a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2019/00112

Datum:

11-07-2019

Uitspraak:

VT bevestigd (= Aanbeveling) (gedeeltelijk)

Product/dienst:

Uitzenden/ICT

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Ongeadresseerd drukwerk

Samenvatting van de klacht

De klacht is gericht tegen een flyer van Hoplr waarin de ontvanger wordt uitgenodigd zich aan te melden voor de gelijknamige buurtapp. Daarbij worden diverse mogelijke toepassingen van de buurtapp genoemd en gezegd dat Hoplr vrij is van koopjes en reclame. Klager stelt, samengevat, dat de flyer ongeadresseerd reclamedrukwerk betreft dat in strijd met de Nee/Nee-sticker op zijn brievenbus is bezorgd. Afzender lijkt volgens hem van plan in de toekomst Nee/Nee-stickers te blijven negeren. Verder ontbreekt het adres van afzender op de flyer. Daarnaast maakt klager bezwaar tegen het feit dat op de flyers die afzender op haar website ter download en verspreiding aanbiedt, een huisnummer ontbreekt. Tot slot maakt hij er bezwaar tegen dat afzender niet meedeelt welke persoon de uiting heeft verspreid.

 

Samenvatting van het verweer

Afzender omschrijft in het verweer haar dienstverlening. Kort gezegd betreft dit een digitaal buurtnetwerk waaraan men zonder betaling kan deelnemen. Een ‘Hoplr-buurt’ wordt steeds gelanceerd door middel van een fysieke invitatiebrief. In dit geval heeft een buurtbewoner ervoor gekozen de brief bij klager te bezorgen. Afzender kiest er bewust voor de invitatiebrief ook te laten bezorgen in brievenbussen met een Nee/Nee-sticker. Zij wil niemand buitensluiten en zij zet niet aan tot het kopen van goederen of diensten. In België wordt de invitatiebrief daarom niet beschouwt als reclamedrukwerk. Afzender beoogt bewoners van een buurt met de app dichter bij elkaar te brengen vanuit een positieve en constructieve insteek. Via haar websites kan men meer informatie vinden over afzender. Hier is haar adres eenvoudig te vinden. In de toekomst zal afzender daar ook andere contactgegevens vermelden.

 

Het oordeel van de voorzitter

1)  Klager heeft onweersproken gesteld dat de bewuste uiting is bezorgd in zijn brievenbus, hoewel die is voorzien van een Nee/Nee-sticker. Het betreft, naar de voorzitter aanneemt, een sticker als vermeld in bijlage 1 bij de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (Code VOR). Ook een uiting als de onderhavige (een ongeadresseerde flyer) valt onder het bereik van deze code. In de uiting wordt men namelijk op wervende wijze aangespoord zich aan te melden voor de buurtapp van afzender, waardoor sprake is van reclame in de zin van artikel 1.1 aanhef en onder a Code VOR. Dat afzender, naar zij stelt, niet aanzet tot het kopen van goederen of diensten doet daaraan niet af. De Code VOR heeft een ruim toepassingsgebied en regelt elk soort reclamedrukwerk, ongeacht de aard en intentie daarvan.

2)  Hetgeen afzender aanvoert ter rechtvaardiging van het verspreiden van de uiting in brievenbussen met een sticker, kan niet tot het oordeel leiden dat de bezorging toelaatbaar is. De Code VOR biedt geen ruimte voor een dergelijke afweging. Door het aanbrengen van een brievenbussticker geeft de bewoner te kennen geen ongeadresseerd reclamedrukwerk te willen ontvangen, ongeacht de aard en de inhoud daarvan en ongeacht of men bij dit drukwerk is gebaat. Afzender dient te beseffen dat het bezorgen van de brief in brievenbussen met een sticker indruist tegen de wil die de bewoner door middel van het aanbrengen van de sticker uitdrukkelijk heeft geuit. Daarbij bestaan voor afzender overigens nog steeds voldoende mogelijkheden om de flyer te verspreiden. Bezorgers kunnen bijvoorbeeld aanbellen bij huizen met een brievenbussticker om te vragen of de bewoner, ondanks deze sticker, toch prijs stelt op de brief over de buurtapp. Dit is onder de Code VOR toegestaan. Afzender zal haar bezorgers hierover adequaat dienen te instrueren.

3)  Op grond van artikel 1.2 Code e-mail dient (onder meer) het adres van afzender in het ongeadresseerde reclamedrukwerk te staan. Nu in het drukwerk een adres ontbreekt, heeft afzender in strijd met dit artikel gehandeld. Dat zij via haar website wel informatie over haar adres geeft, doet niet af aan de verplichting dit adres ook in het drukwerk te vermelden.

4)  Voor zover klager bezwaar maakt tegen het feit dat op de flyers die afzender op haar website ter download en verzending aanbiedt een huisnummer ontbreekt, betreft het een kwestie die niet onder het bereik van de Code VOR of de Nederlandse Reclame Code valt. Op dit punt wijst de voorzitter de klacht daarom af. Tot slot acht de voorzitter het begrijpelijk dat afzender in dit specifieke geval niet de gegevens van de verspreider bekend heeft gemaakt. Het gaat om een buurtbewoner en bekendmaking van diens persoonlijke gegevens aan derden kan meebrengen dat in strijd met de Algemene verordening gegevensbescherming wordt gehandeld. Op deze punten wordt de klacht afgewezen.

 

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande heeft afzender gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 1.2 en artikel 3.1 Code VOR. De voorzitter beveelt afzender in zoverre aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te verspreiden.

Voor het overige wijst de voorzitter de klacht af.

 

Het bezwaar tegen de beslissing van de voorzitter

Dit bezwaar wordt als volgt samengevat.

De voorzitter heeft voor zover hier van belang overwogen:

“Tot slot acht de voorzitter het begrijpelijk dat afzender in dit specifieke geval niet de gegevens van de verspreider bekend heeft gemaakt. Het gaat om een buurtbewoner en bekendmaking van diens persoonlijke gegevens aan derden kan meebrengen dat in strijd met de Algemene verordening gegevensbescherming wordt gehandeld. Op deze punten (“punten” verwijst mede naar een ander onderdeel van de klacht) wordt de klacht afgewezen.”

Klager vindt het begrijpelijk dat hij in verband met de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) deze gegevens niet krijgt, maar een gehele afwijzing van dit onderdeel van de klacht vindt hij niet terecht. Klager verzoekt de Commissie:

1.

te constateren dat de afzender heeft gehandeld in strijd met “artikel 5”;

2.

de afzender te adviseren om de verspreider een kopie van de beslissing te doen toekomen en

3.

afzender te adviseren om in de toekomst geen gebruik meer te maken van verspreiders die anoniem wensen te blijven.

 

De reactie van afzender op het bezwaar

Afzender haalt artikel 5 van de Code VOR aan, waarin onder meer staat:

“Indien de klacht is gericht aan de afzender dient deze op eerste verzoek naam en adres van de verspreider bekend te maken.”

Het uitnodigen van een buur met een uitnodigingsbrief is één van de mogelijkheden die afzender aanbiedt om buren met elkaar te verbinden. Deze uitnodigingsbrief voorziet afzender van de nodige uitleg en tips over hoe “je de uitnodigingsbrief het best kan verspreiden in jouw buurt”. Inmiddels heeft afzender intern besproken hoe zij de betreffende procedure het best kan aanpassen, zodat wordt voldaan aan de “uitspraak van de Stichting Reclame Code en de geldende regels”.

Indien de Commissie dat wenst, kan afzender ervoor zorgen dat zij alleen nog uitnodigings-brieven zal aanbieden met daarop de gegevens van de buur die zijn of haar buurtapp wil opstarten. Dit heeft wel tot gevolg dat een deel van de mogelijke kandidaten zal wegvallen, en er mogelijk mooie initiatieven verloren zullen gaan. Afzender kan echter ook haar eigen gegevens op de brief vermelden.

 

Het oordeel van de Commissie

De Commissie vat het bezwaar tegen de voorzittersbeslissing op in die zin dat klager de Commissie verzoekt om te oordelen dat afzender artikel 5 Code VOR heeft overtreden, voor zover daarin staat:

“Indien de klacht is gericht aan de afzender, dient deze op eerste verzoek naam en adres van de verspreider bekend te maken”. De Commissie oordeelt hierover als volgt. 

In artikel 1.1 Code VOR is “Verspreider” gedefinieerd als “de organisatie die het ongeadresseerde reclamedrukwerk of de huis-aan-huisbladen verspreidt of doet verspreiden in opdracht van de afzender”.

In het onderhavige geval is een uitnodigingsbrief betreffende de buurtapp “Hoplr” door een buurtbewoner in klagers brievenbus gedeponeerd. In dit verband overweegt de Commissie dat afzender heeft meegedeeld dat het uitnodigen van een buur met een uitnodigingsbrief één van de mogelijkheden is die afzender aanbiedt om buren met elkaar te verbinden.

Naar het oordeel van de Commissie kan de betreffende buurtbewoner echter niet worden aangemerkt als een “organisatie die het ongeadresseerde reclamedrukwerk (…) verspreidt of doet verspreiden in opdracht van de afzender” als bedoeld in artikel 1.1 Code VOR en derhalve niet als verspreider in de zin van de Code VOR. Reeds om deze reden kan klagers verzoek om te bepalen dat afzender artikel 5 Code VOR heeft overtreden, niet worden ingewilligd.

Klagers verzoek aan de Commissie om afzender te adviseren om (i) “de verspreider” een kopie van de beslissing te doen toekomen en (ii) voortaan geen gebruik meer te maken van “verspreiders” die anoniem wensen te blijven, wordt evenmin ingewilligd, reeds omdat de Commissie op grond van haar reglement (“Reglement betreffende de werkwijze van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep”) niet bevoegd is om een dergelijke beslissing te nemen.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie acht het bezwaar ongegrond en bevestigt de beslissing van de voorzitter, voor zover daartegen bezwaar is gemaakt, met wijziging van gronden.

 

 

 

 

Samenvatting van de klacht

De klacht is gericht tegen een flyer van Hoplr waarin de ontvanger wordt uitgenodigd zich aan te melden voor de gelijknamige buurtapp. Daarbij worden diverse mogelijke toepassingen van de buurtapp genoemd en gezegd dat Hoplr vrij is van koopjes en reclame. Klager stelt, samengevat, dat de flyer ongeadresseerd reclamedrukwerk betreft dat in strijd met de Nee/Nee-sticker op zijn brievenbus is bezorgd. Afzender lijkt volgens hem van plan in de toekomst Nee/Nee-stickers te blijven negeren. Verder ontbreekt het adres van afzender op de flyer. Daarnaast maakt klager bezwaar tegen het feit dat op de flyers die afzender op haar website ter download en verspreiding aanbiedt, een huisnummer ontbreekt. Tot slot maakt hij er bezwaar tegen dat afzender niet meedeelt welke persoon de uiting heeft verspreid.

 

Samenvatting van het verweer

Afzender omschrijft in het verweer haar dienstverlening. Kort gezegd betreft dit een digitaal buurtnetwerk waaraan men zonder betaling kan deelnemen. Een ‘Hoplr-buurt’ wordt steeds gelanceerd door middel van een fysieke invitatiebrief. In dit geval heeft een buurtbewoner ervoor gekozen de brief bij klager te bezorgen. Afzender kiest er bewust voor de invitatiebrief ook te laten bezorgen in brievenbussen met een Nee/Nee-sticker. Zij wil niemand buitensluiten en zij zet niet aan tot het kopen van goederen of diensten. In België wordt de invitatiebrief daarom niet beschouwt als reclamedrukwerk. Afzender beoogt bewoners van een buurt met de app dichter bij elkaar te brengen vanuit een positieve en constructieve insteek. Via haar websites kan men meer informatie vinden over afzender. Hier is haar adres eenvoudig te vinden. In de toekomst zal afzender daar ook andere contactgegevens vermelden.

