a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Dossiernr:

2013/00885

Datum:

03-02-2014

Uitspraak:

Aanbeveling (gedeeltelijk)

Product/dienst:

Tabak

Motivatie:

Misl. Voornaamste kenmerken product

Medium:

Audiovisuele Mediadiensten

De bestreden reclame-uiting

Het betreft een televisiereclame voor “het nieuwe roken van e-smoking”. Daarin is een tekenfilmpje is te zien, waarbij wordt gezegd:

“Roken zonder op het balkon alleen in de regen achter te blijven? Het kan met het nieuwe roken van e-smoking. U blaast geen stinkende rook uit, maar schone waterdamp. Dus blijf gezellig binnen en rook wanneer u wilt. E-smoking.”

In beeld verschijnt:

“Dit product is bedoeld voor rokers en kan nicotine bevatten. Nicotine is verslavend en heeft een negatief effect op hart- en bloedvaten. Dit product mag niet worden gebruikt door zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven, personen onder de 18, personen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, een verhoogde bloeddruk, diabetici of personen die medicatie gebruiken tegen depressies of astma”.

 

De klacht

Klaagster heeft de volgende bezwaren.

1.

Terwijl de e-sigaret een verslavend middel met de schadelijke stof nicotine is, wordt het roken ervan voorgesteld als comfortabel, gezellig en schoon, ‘schoon’ zowel voor de omgeving/meerokers (a) als voor de gebruiker (b).

Ad a.

Anders dan bij reguliere sigaretten zou de gebruiker geen schadelijke stoffen uitblazen, maar alleen waterdamp. Indien dit klopt, heeft klaagster geen bezwaar tegen de betreffende mededeling.

Ad b.

Indien gebruik wordt gemaakt van een patroon met nicotine, wordt een schadelijke stof ingeademd. Niet alleen is nicotine een verslavende stof waarbij stoppen zorgt voor ontwenningsverschijnselen, ook draagt nicotine bij aan het ontstaan van kanker. Voorts zorgt nicotine voor een verhoogd risico op bijvoorbeeld trombose en een hartinfarct en is deze stof schadelijk tijdens de zwangerschap en het geven van borstvoeding. Bovendien heeft de FDA (voedsel- en warenautoriteit Verenigde Staten) in een onderzoek in 2009 vastgesteld dat sommige e-sigaretten kankerverwekkende stoffen en giftige chemicaliën bevatten, zoals een bestanddeel van antivries (diethyleenglycol) en nitrosamines.

2.

Via de ‘smaakjes’ wordt roken aantrekkelijk gemaakt voor jonge niet-rokers en het feit dat de e-sigaret vrij verkrijgbaar is, draagt daaraan bij.

3.

Het roken van de e-sigaret kan een eerste stap zijn in de richting van het roken van reguliere sigaretten.

4.

Het roken van de e-sigaret kan ertoe leiden dat rokers meer nicotine binnen krijgen, omdat de e-sigaret ook kan worden gerookt op plekken waar een reguliere sigaret niet gerookt kan/mag worden.

5.

De e-sigaret zal niet werken als middel om te stoppen met roken, omdat de roker nog dezelfde handeling uitvoert als bij het roken van de reguliere sigaret en nog steeds nicotine binnenkrijgt.

6.

Er is onvoldoende bekend over de gezondheidseffecten op langere termijn.

7.

De reclame volgt direct op de campagne tegen roken van het KWF. Hierdoor lijkt de e-sigaret een gezond alternatief.

Het verweer

De klacht is gemotiveerd weersproken. Op het verweer zal worden teruggekomen in het oordeel.

De mondelinge behandeling ter vergadering van 12 december 2013.

De heer Van Galen heeft het standpunt van adverteerder nader toegelicht.

De voorzitter stelt aan de orde dat in de uiting onder meer wordt gezegd:

“U blaast geen stinkende rook uit, maar schone waterdamp”, terwijl in de “E-sigaretten Factsheet” van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), waarnaar in het verweer wordt verwezen, onder het kopje “Zijn de gepubliceerde gezondheidsclaims waar” over de claim “Geen passief roken” onder meer staat:

“In plaats van ‘tweedehands rook’ treedt er ‘passieve damp’ op. Metingen van de binnenlucht na het gebruik van de e-sigaret hebben namelijk de aanwezigheid aangetoond van formaldehyde (een bekende kankerverwekkende stof bij mensen), (….) benzeen (een bekende kankerverwekkende stof bij mensen (…) (Schripp e.a., 2013)”.

