksten afgestemde onderbouwing van de klacht tegen die tekstgedeelten. Het College oordeelt dat laatstbedoelde teksten en het bezwaar daartegen geen onderdeel zijn van het beroep maar in feite nieuwe klachten betreffen.
7.4. Blijkens het voorgaande worden verschillende teksten op dezelfde website van Corendon bestreden waarbij een deel binnen het kader van dit beroep valt en een deel daarbuiten. Corendon heeft niet op (al) de bezwaren tegen de verschillende teksten gereageerd en mogelijk, en wat het College betreft: niet geheel onbegrijpelijk, ook niet onderkend dat de klacht zich tot die teksten heeft uitgebreid. Al deze teksten zijn ook nog niet eerder beoordeeld door de commissie. Het College zal, om praktische redenen, de zaak terugwijzen naar de Commissie, zodat over alle nu bestreden teksten op de website, inclusief de in het beroepschrift genoemde teksten, tegelijk kan worden geoordeeld. Daarbij gaat het om de teksten die als printscreen in de stukken zijn terug te vinden en die onder randnummer 4.2 van deze beslissing cursief zijn weergegeven. Nu daarmee een duidelijke afbakening van de klacht tegen de website is ontstaan, ligt het in de rede dat Corendon nog de gelegenheid krijgt om, indien zij dat wenst, aanvullend verweer te voeren.
7.5. In het beroepschrift noemt appellante ook andere, niet nader gespecificeerde uitingen waartegen zij bezwaar maakt (“de reclames in andere kranten, bushokjes en op TV”). Deze uitingen blijven verder buiten beschouwing nu deze niet zijn gespecifieerd en geen onderdeel zijn van het dossier. Tot slot overweegt het College, in verband met het verzoek van appellante om de uitingen in een “breder perspectief” te bekijken, dat aan een dergelijk verzoek geen gevolg kan worden gegeven omdat uitsluitend wordt beoordeeld of specifieke uitingen als zodanig voldoen aan de NRC. Het College beslist daarom als volgt.
7.6. Het College beslist op grond van het voorgaande als volgt.
8. De beslissing van het College van Beroep
Het College bevestigt de bestreden beslissing ten aanzien van de afwijzing van de klacht met betrekking tot de hierboven genoemde krantenadvertenties van Corendon voor vliegreizen naar Dubai respectievelijk Gambia respectievelijk de afwijzing van de klacht tegen andere uitingen dan de website van Corendon.
Het College wijst ten aanzien van de onder 7.4 bedoelde mededelingen op de website van Corendon de zaak terug naar de Commissie met daarbij de instructie ook te oordelen over de nieuwe klachten over de website als vermeld in het beroepschrift, nadat Corendon de gelegenheid heeft gehad om, indien zij dat wenst, aanvullend verweer te voeren.
[Hieronder volgt de beslissing waartegen beroep is ingesteld]
De Reclame Code Commissie [7 maart 2023]
De bestreden reclame-uitingen
Het betreft twee advertenties voor vliegreizen van Corendon in de Volkskrant.
De klacht
De klacht wordt als volgt samengevat.
In de onderhavige advertenties worden aspirant reizigers aangemoedigd een weekje ‘naar de zon’ te vliegen. Terwijl we de gevolgen van klimaatverandering ondervinden en als samenleving doordrongen raken van de ernst van deze gevolgen, nu en in de toekomst, en de regering ons oproept om onze huizen te isoleren, de verwarming lager te zetten en te investeren in warmtepompen en elektrische auto’s, doet Corendon met deze advertenties “uitschijnen dat er niets aan de hand is”, aldus klaagster. Zo biedt zij voor nog geen 600 euro een vliegreis van vier dagen naar Dubai aan.
In de kleine letters onderin de reclame is vermeld waarop de prijzen zijn gebaseerd: op een 2-
persoonsbezetting en inclusief SGR-bijdrage, maar exclusief Calamiteitenfonds. Over de schade
door klimaatverandering, waaraan een dergelijke vliegreis bijdraagt, wordt echter niet gesproken.
Klaagster wijst op de website van Corendon waarop, onder het kopje “Verantwoord vakantie vieren met Corendon”, staat:
‘Samen de wereld nóg mooier maken…
Als touroperator, luchtvaartmaatschappij én hotelorganisatie dragen we een grote verantwoordelijkheid voor een duurzamere vorm van vakantie vieren. Daarom nemen we verschillende maatregelen om ervoor te zorgen dat onze vakantiebestemmingen net zo mooi blijven als ze nu zijn, en we een leefbare wereld houden. Zodat volgende generaties ook hun horizon kunnen verbreden.’
Het hier gestelde kan Corendon niet waar maken, aldus klaagster. De broeikasgasemissies van vliegtuigen kunnen immers niet door Corendon worden beïnvloed. Dit blijkt ook uit de opsomming van maatregelen die het bedrijf volgens de website neemt, aldus klaagster:
‘Bij het samenstellen van onze reizen houden we rekening met mensen, milieu, natuur en cultuur, zodat de vakantie niet alleen nu voor jou bijzonder is, maar straks ook voor de komende generaties. Of het nu gaat om vakanties waarbij je geniet van ongerepte natuur, de lokale cultuur beleeft, nieuwe mensen ontmoet of een heerlijk lokaal gerecht proeft; we zetten ons samen met onze partners in om de negatieve impact van vakanties zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, en de positieve te maximaliseren. En daarmee leveren we een belangrijke bijdrage aan de ontwikkelingen op de bestemming, voor jou als reiziger, maar ook voor de mensen die op de vakantiebestemming wonen.’
De gigantische CO2 uitstoot van vliegen wordt hier niet benoemd, aldus klaagster. Aan de reiziger wordt dus niet verteld welke milieuschade zijn reis veroorzaakt.
Klaagster wijst er op dat een andere pagina van de website van adverteerder wel informatie over de CO2 uitstoot bevat, namelijk:
“Zo’n 90% van de uitstoot van een vakantie wordt veroorzaakt door de vlucht. We investeren daarom in zuinigere en stillere vliegtuigen en nemen vanaf 2023 drie nieuwe Boeings 737 MAX 9 in gebruik. Daarnaast investeren we in Sustainable Aviation Fuel. Samen met andere luchtvaartmaatschappijen, luchthavens en andere partners hebben we onszelf in het actieplan Slim en Duurzaam onder andere opgelegd om als sector in 2030 niet meer uitstoot te veroorzaken dan in referentiejaar 2005, en om in 2070 een volledig CO2 neutrale luchtvaart te realiseren.”
Dit zijn echter loze beloftes, aldus klaagster, omdat a) de efficiency verbeteringen van vliegtuigen te gering zijn om de toename van het aantal vliegbewegingen te kunnen compenseren en b) de opschaling van de productie van ‘Sustainable Aviation Fuels’ te traag is om de luchtvaartsector op korte termijn (voor 2030) van CO2 neutrale brandstoffen te voorzien.
Klaagster ziet een parallel met het stikstofdossier (Programmatische Aanpak Stikstof (PAS)): erop rekenen dat door innovatie de uitstoot op korte termijn kan worden verlaagd. Van een dergelijke daling kwam niets terecht en de Raad van State oordeelde dat de PAS niet rechtmatig was.
Uitspraken van KLM-topvrouw (naam) in de Volkskrant van 28-10-2022 getuigen van een soortgelijke benadering als in de PAS-aanpak: “Wat we zien is dat mensen willen vliegen. Wij maken dat mogelijk. We moeten niet minder vliegen, we moeten de geluidsoverlast en CO2-uitstoot beperken”.
Ook voor CO2 reductie moet gelden, aldus klaagster: eerst de uitstoot omlaag, door krimp of innovatie. Daarna kan worden bezien of groei wenselijk en mogelijk is, met als randvoorwaarde een klimaatneutrale samenleving in 2050.
Door het plaatsen van de onderhavige advertenties is de Volkskrant mede verantwoordelijk voor het gevolg, namelijk onverantwoord reisgedrag van toeristen. Daarom heeft klaagster de ombudsman van de Volkskrant gevraagd om dergelijke Corendon advertenties niet meer te plaatsen. Zijn antwoord was dat plaatsing niet wettelijk verboden is. Naar aanleiding hiervan merkt klaagster op dat de ombudsman gaat over ‘principiële en ethische kwesties over de inhoud of het handelen van de Volkskrant’ en dat dit niet ophoudt bij de grenzen van de wet.
Klaagster vindt het spijtig dat dit soort advertenties nog niet door de wet verboden zijn. Zo lang dat niet het geval is, zou de overheid adverteerders kunnen verplichten een waarschuwing te plaatsen, namelijk: “Pas op, aankoop van dit product draagt bij aan opwarming van de aarde en heeft nadelige gevolgen voor generaties die na u komen.”
Klaagster verzoekt de Commissie om reclames voor vliegreizen te verbieden dan wel aan banden te leggen.
Het verweer
Het verweer wordt als volgt samengevat.
De klacht is niet voldoende gemotiveerd, omdat klaagster zich niet beroept op specifieke artikelen van de Nederlandse Reclame Code (hierna: “NRC”). Dat Corendon zou doen uitschijnen dat er niets aan de hand is, betreft een subjectief oordeel van klaagster, waarin Corendon zich niet kan vinden. Verder kan een algemeen verbod van reclames voor vliegreizen niet door middel van de onderhavige klacht worden bewerkstelligd; het is aan de Nederlandse wetgever om te besluiten reclame voor specifieke diensten, zoals vliegvakanties, in haar geheel te verbieden of om een specifieke disclaimer op te leggen.
Corendon is van mening dat haar als reisorganisator niet kan worden verboden om reclame te maken. Aangezien het uitvoeren van vluchten niet is verboden, mag reclame worden gemaakt voor vliegvakanties, mits aan de daarvoor geldende vereisen van onder meer de NRC wordt voldaan. Dit laatste is het geval voor de bestreden advertenties. Meer in het bijzonder zijn deze uitingen niet misleidend in de zin van artikel 8.2 NRC en vallen deze niet onder het bereik van de Milieu Reclame Code (MRC). In dit verband verwijst klaagster naar de beslissing van de Commissie van 23 juli 2021 in dossier 2021/00167.
Gelet op het bovenstaande is Corendon van mening dat de klacht niet-ontvankelijk dan wel
ongegrond moet worden verklaard.
Klaagster stelt dat in de bestreden reclame niet wordt gesproken over “de schade door klimaatverandering”, waaraan een dergelijke vliegreis volgens klaagster bijdraagt, maar de wet noch de NRC houdt een verplichting in om in reclame-uitingen als de onderhavige in te gaan op klimaatverandering.
Klaagster gaat in op verschillende statements van Corendon op haar website. Deze uitingen bevatten geen aanprijzende elementen, maar betreffen louter feitelijke informatie voor de klanten. Van reclame in de zin van artikel 1 NRC is geen sprake.
Mocht de Commissie hier anders over oordelen, dan verzoekt Corendon de Commissie de klacht ongegrond te verklaren gelet op het volgende. Voor zover de Commissie mocht oordelen dat er sprake is van een milieuclaim als bedoeld in artikel 1 MRC, is er geen sprake van strijd met de MRC. Meer in het bijzonder is er geen sprake van misleiding als bedoeld in artikel 2 MRC, noch van een absolute milieuclaim, noch van loze beloftes.
Er worden door Corendon namelijk geen garanties gegevens met betrekking tot milieuaspecten verbonden aan het aanbieden van vliegvakanties. Klanten worden uitsluitend gewezen op verschillende doelstellingen en investeringen van Corendon. Klaagster slaagt er niet in om de juistheid van de statements gemotiveerd te betwisten.
Klagers overige punten betreffen geen klachten. De aanpak van de PAS en het standpunt van de KLM-topvrouw zijn naar de mening van Corendon niet relevant voor de onderhavige klacht. Daarnaast deelt Corendon het standpunt van de ombudsman van de Volkskrant en is de plaatsing van de door klager bedoelde advertenties niet wettelijk verboden. Verder bestaat voor een waarschuwing zoals door klager bedoeld op dit moment geen wettelijke grondslag.
Corendon benadrukt dat zij zich bewust is van de gevolgen van klimaatverandering en de CO2-uitstoot van vliegtuigen. Zij informeert haar klanten over dit onderwerp. Zo staat op de website dat ongeveer 90% van de uitstoot van een vakantie wordt veroorzaakt door de vlucht. Corendon streeft er dan ook naar om op allerlei manieren haar CO2-uitstoot te beperken.
Zij concludeert dat noch uit het algemene gedeelte van de NRC, noch uit een bijzondere reclamecode volgt dat het niet is toegestaan om de betreffende advertenties voor vliegreizen te plaatsen.
De mondelinge behandeling
Allereerst bakent de voorzitter de reikwijdte van de klacht af. Hij deelt mee dat de Commissie er bij de voorbereiding van uit is gegaan dat de klacht is gericht tegen de twee advertenties in de Volkskrant, waarvan klaagster afdrukken heeft overgelegd. Klaagsters stellingen over onderdelen van de website van Corendon heeft de Commissie beschouwd als onderbouwing van hetgeen klaagster tegen de advertenties heeft ingebracht.
In reactie hierop wordt namens klaagster meegedeeld dat de advertenties in de Volkskrant de aanleiding waren voor het indienen van de klacht, maar dat het klaagster om een bredere kwestie gaat; het betreft de gedachteloosheid waarmee naar de zon wordt gevlogen en in dat verband heeft klaagster ook bezwaar tegen soortgelijke reclame van andere partijen. De voorzitter merkt op dat de Commissie uitsluitend concrete reclame-uitingen kan beoordelen en niet bevoegd is zich in het algemeen over reclamebeleid uit te laten.
Het standpunt van klaagster is nader toegelicht. Op die toelichting zal worden teruggekomen in het oordeel.
Het oordeel van de Commissie
1.
De Commissie stelt voorop dat zij haar oordeel zal beperken tot de twee concrete advertenties waarvan klaagster afdrukken heeft overgelegd. Zoals ter zitting is meegedeeld, is de Commissie er bij de voorbereiding van uitgegaan dat de klacht is gericht tegen deze advertenties en heeft zij klaagsters stellingen over onderdelen van de website beschouwd als onderbouwing van de klacht tegen de advertenties.
2.
De kern van de klacht is dat in de bestreden advertenties reclame wordt gemaakt voor (kortdurende) vliegreizen naar de zon en/of “verre oorden”, terwijl deze vliegreizen een aanzienlijke uitstoot van CO2 met zich brengen en daarmee bijdragen aan klimaatverandering. Mede gezien klaagsters mondelinge toelichting begrijpt de Commissie dat klaagster de voorkeur geeft aan een wettelijk verbod op advertenties als de onderhavige, maar in elk geval van mening is dat in de bestreden uitingen zou moeten worden gewezen op de nadelige gevolgen van vliegen voor het klimaat, bijvoorbeeld in de vorm van een waarschuwing. In dit verband heeft klaagster onder verwijzing naar informatie op de website van Corendon gesteld dat adverteerder goed op de hoogte is van de CO2 impact van haar reizen. De Commissie oordeelt hierover als volgt.
3.
Het staat adverteerder op zichzelf vrij om reclame te maken voor (kortdurende) vliegreizen naar de zon en/of verre bestemmingen. Vervolgens is in dit geval de vraag of in de onderhavige advertenties had moeten worden gewezen op (schadelijke) effecten van de aangeprezen vliegreizen op het klimaat. De Commissie beantwoordt deze vraag in negatieve zin. Zij overweegt daartoe dat de NRC of de wet geen grondslag biedt voor een verplichting om in reclame voor vliegreizen uitdrukkelijk op zodanige effecten te wijzen. Ook overigens ziet de Commissie geen aanleiding om te oordelen dat het ontbreken van een dergelijke vermelding (één van) de bestreden advertenties misleidend of anderszins in strijd met de NRC doet zijn. Meer in het bijzonder ligt in geen van beide advertenties de suggestie besloten dat de aangeprezen vliegreizen (in het geheel) geen schade zouden toebrengen aan het milieu.
Verder betekent het feit dat op de website van Corendon (wel) aandacht wordt besteed aan gevolgen van vliegen voor het klimaat, nog niet dat dit ook zou moeten gebeuren in de advertenties.
Ter zitting heeft klaagster zich nog beroepen op de inhoud van artikel 2 MRC. Deze bepaling is in dit geval echter niet van toepassing, omdat in de bestreden advertenties geen milieuclaim als bedoeld in artikel 1 MRC wordt gedaan.
Verder heeft klaagster ter zitting aangevoerd dat zij van mening is dat Corendon niet de vereiste ‘maatschappelijke zorgvuldigheid’ in acht neemt door ‘naar de zon met Corendon’ vakanties aan te bieden, zonder aandacht te besteden aan de gevolgen van de CO2 uitstoot. Het gaat in dit geval om de belangen van de mensheid in het algemeen en die van onze kleinkinderen in het bijzonder, aldus klaagster. Voor zover klaagster geacht moet worden zich hier te beroepen op strijd met het algemeen belang als bedoeld in artikel 3 NRC, acht de Commissie geen van de bestreden advertenties (elk in zijn geheel beschouwd) van zodanige aard, dat het algemeen belang erdoor wordt geschaad.
4.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing van de Reclame Code Commissie
De Commissie wijst de klacht af.