 

Het oordeel van de voorzitter

1)  Klager heeft onweersproken gesteld dat de bewuste uiting is bezorgd in zijn brievenbus, hoewel die is voorzien van een Nee/Nee-sticker. Het betreft, naar de voorzitter aanneemt, een sticker als vermeld in bijlage 1 bij de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (Code VOR). Ook een uiting als de onderhavige (een ongeadresseerde flyer) valt onder het bereik van deze code. In de uiting wordt men namelijk op wervende wijze aangespoord zich aan te melden voor de buurtapp van afzender, waardoor sprake is van reclame in de zin van artikel 1.1 aanhef en onder a Code VOR. Dat afzender, naar zij stelt, niet aanzet tot het kopen van goederen of diensten doet daaraan niet af. De Code VOR heeft een ruim toepassingsgebied en regelt elk soort reclamedrukwerk, ongeacht de aard en intentie daarvan.

2)  Hetgeen afzender aanvoert ter rechtvaardiging van het verspreiden van de uiting in brievenbussen met een sticker, kan niet tot het oordeel leiden dat de bezorging toelaatbaar is. De Code VOR biedt geen ruimte voor een dergelijke afweging. Door het aanbrengen van een brievenbussticker geeft de bewoner te kennen geen ongeadresseerd reclamedrukwerk te willen ontvangen, ongeacht de aard en de inhoud daarvan en ongeacht of men bij dit drukwerk is gebaat. Afzender dient te beseffen dat het bezorgen van de brief in brievenbussen met een sticker indruist tegen de wil die de bewoner door middel van het aanbrengen van de sticker uitdrukkelijk heeft geuit. Daarbij bestaan voor afzender overigens nog steeds voldoende mogelijkheden om de flyer te verspreiden. Bezorgers kunnen bijvoorbeeld aanbellen bij huizen met een brievenbussticker om te vragen of de bewoner, ondanks deze sticker, toch prijs stelt op de brief over de buurtapp. Dit is onder de Code VOR toegestaan. Afzender zal haar bezorgers hierover adequaat dienen te instrueren.

3)  Op grond van artikel 1.2 Code e-mail dient (onder meer) het adres van afzender in het ongeadresseerde reclamedrukwerk te staan. Nu in het drukwerk een adres ontbreekt, heeft afzender in strijd met dit artikel gehandeld. Dat zij via haar website wel informatie over haar adres geeft, doet niet af aan de verplichting dit adres ook in het drukwerk te vermelden.

4)  Voor zover klager bezwaar maakt tegen het feit dat op de flyers die afzender op haar website ter download en verzending aanbiedt een huisnummer ontbreekt, betreft het een kwestie die niet onder het bereik van de Code VOR of de Nederlandse Reclame Code valt. Op dit punt wijst de voorzitter de klacht daarom af. Tot slot acht de voorzitter het begrijpelijk dat afzender in dit specifieke geval niet de gegevens van de verspreider bekend heeft gemaakt. Het gaat om een buurtbewoner en bekendmaking van diens persoonlijke gegevens aan derden kan meebrengen dat in strijd met de Algemene verordening gegevensbescherming wordt gehandeld. Op deze punten wordt de klacht afgewezen.

 

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande heeft afzender gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 1.2 en artikel 3.1 Code VOR. De voorzitter beveelt afzender in zoverre aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te verspreiden.

Voor het overige wijst de voorzitter de klacht af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken