a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Status:

Dossiernr:

2022/00555

Datum:

06-04-2023

Uitspraak:

VT bevestigd (=Aanbeveling)

Product/dienst:

Vervoer

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Buitenreclame

De bestreden reclame-uiting

Het betreft de volgende tekst op de kentekenplaat aan de achterzijde van een huurauto van MyWheels: “Deze deelauto compenseert 425 bomen per jaar”.

 

De klacht

Klager vindt de tekst “Deze deelauto compenseert 425 bomen per jaar” misleidend en voert hiertoe -samengevat- het volgende aan. Volgens het woordenboek Van Dale betekent “compenseren” onder meer: “tegen elkaar (doen) opwegen: ontvangsten compenseren de uitgaven”. In Amelisweerd (bijvoorbeeld) worden ruim 800 bomen bedreigd om autogebruik beter mogelijk te maken. Honderden mensen voeren hiertegen actie. Tientallen ambtenaren vergaderen al jaren over variaties en alternatieven. In de bestreden uiting staat impliciet dat twee jaar rijden in de onderhavige huurauto voornoemde 800 bomen zal compenseren en dat hiermee kan worden volstaan om dit maatschappelijk zeer hete hangijzer op te lossen.

 

Het verweer in eerste instantie

  
Het verweer wordt als volgt samengevat.
MyWheels is zich ervan bewust dat de uiting op de kentekenplaten van haar auto’s niet meer up to date is. Er wordt gewerkt aan een nieuw design waarbij een dergelijke tekst achterwege wordt gelaten. Vervolgens zal MyWheels gedurende het jaar de kentekenplaten van haar nieuwe auto’s voorzien van het nieuwe design. 

 

Samenvatting van het oordeel van de voorzitter 

De voorzitter heeft -kort gezegd- geoordeeld dat met de mededeling “Deze deelauto compenseert 425 bomen per jaar” gerefereerd wordt aan milieuaspecten verbonden aan het gebruik van de onderhavige, door MyWheels te verhuren deelauto, waardoor sprake is van een milieuclaim als bedoeld in artikel 1 van de Milieu Reclame Code (hierna ook: MRC). Het had op de weg van adverteerder gelegen om de juistheid van deze claim aan te tonen, zoals bedoeld in artikel 3 MRC. Daarin is adverteerder niet geslaagd, waardoor de voorzitter heeft geoordeeld dat de bestreden uiting in strijd is met artikel 3 MRC.

 

Het bezwaar van adverteerder

Adverteerder voert als grond voor het bezwaar aan: “Autodelen zorgt voor een aanzienlijke vermindering van de CO2-uitstoot”. Uit verschillende onderzoeken blijkt volgens adverteerder dat autodelen tot aanzienlijk minder autobezit leidt. Door autodelen zijn minder auto’s nodig, hoeven minder auto’s geproduceerd te worden en wordt er dus minder CO2 uitgestoten bij de productie.

Op jaarbasis maken mensen door autodelen minder kilometers. Per autodeler worden per jaar 1.947 kilometers minder gereden, hetgeen een positief effect heeft op CO2-uitstoot. Per autodeler per jaar is dit 345 kg minder CO2-uitstoot, aldus adverteerder. Als dit wordt omgerekend naar een totale besparing per deelauto, is dat volgens adverteerder 8,5 ton CO2 per jaar. Adverteerder voert hierbij aan dat de Climate Neutral Group stelt dat het reduceren van 1 ton CO2 gecompenseerd kan worden door 50 bomen die één jaar groeien. Dat betekent volgens adverteerder dat een deelauto door het reduceren van 8,5 ton CO2 per jaar, gecompenseerd kan worden door 425 bomen. Dit aantal ligt bij elektrisch rijden hoger.

 

Samenvatting van de reactie van klager op het bezwaar

Allereerst voert klager aan dat het inhoudelijk bezwaar van adverteerder te laat is verzonden (buiten de toegestane termijn). Adverteerder heeft volgens klager de termijn laten verlopen en niet inhoudelijk gereageerd en adverteerder komt vervolgens in bezwaar met een andere mening. Hierdoor zijn volgens klager zijn procedurele mogelijkheden beperkt geworden.

Klager acht de door adverteerder gehanteerde milieuclaim niet bewezen. In de claim wordt verwezen, naar ‘deze’ deelauto en derhalve dient adverteerder ook aan te tonen dat de claim voor die auto geldt.

Klager somt vervolgens diverse andere bronnen en cijfers op. Bij deze bronnen staat aangegeven dat de cijfers globaal zijn, hetgeen volgens klager ook niet anders kan gezien de materie. En hetgeen evengoed geldt voor de gegevens die adverteerder heeft aangeleverd. Klager voert andere cijfers aan, waarbij een gemiddelde volwassen boom ongeveer 25 kg CO2 per jaar opneemt, elke liter verbrande benzine 2269 gram CO2 in de lucht brengt en de gemiddelde auto ongeveer 15 km op 1 liter benzine rijdt. Voor het behalen van de CO2-claim, dient het gebruik van die deelauto ervoor te zorgen dat er door andere auto’s op jaarbasis ca. 70.000 km minder of niet gereden wordt. Die deelauto staat vaak langdurig stil op de parkeerplaats. Klager daagt adverteerder uit de grootte van dat gebruik, te weten die ‘compensatie’ voor “DIE” deelauto te bewijzen.

Het feit dat door adverteerder 425 bomen worden genoemd (en niet 400 tot 450 bomen), doet klager vermoeden dat uit verschillende gunstige onderzoeksresultaten is geshopt om vervolgens een “strak getal” te berekenen. Volgens klager is de bron die adverteerder heeft aangehaald voorzichtiger dan de door adverteerder met stelligheid aangedragen tonnen vermindering van CO2.

Voorts voert klager aan dat de reclame-uiting een “vloek” is. Klager is van mening dat het een brutaliteit is om in deze tijd te beweren dat als 425 bomen er niet zouden zijn, of ‘economisch rendabel’ zouden worden gemaakt, dit gemis opgevangen kan worden door een bepaalde vorm van gebruik van een bepaalde auto. Klager voert aan: “basaal feit is dat welke vorm van autogebruik dan ook, geen bomen kan vervangen”. Een boom is veel meer dan een bergplaats van CO2.

 

De mondelinge behandeling

Adverteerder heeft zijn standpunt in bezwaar gehandhaafd en nader toegelicht, alsmede vragen van de Commissie beantwoord. Op hetgeen adverteerder heeft aangevoerd, wordt in het hierna volgende oordeel ingegaan voor zover dat voor de beslissing van belang is.

 

Het oordeel van de Commissie

1.  Voor zover de reactie van klager op het bezwaar procedureel van aard is, merkt de Commissie het volgende op. Dat adverteerder pas in het bezwaarschrift een inhoudelijke reactie heeft gegeven, kan in het onderhavige geval niet tot het oordeel leiden dat het bezwaarschrift van adverteerder door de Commissie buiten beschouwing dient te worden gelaten. Klager is in de gelegenheid gesteld te reageren op het bezwaarschrift en is niet in zijn belangen geschaad. De Commissie overweegt ten aanzien van het inhoudelijke debat als volgt.   

2.  De klacht is gericht tegen een tekst op de kentekenplaat aan de achterzijde van een huurauto van MyWheels. De Commissie vat de klacht aldus op dat klager bezwaar maakt tegen de mededeling “Deze deelauto compenseert 425 bomen per jaar”, nu deze mededeling volgens klager niet juist is en adverteerder deze mededeling niet waarmaakt.

3.  Bij de vraag of een reclame-uiting misleidend is, dient te worden uitgegaan van de totale uiting en de context waarin mededelingen worden gedaan. In het onderhavige geval is sprake van een korte mededeling op de kentekenplaat aan de achterzijde van een auto. De Commissie is van oordeel dat deze mededeling: “Deze deelauto compenseert 425 bomen per jaar”, moet worden aangemerkt als een milieuclaim in de zin van artikel 1 van de Milieu Reclame Code (hierna ook: MRC), aangezien met deze mededeling wordt gerefereerd aan milieuaspecten die verbonden zijn aan het gebruik van deze deelauto. De MRC gold ten tijde van het indienen van de klacht en daarom zal aan deze code worden getoetst. Daarbij is van belang dat op grond van artikel 2 MRC milieuclaims geen mededelingen of suggesties mogen bevatten waardoor de consument misleid kan worden over milieuaspecten van het aangeprezen product. Om te voorkomen dat de consument in verwarring wordt gebracht over de milieuvoordelen van de deelauto, moet daarover in de uiting juiste en duidelijke informatie worden verstrekt. In artikel 3 MRC staat dat alle milieuclaims aantoonbaar juist dienen te zijn en dat de bewijslast op de adverteerder rust. Naarmate de milieuclaims absoluter zijn geformuleerd, worden zwaardere eisen gesteld aan het bewijsmateriaal.

4.  De Commissie is van oordeel dat de gemiddelde consument de claim zo zal opvatten dat het milieu is gebaat bij het gebruik van deze deelauto aangezien daarmee 425 bomen worden gecompenseerd. De Commissie acht deze uiting voor de gemiddelde consument onduidelijk. In feite bedoelt adverteerder niet dat het gebruik van een deelauto leidt tot een besparing van bomen maar een reductie van de CO2-uitstoot. De gedachte is dat autodelen tot aanzienlijk minder autobezit leidt. Bovendien blijkt dat autodelers minder kilometers rijden. Daarom zijn er minder auto’s nodig en hoeven er minder auto’s geproduceerd te worden hetgeen leidt tot minder CO2 uitstoot, aldus adverteerder. De Commissie acht het niet aannemelijk dat de gemiddelde consument deze redenering zal afleiden uit de mededeling “Deze deelauto compenseert 425 bomen per jaar”. Daarmee is sprake van een onduidelijke en om die reden misleidende milieuclaim. Daarnaast geldt het volgende.

5.  Doordat elke nuancering met betrekking tot de geclaimde compensatie ontbreekt, is de claim absoluut van aard. Ingevolge de MRC dienen milieuclaims aantoonbaar juist te zijn en absolute claims, zoals in het onderhavige geval, vereisen (zeer) sterk bewijsmateriaal. Uit het bewijsmateriaal moet blijken dat het beweerde resultaat gegarandeerd wordt bereikt. Adverteerder voert in bezwaar aan dat “autodelen zorgt voor aanzienlijke vermindering van de CO2-uitstoot”. Adverteerder heeft een berekening overgelegd waarbij sprake is van een CO2-vermindering en adverteerder voert daarbij aan dat zonder deze vermindering 425 bomen per jaar moeten groeien om de CO2-uitstoot te compenseren. Adverteerder maakt in het bezwaar en tijdens de mondelinge behandeling duidelijk dat zij zich inspant voor het ‘autodelen’ hetgeen volgens haar zorgt voor een vermindering van de CO2-uitstoot. Het is echter de vraag of adverteerder de absolute claim: “Deze deelauto compenseert 425 bomen per jaar”, in de bestreden uiting waarmaakt. Naar het oordeel van de Commissie is dat niet het geval.

6.  De Commissie constateert dat de onderbouwing door adverteerder ziet op het gebruik van deelauto’s in zijn algemeenheid en dat de onderbouwing van de claim naar het blijkt uit het bezwaar en de mondelinge behandeling, is gebaseerd op een ‘som der gemiddelden’. De uiting noemt echter een concreet en exact resultaat. De Commissie is van oordeel dat dit de absolute claim niet onderbouwt. Wellicht kan het ‘autodelen’ bijdragen aan vermindering van de CO2-uitstoot, maar de Commissie acht het op grond van hetgeen adverteerder aanvoert onvoldoende aannemelijk dat door genoemde deelauto een compensatie wordt bereikt die exact op 425 bomen per jaar kan worden berekend.

7.  Op grond van het voorgaande is de bestreden uiting in strijd met artikel 3 MRC en tevens in strijd met artikel 2 MRC, waarin is bepaald dat milieuclaims de consument niet mogen misleiden over milieuaspecten van de aangeprezen producten, of over de bijdrage van adverteerder aan het handhaven en bevorderen van een schoon leefmilieu in het algemeen.
De Commissie beslist daarom als volgt.

 

De beslissing van de Commissie

De Commissie bevestigt de beslissing van de voorzitter en acht de reclame-uiting in strijd met artikel 2 en artikel 3 MRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
 

[Hieronder volgt de beslissing van de voorzitter van 24 januari 2023 waartegen bezwaar is gemaakt]
 

De bestreden reclame-uiting

Het betreft de volgende tekst op de kentekenplaat aan de achterzijde van een huurauto van MyWheels: “Deze deelauto compenseert 425 bomen per jaar”.

 

De klacht

Klager vindt de tekst “Deze deelauto compenseert 425 bomen per jaar” misleidend en voert hiertoe -samengevat- het volgende aan. Volgens het woordenboek Van Dale betekent “compenseren” onder meer: “tegen elkaar (doen) opwegen: ontvangsten compenseren de uitgaven”. In Amelisweerd (bijvoorbeeld) worden ruim 800 bomen bedreigd om autogebruik beter mogelijk te maken. Honderden mensen voeren hiertegen actie. Tientallen ambtenaren vergaderen al jaren over variaties en alternatieven. In de bestreden uiting staat impliciet dat twee jaar rijden in de onderhavige huurauto voornoemde 800 bomen zal compenseren en dat hiermee kan worden volstaan om dit maatschappelijk zeer hete hangijzer op te lossen.

 

Het verweer

Het verweer wordt als volgt samengevat.
MyWheels is zich ervan bewust dat de uiting op de kentekenplaten van haar auto’s niet meer up to date is. Er wordt gewerkt aan een nieuw design waarbij een dergelijke tekst achterwege wordt gelaten. Vervolgens zal MyWheels gedurende het jaar de kentekenplaten van haar nieuwe auto’s voorzien van het nieuwe design. 
 

Het oordeel van de voorzitter 

Door de mededeling “Deze deelauto compenseert 425 bomen per jaar” wordt gerefereerd aan milieuaspecten verbonden aan het gebruik van de onderhavige, door MyWheels te verhuren deelauto. Gelet hierop is er sprake van een milieuclaim als bedoeld in artikel 1 van de Milieu Reclame Code (MRC). Klager heeft de juistheid van deze (absolute) milieuclaim gemotiveerd weersproken. Gelet hierop lag het op de weg van adverteerder om de juistheid van deze claim aan te tonen, zoals bedoeld in artikel 3 MRC. Daarin is adverteerder niet geslaagd. Zij noemt de bestreden uiting enkel “niet meer up to date” en heeft meegedeeld te werken aan een nieuw design zonder een dergelijke tekst ten behoeve van haar nieuwe auto’s. 

Gelet op het bovenstaande acht de voorzitter de bestreden uiting in strijd met artikel 3 MRC en wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De voorzitter acht de uiting in strijd met de artikel 3 MRC. Hij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken