a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Voeding en drank

Status:

Dossiernr:

2022/00325

Datum:

29-08-2022

Uitspraak:

Aanbeveling (gedeeltelijk)

Product/dienst:

Voeding en drank

Motivatie:

Subjectieve normen

Medium:

Digitale Marketing Communicatie

De bestreden reclame-uitingen

Het betreft vier video’s op TikTok:

A. (15 seconden)

Verweerder 1: “Dit wordt heel random, maar dat maakt niet uit. Ik wil al mijn hele leven mijn eigen chipsmerk. En na maanden proeven, tweaken, is het eindelijk zover dat je Krikkies chips kan halen bij de Jumbo” (verweerder 1 houdt verpakking omhoog). “Hij ligt daar gewoon in het chips-schap. En laat ook vooral even weten wat je ervan vindt en of je ze al hebt geproefd, nou, dat soort dingen. Let me know.”

 

B. (5 seconden)

Verweerder 1 (in beeld met vijf zakken chips): “prijs-kwaliteitverhouding”.
Ander persoon (in beeld met 1 zak/verpakking): “Die is hier goed”.

Verweerder 1: “Die is hier top” (stopt een handvol chips in zijn mond).

 

C. (29 seconden)

Verweerder 1 (in beeld met zak chips in handen): “Krickshots”

Gooit over een afstand van ongeveer drie meter chips in mond van ander persoon. Bij elke in de mond gevangen chip zegt verweerder 1: “Juist!”

Na 8 gevangen chips zegt verweerder 1: “Dat is toch niet normaal, alles gaat erin!”

 

D. (1 minuut)
Verweerder 1 met zak chips in hand, aan tafel met ander persoon (T):

Verweerder 1: “Hallo ik ben [verweerder 1], en dit is m’n chips. En er zijn nu allemaal filmpjes in omloop dat mensen zoveel mogelijk van die Krikkies in hun mond proberen te douwen.”
T: “Dat ga ik niet doen hoor.”

Verweerder 1: “[T] heeft zoals je ziet al twintig zakken op. (…) maar we gaan het proberen.” (Tegen T) “Tel je mee? 1, 2 (…) 20, (met mond vol). Ik kan ze nu al niet meer kwijt.” (…)
T: “33. We kunnen ze ook wat vochtiger maken.”
Verweerder 1 schudt nee.
T: “34.”
Verweerder 1: “Kan jij dit beter? Laat het weten in de comments of doe het zelf. De lat ligt nu op 34. Hm, goeie chips.”

 

De klacht

De klacht wordt als volgt samengevat.

Volgens klager zijn de video’s waarin reclame wordt gemaakt voor ‘Krikkies’ in strijd met artikel 2 van de Nederlandse Reclame Code (NRC), in strijd met de Reclamecode Social media (RSM), de Kinder- en Jeugd Reclamecode (KJC) en de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RVV).

In video A stelt verweerder 1 zijn hele leven al gedroomd te hebben van een eigen merk chips, en claimt hij ook dat hij eigenaar is van het merk. Klager gelooft dit niet: waarschijnlijk is verweerder 1 door Sureshot en/of de Bickery Food Group gevraagd om het product onder zijn naam te lanceren. Klager heeft het merk niet in het Benelux Merkenregister gevonden. Hij gaat er vanuit dat verweerder 1 niet de eigenaar is. Om die reden is de uiting in strijd met de waarheid, als bedoeld in artikel 2 NRC. Hetzelfde geldt volgens klager voor video B. Mocht verweerder 1 aantonen dat hij wel de initiatiefnemer en eigenaar van het merk is, dan vervalt de klacht tegen de video’s A en B, aldus klager.

Bij de video’s C en D is het volgens klager onvoldoende duidelijk dat hier sprake is van reclame. Om die reden is niet voldaan aan artikel 3a van de RSM. Daar komt volgens klager bij dat TikTok zich voornamelijk richt op kinderen. Volgens de toelichting bij artikel 3 RSM moet bij reclame die gericht is op kinderen rekening worden gehouden met het bevattingsvermogen van kinderen. Volgens het Nationale Social Media onderzoek 2022 heeft TikTok ongeveer 3 miljoen Nederlandse gebruikers, waarvan 1,4 miljoen in de leeftijdscategorie 6-19 jaar, aldus klager.

Klager maakt daarnaast bezwaar tegen het feit dat reclame wordt gemaakt voor het zoveel mogelijk Krikkies in je mond proppen of 20 zakken eten. Dat zijn volgens klager 10.600 calorieën, 4 maal de gewenste dagelijkse hoeveelheid. Dit is maatschappelijk ontoelaatbaar in het licht van overgewicht/obesitas en de ernstige medische gevolgen daarvan. Dit geldt zeker ook voor kinderen en jongeren, aldus klager. Uiting C is daarom in strijd met artikel 2 van de KJC, dat stelt dat reclame gericht op kinderen hen geen morele of fysieke schade mag berokkenen. Ingevolge de Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten geldt volgens klager dat indien een reclame-uiting onder het toepassingsbereik van deze Richtlijn valt, in plaats van “kinderen” telkens dient te worden gelezen: “minderjarigen”. Klager vindt de uitingen C en D daarnaast ook in strijd met de goede smaak en/of het fatsoen.

Uiting D (“De lat ligt nu op 34 Krikkies”) is volgens klager ook in strijd met de artikelen 6 en 8 van de RVV:

“Artikel 6: Het tonen van overmatige consumptie van een Voedingsmiddel en het expliciet aansporen tot overmatige consumptie in een reclame-uiting is verboden. 
Artikel 8: Artikel 8 lid 1: Reclame voor Voedingsmiddelen gericht op kinderen tot en met 12 jaar is niet toegestaan, tenzij het gaat om: […] (c) reclame gericht op kinderen van 7 tot met 12 jaar voor Voedingsmiddelen die voldoen aan de voedingskundige criteria.”
Volgens klager voldoen de Krikkies niet aan deze criteria.

 

Het verweer

Het verweer wordt als volgt samengevat.

Verweerder 1 is wel degelijk mede-eigenaar van Krikkies. Door zijn deelname neemt hij financiële risico’s en deelt hij mee in de mogelijke winsten. Er is dus geen sprake van dat een adverteerder verweerder 1 heeft ingehuurd voor de promotie van de chips aan de hand van een zogeheten influencer marketing overeenkomst. Verweerders verzoeken de Commissie daarom klager in het eerste deel van de klacht niet-ontvankelijk te verklaren.

Er is geen strijd met artikel 3 RSM. Voor zover de mogelijkheid bestaat dat onder de volgers van verweerder 1 ook kinderen zullen zijn, is dit onvoldoende specifiek om te oordelen dat de bestreden uiting geheel of gedeeltelijk is gericht op kinderen van 12 jaar en jonger. De Commissie oordeelde in een uitspraak uit 2021 (dossier 2021/00189) dat specifieke bepalingen betreffende reclame gericht op kinderen in dat geval niet van toepassing waren. De richtlijn Audiovisuele Mediadiensten was overigens niet van toepassing ten tijde van het plaatsen van de filmpjes, nu deze in mei t/m juni 2022 zijn geplaatst.

Verweerder 1 heeft niet in strijd met de KJC gehandeld. TikTok is uitsluitend bedoeld voor gebruikers van 13 jaar en ouder, wat ook in de gebruikersvoorwaarden staat. Het is feitelijk niet mogelijk dat verweerder 1 zich via TikTok op personen van 12 jaar of jonger richt, aldus verweerders. Daarnaast richt verweerder 1 zich überhaupt niet op personen van 12 jaar of jonger, ook niet op andere platformen. Uit opgevraagde YouTube statistieken blijkt dat de video’s van verweerder 1 zich richten op een publiek van jongvolwassenen en oudere tieners. De doelgroep bestaat voor 90,3% uit personen ouder dan 17 jaar. De statistieken van YouTube (die verweerders hebben overgelegd) zijn ter illustratie gebruikt om de doelgroep in kaart te brengen. TikTok biedt deze functionaliteit (nog) niet.     