De heer Van Galen deelt onder meer mee dat het hier een literatuuronderzoek betreft dat “niet zo goed gedaan is”, dat de daarin genoemde formaldehyde verband houdt met één bepaalde sigaret en dat de mededeling over benzeen onjuist is. Naar de mening van de heer Van Galen zijn er geen redenen om aan te nemen dat de damp van de door adverteerder aangeboden e-sigaret niet schoon is.

Besloten wordt adverteerder in de gelegenheid te stellen de woorden “schone waterdamp” nader te onderbouwen door:

a.

een door adverteerder genoemd onderzoeksrapport van RIVM van juli 2013 over te leggen;

b.

een rapport van Netlab over te leggen betreffende onderzoek naar de e-sigaret met nicotine van adverteerder en

c.

te verwijzen naar relevante punten/vindplaatsen in bedoelde rapporten.

Adverteerder wordt in de gelegenheid gesteld de nadere onderbouwing vóór 7 januari 2014 aan de Commissie te doen toekomen, waarna de behandeling van de zaak zal worden voortgezet ter vergadering van 16 januari 2014.

E-mail van 7 januari 2014 van secretaris van de Commissie aan adverteerder

Aan adverteerder is meegedeeld dat de Commissie nog geen nadere onderbouwing van adverteerder heeft ontvangen.

Reactie van adverteerder bij e-mail van 8 januari 2014

Deze kan als volgt worden samengevat.

De onderzoeksresultaten zijn nog niet binnen en dit lijkt ook nog enige tijd te zullen duren. Er kan met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid worden gesteld dat de uitgeblazen damp niet schadelijk is voor de omgeving, maar helaas is adverteerder op dit moment nog niet in staat dat te bewijzen. Om die reden is de uiting aangepast en wordt niet langer gesproken over schone waterdamp.

Het oordeel van de Commissie

Met betrekking tot de verschillende bezwaren overweegt de Commissie het volgende.

 

Ad 1 a.

Dit onderdeel van de klacht vat de Commissie op in die zin dat klaagster bezwaar maakt tegen de mededeling “U blaast geen stinkende rook uit, maar schone waterdamp”.

Klaagster stelt haar bezwaar te laten varen, indien juist is dat de gebruiker van een e-sigaret geen schadelijke stoffen uitblaast.

Gelet op het bovenstaande ligt het op de weg van adverteerder de juistheid van de door haar gebezigde woorden “schone waterdamp” aan te tonen.

Ter vergadering van de Commissie van 12 december 2013 is adverteerder in de gelegenheid gesteld de woorden “schone waterdamp” nader (schriftelijk) te onderbouwen. Van deze gelegenheid heeft adverteerder geen gebruik gemaakt; adverteerder heeft

-samengevat- meegedeeld dat “de onderzoeksresultaten” nog enige tijd op zich zullen laten wachten en dat adverteerder op dit moment nog niet in staat is te bewijzen dat “de uitgeblazen damp niet schadelijk is voor de omgeving”.

Nu adverteerder de juistheid van de woorden “schone waterdamp” niet heeft aangetoond, is de Commissie van oordeel dat de uiting gepaard gaat met onjuiste informatie over de risico’s van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Gelet op de mededeling “U blaast geen stinkende rook uit, maar schone waterdamp” moet de bestreden uiting ook worden aangemerkt als een milieuclaim in de zin van als bedoeld in artikel 1 van de Milieu Reclame Code (MRC). Nu adverteerder de juistheid van voornoemde mededeling niet heeft aangetoond, acht de Commissie de uiting in strijd met de artikelen 2 en 3 MRC.

Ad 1 b.

In de uiting wordt -zoals bij verweer gesteld- niet met zoveel woorden gesproken over “patronen met nicotine”, maar wel wordt verwezen naar de mogelijkheid dat de aangeboden e-sigaret nicotine bevat, namelijk door de mededeling “Dit product (….) kan nicotine bevatten”.

Weliswaar wordt de e-sigaret gelet op de hiervoor onder het kopje “De bestreden reclame-uiting” vermelde waarschuwing:

“Dit product is bedoeld voor rokers …. t/m …. depressies of astma”

niet als geheel onschadelijk voor de gezondheid voorgesteld, maar deze waarschuwing valt naar het oordeel van de Commissie niet goed te verenigen met de eveneens in de uiting gedane mededelingen:

“U blaast geen stinkende rook uit, maar schone waterdamp. Dus blijf gezellig binnen en rook wanneer u wilt. E-smoking.”

Door deze mededelingen wordt het product, waaronder de e-sigaret met nicotine, als nogal onschuldig afgeschilderd.

Bij de inhoud van voornoemde waarschuwing komt nog dat adverteerder niet althans onvoldoende heeft weersproken dat e-sigaretten kankerverwekkende stoffen kunnen bevatten. Bij verweer heeft adverteerder verwezen naar de “E-sigaretten Factsheet” van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), maar dit verweer kan niet slagen. In voornoemde Factsheet staat immers onder het kopje/de vraag: “Zijn de gepubliceerde gezondheidsclaims waar” met betrekking tot de claim “Geen kanker” als antwoord onder meer:

“Dat is niet bekend, aangezien er sprake is van diverse tabaksspecifieke nitrosaminen, zoals NNK en NNN, die ook in e-sigaretten voorkomen. Dit zijn bekende kankerverwekkende stoffen bij mensen. Daarnaast bevatten e-sigaretten ook formaldehyde (een bekende kankerverwekkende stof bij mensen) en acetaldehyde (een mogelijk kankerverwekkende stof bij mensen)”.

Aangezien, zoals hiervoor overwogen, onderdelen van de uiting niet goed met elkaar te verenigen zijn, acht de Commissie de uiting voor de gemiddelde consument tevens onduidelijk ten aanzien van de risico’s van het product als bedoeld in artikel 8.2 aanhef en onder b van de Nederlandse Reclame Code (NRC). Nu de gemiddelde consument er bovendien toe kan worden gebracht een besluit over een transactie te nemen, dat hij anders niet had genomen, is de uiting misleidend en daardoor oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC.

Ad 2.

De Commissie stelt voorop dat in de bestreden uiting niet wordt gewezen op mogelijke ‘smaakjes’ van de e-sigaret. Voor zover klaagster meent dat door deze ‘smaakjes’ en het feit dat de e-sigaret vrij verkrijgbaar is “roken” aantrekkelijk wordt gemaakt bij jonge niet-rokers, leidt dat standpunt niet tot het oordeel dat de bestreden uiting om die reden in strijd is met de NRC.

Ad 3.

Klaagsters stelling dat het roken van de e-sigaret een eerste stap kan zijn in de richting van het roken van reguliere sigaretten, leidt evenmin tot het oordeel dat de bestreden uiting om die reden in strijd is met de NRC.

Ad 4.

Dat rokers meer nicotine binnen zouden kunnen krijgen, omdat de e-sigaret op meer plaatsen kan worden gerookt dan een reguliere sigaret, betekent niet dat de uiting om die reden in strijd is met de NRC.

Ad 5.

In de bestreden uiting ligt niet de suggestie besloten dat de e-sigaret zal werken als een middel om te stoppen met roken. Om die reden acht de Commissie dit bezwaar ongegrond.

Ad 6.

De stelling dat er onvoldoende bekend is over de gezondheidseffecten op langere termijn, leidt op zichzelf niet tot een ander oordeel dan hierboven gegeven onder Ad 1 a en b.

Ad 7.

De enkele stelling dat de onderhavige reclame direct volgt op een campagne tegen roken van het Koningin Wilhelmina Fonds leidt niet tot het oordeel dat de bestreden uiting om die reden de indruk zal wekken dat de e-sigaret “een gezond alternatief” is.

Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing

Op grond van het hetgeen hiervoor is overwogen onder Ad 1 a en Ad 1 b acht de Commissie de reclame-uiting in strijd met artikel 7 NRC en 2 en 3 MRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.

Voor het overige wijst de Commissie de klacht af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken