De bestreden reclame-uiting

Het betreft een folder voor de feestelijke opening van het “Voedselcentrum in R’dam Noord”. Op de folder staat onder meer: Gratis elke dag verse groenten Gratis 1 brood elke dag”.

De klacht

Klaagster stelt, kort samengevat en voor zover relevant voor de klacht, dat men eerst iets moet kopen voor minimaal € 0,50 voordat men gratis groenten en een gratis brood ontvangt. Dit blijkt niet uit de folder. Klaagster acht de folder daarom misleidend.

Het verweer

Dit kan als volgt worden samengevat.

Adverteerder heeft als doel minderbedeelden te helpen door middel van het verstrekken van gratis groenten en brood. Bij besteding van minimaal € 0,50 ontvangt de klant bij de kassa een bon die hij kan inleveren bij het gratis gedeelte van de winkel van adverteerder. De regels en doelstelling van adverteerder zijn duidelijk zodat van misleiding geen sprake kan zijn. De minimale besteding van € 0,50 en de voorwaarde dat één bon per dag mag worden ingeleverd, is noodzakelijk tegen “plunderaars”. De minimale besteding is ook nodig voor het voortbestaan van adverteerder, die weliswaar uitsluitend met vrijwilligers werkt maar kosten heeft zoals huur, benzineverbruik en onderhoud van vervoersmiddelen. Adverteerder betreurt de klacht en beschouwt deze als een aantijging jegens haar en haar vrijwilligers.

Het oordeel van de voorzitter

1) Niet in geschil is dat de consument uitsluitend van het gratis aanbod van adverteerder gebruik kan maken, nadat hij eerst voor minimaal € 0,50 bij haar aan producten heeft gekocht. Deze voorwaarde blijkt ten onrechte niet uit de folder. Aldus is sprake van het ontbreken van essentiële informatie die in de uiting niet had mogen ontbreken. De folder biedt naar het oordeel van de voorzitter voldoende ruimte om deze voorwaarde te vermelden, zodat de consument reeds in de folder daarover had kunnen worden geïnformeerd.

2) De voorzitter heeft begrip voor het feit dat bedoelde voorwaarde noodzakelijk is teneinde adverteerder in staat te stellen haar maatschappelijke doelstellingen te verwezenlijken. Adverteerder mag deze voorwaarde ook stellen. Dit neemt echter niet weg dat de consument vooraf over deze voorwaarde had dienen te worden geïnformeerd en dat, nu dit niet is gebeurd, sprake is van een omissie als bedoeld in artikel 8.3 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Voorts is de voorzitter van oordeel dat de gemiddelde consument door het ontbreken van deze informatie ertoe gebracht zou kunnen worden een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet zou hebben genomen. Om die reden is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

3) Gelet op de maatschappelijke doelstelling van adverteerder gaat de voorzitter ervan uit dat zij in nieuwe uitingen wel voldoende duidelijk zal vermelden dat aan het gratis aanbod de voorwaarde is verbonden dat men eerst voor minimaal € 0,50 bij haar een aankoop doet.

De beslissing van de voorzitter

Op grond van het voorgaande acht de voorzitter de reclame-uiting in strijd met het bepaalde in artikel 7 NRC. De voorzitter beveelt adverteerder, uitsluitend voor zover nodig, aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.