Verweerder 1 handelt ook niet in strijd met de RVV.

Een zak Krikkies bevat 110 gram chips en bevat in totaal 583 Kcal. “34” chipjes, zoals in de video (D) te zien is, kan nooit en te nimmer kwalificeren als overconsumptie. Verweerder 1 staat daarnaast bij zijn publiek bekend om zijn leuke, grappige video’s waarbij hij vaak grapjes maakt en parodieert. Het maken van het zogenoemde “krickshot” hoeft dan ook niet letterlijk genomen te worden. Dat is ook duidelijk in het beeldmateriaal te zien. Er is geen sprake van overmatige consumptie.  

 

De mondelinge behandeling

Het standpunt van verweerders is aan de hand van een pleitnota nader toegelicht. Daarnaast hebben mr. Velasco Cruz en Y. Benali namens verweerders vragen van de Commissie beantwoord. Op hetgeen daarbij is verklaard zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan. Klager is niet ter zitting verschenen.

 

Het oordeel van de Commissie

1.

In het eerste deel van de klacht maakt klager bezwaar tegen de uitingen A en B omdat deze naar zijn mening in strijd met de waarheid zijn. Volgens klager doet verweerder 1 zich voor als adverteerder, terwijl hij dat feitelijk niet is. Klager staaft zijn vermoeden met de mededeling dat hij het merk “Krikkies” in het Benelux Merkenregister niet heeft kunnen vinden. Dit onderdeel van de klacht slaagt niet. Verweerders hebben voldoende aannemelijk gemaakt dat verweerder 1 wel degelijk (voor een derde) eigenaar is en daarmee als adverteerder beschouwd kan worden. De klacht tegen de uitingen A en B wordt daarom afgewezen.

2.

In het tweede deel van zijn klacht maakt klager bezwaar tegen de uitingen C en D, omdat deze volgens hem onvoldoende herkenbaar als reclame zijn, waarbij klager meeweegt dat de uitingen volgens hem zijn gericht op kinderen in de leeftijd van 12 jaar en jonger, zodat rekening dient te worden gehouden met het bevattingsvermogen van kinderen op dit gebied. Daarnaast zijn de uitingen volgens klager in strijd met de RVV omdat het niet is toegestaan om reclame te maken voor voedingsmiddelen als deze gericht is op kinderen tot en met 12 jaar (artikel 8 RVV) en omdat in de uitingen wordt aangespoord tot overmatige consumptie van chips, wat ingevolge artikel 6 RVV niet is toegestaan. De Commissie oordeelt hierover als volgt.

3.

Gelet op de klacht dient in de eerste plaats te worden bepaald of de uitingen gericht zijn op kinderen van 12 jaar en jonger. Volgens klager is dit het geval, omdat volgens het Nationale Social Media onderzoek 2022 TikTok ongeveer 3 miljoen gebruikers heeft, waarvan 1,4 miljoen in de leeftijdscategorie 6-19 jaar. Verweerders hebben hier tegenin gebracht dat de uitingen van verweerder 1 niet gericht zijn op kinderen jonger dan 13 jaar, maar op oudere tieners en jong-volwassenen, en dat het kinderen van 13 jaar en jonger niet is toegestaan om een eigen account aan te maken op TikTok. Ter zitting hebben verweerders nader toegelicht dat de mogelijkheid dat de uiting jonge kinderen mogelijk tóch bereikt te vergelijken is met de situatie dat minderjarigen zich ouder voordoen dan zij zijn om bijvoorbeeld een club binnen te komen. Het is volgens verweerders dan niet eerlijk om de club daarvoor verantwoordelijk te houden.

4.

De Commissie is van oordeel dat de uitingen door de tekst, toon, onderwerp en vormgeving zijn gericht op een publiek van oudere tieners en jongvolwassenen, en dat dit publiek zal begrijpen dat in de uitingen reclame wordt gemaakt voor chips. Dit neemt niet weg dat de uitingen alsnog een jonger publiek kunnen bereiken, hetzij via een account van een ander hetzij via een eigen account dat is gecreëerd door middel van het invullen van een onjuiste leeftijd. Het enkel door klager noemen van een onderzoek met de mededeling over het aantal gebruikers in een veel ruimere leeftijdsgroep (6-19 jaar) dan waar het in deze zaak om gaat (jonger dan 13), is echter onvoldoende om vast te kunnen stellen in welke mate deze leeftijdscategorie bereikt wordt.

5.

Nu de Commissie van oordeel is dat de uitingen niet gericht zijn op kinderen in de leeftijd 0-12 jaar en evenmin vastgesteld kan worden in welke mate de uitingen deze leeftijdscategorie bereiken, wordt de klacht voor zover deze betrekking heeft op de KJC, op artikel 8 RVV en artikel 3 RSM (voor zover wordt gerefereerd aan het bevattingsvermogen van kinderen) afgewezen. Klagers stelling in dit verband dat de uitingen in strijd zijn met de goede smaak en het fatsoen (artikel 2 NRC) acht de Commissie onvoldoende gemotiveerd. Voor zover klagers bezwaar met betrekking tot artikel 3 RSM zo begrepen moet worden dat de uitingen ook voor een publiek van oudere tieners en jongvolwassenen onvoldoende herkenbaar zijn als reclame, wijst de Commissie dit onderdeel van de klacht af. Het betreffende publiek zal uit de inhoud van de uitingen en de naam “Krikkies” begrijpen dat verweerder 1 zijn eigen chips aanprijst.

6.

Klager acht de uitingen C en D daarnaast in strijd met artikel 6 RVV. Artikel 6 RVV luidt: “Het tonen van overmatige consumptie van een Voedingsmiddel en het expliciet aansporen tot overmatige consumptie in een reclame-uiting is verboden. Ook mag dergelijk gedrag niet tot een voorbeeld worden gesteld of goedgepraat. (…)”.

7.

In uiting C is te zien hoe verweerder 1 chips gooit en een ander persoon deze in zijn mond probeert te vangen. Aan het einde van het filmpje is dit bij acht worpen gelukt. De Commissie beschouwt dit aantal niet als het tonen van “overmatige consumptie”. Daarbij ligt de nadruk op het vangen van de chips en niet op het eten van zoveel mogelijk chips, en is er van expliciete aansporing van het publiek geen sprake. De Commissie acht uiting C om die reden niet in strijd met artikel 6 RVV en evenmin in strijd met de KJC voor zover de uiting op oudere tieners is gericht.

8.

Dit ligt anders bij uiting D. Daarin is te zien hoe verweerder 1 met veel moeite zoveel mogelijk chips in zijn mond stopt, en na de 34ste chip gebaart dat er echt niks meer bij past in zijn mond. Daarna, als hij de chips kennelijk heeft doorgeslikt, spoort hij zijn publiek expliciet aan om hetzelfde te doen en daarbij het aantal van 34 te overtreffen door te zeggen: “Kan jij dit beter? Laat het weten in de comments of doe het zelf. De lat ligt nu op 34. Hm, goeie chips.” De Commissie acht uiting D om die reden in strijd met artikel 6 RVV. Dat de uiting wellicht als doel heeft om de chips van verweerder 1 op een grappige wijze onder de aandacht te brengen, doet hier niet aan af. Bij deze uitkomst doet niet meer ter zake of de uiting ook in strijd met andere bepalingen is.

9.

Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.

 

De beslissing

De Commissie acht uiting D in strijd met het bepaalde in artikel 6 RVV. Zij beveelt verweerders aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Voor het overige wijst zij de klacht af.  

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken