a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Status:

Dossiernr:

2022/00302

Datum:

25-08-2022

Uitspraak:

RCC Aanbeveling (voor zover nodig)

Product/dienst:

Vastgoed

Motivatie:

Misleiding Voornaamste kenmerken product

Medium:

Digitale Marketing Communicatie

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een uiting op de website van Holland West Makelaardij, www.hollandwest.nll/diensten/verhuur-beheer, waarin, voor zover hier van belang, staat:

“Verhuurdersinformatie

De woningen, winkels en bedrijfspanden waarbij Holland West Makelaardij bemiddelt, verhuren we aan bedrijven of particulieren. Uiteraard verricht Holland West Makelaardij een grondig antecedentenonderzoek en garanderen wij u een keurige huurder voor uw woning c.q. winkel/bedrijfspand.”

 

De klacht

In de uiting staat dat een ‘goede huurder’ wordt gegarandeerd en dat een grondig antecedentenonderzoek wordt gedaan. Door adverteerder is aan klager geen goede huurder aangedragen en er is geen grondig antecedentenonderzoek gedaan. Klager heeft hierdoor schade opgelopen vanwege een hennepkwekerij in zijn woning. De kantonrechter heeft in haar eindvonnis ook gesteld dat de makelaar niet aan de zorgplicht heeft voldaan. 

 

De samenvatting van het verweer

Adverteerder wijst de Commissie er op dat al sprake is van een civiele procedure waarbij de kantonrechter inmiddels vonnis heeft gewezen. De Commissie dient zich naar het oordeel van adverteerder niet over deze civiele kwestie uit te laten en kan slechts oordelen of de onderhavige reclame aan de regels van de Nederlandse Reclame Code voldoet.

Het enkele feit dat de kantonrechter heeft geoordeeld dat adverteerder tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen voortvloeiende uit de overeenkomst van opdracht (verwezen wordt naar het tussenvonnis van 15-12-2021) betekent volgens adverteerder niet dat de betreffende reclame-uiting in strijd is met de NRC. Ook heeft de Raad van Toezicht West van de Stichting Tuchtrechtspraak NVM geoordeeld dat er geen sprake is van een tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door adverteerder en is de klacht van klager aldaar ongegrond verklaard.

 

De mondelinge behandeling

Adverteerder heeft zijn standpunt nader toegelicht en vragen van de Commissie beantwoord. De inhoud is voor zoveel nodig opgenomen in het oordeel van de Commissie.

Adverteerder heeft opgemerkt dat de bestreden uiting inmiddels is aangepast, waarbij het woord ‘grondig’ vóór antecedentenonderzoek is verwijderd en ook de tekst “garanderen wij u een keurige huurder voor uw woning c.q. winkel/bedrijfspand” is aangepast.

 

Het oordeel van de Commissie

1.         Vooropgesteld wordt dat de beoordeling van de Commissie zich beperkt tot de door klager overgelegde reclame-uiting, zoals genoemd onder het kopje ‘de bestreden uiting’. De Commissie toetst of deze uiting aan de Nederlandse Reclame Code (hierna: NRC) voldoet en is hiertoe bevoegd. Dat, zoals in het onderhavige geval, een geschil bij de civiele rechter en de tuchtrechter zich heeft voorgedaan, doet aan voornoemde bevoegdheid van de Commissie in dit geval niet af. De Commissie overweegt als volgt.

2.         Adverteerder kiest ervoor om op de website zonder enig voorbehoud te adverteren met de mededeling “grondig antecedentenonderzoek” en vervolgens met de stellige claim “garanderen […] een keurige huurder”. Op basis van deze stellige woordkeus kan bij de gemiddelde consument de indruk ontstaan dat adverteerder een zo grondig antecedentenonderzoek uitvoert dat er gegarandeerd geen problemen met een huurder verwacht behoeven te worden. In de praktijk blijkt het uitgevoerde antecedentenonderzoek niet tot een dergelijk gegarandeerd resultaat te (kunnen) leiden. Nu een nuancering van de mededeling en claim op de website ontbreekt, is de uiting te absoluut en wordt de gemiddelde consument op het verkeerde been gezet ten aanzien van de betekenis die zij mag toekennen aan de woorden ‘grondig antecedentenonderzoek’ en ‘garantie op keurige huurder’.

3.         Op basis van het voorgaande is de Commissie van oordeel dat sprake is van onjuiste informatie als bedoeld in de aanhef van artikel 8.2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de Commissie van oordeel dat de gemiddelde consument hierdoor ertoe gebracht kan worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC. Nu adverteerder tijdens de mondelinge behandeling heeft medegedeeld dat zij de uiting heeft aangepast, ziet de Commissie aanleiding de aanbeveling te doen ‘voor zover nodig’.

4.         De Commissie beslist als volgt.

 

De beslissing

De Commissie acht de bestreden uiting in strijd met artikel 7 NRC en zij beveelt adverteerder, voor zover nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken