a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Voeding en drank

Status:

Dossiernr:

2016/00209

Datum:

06-04-2016

Uitspraak:

VT zonder aanbeveling

Product/dienst:

Voeding en drank

Motivatie:

Bijzondere Reclamecode

Medium:

Drukpers/tijdschriften

De bestreden reclame-uitingen

Het betreft twee advertenties voor ‘Frisia’ snoepjes in de edities 07-2015 en 11-2015 van het jeugdmagazine ‘Tsjakka!’. Dit magazine wordt elke maand verspreid via leden van de Superunie (Plus, Coop, Spar, MCD Supermarkten, Poeisz Supermarkten, Hoogvliet, Jan Linders, Deka, Nettorama, Attent, Emté Supermarkten, Golff, Vomar, Sanders, Deen en Boni) en is ook online beschikbaar. De doelgroep van het magazine is personen tussen 8 en 14 jaar.

 

De klacht

Klaagster stelt, samengevat, dat de ‘Tsjakka!’ op jonge kinderen is gericht. Volgens de opgave van de uitgever betreft het ook de doelgroep 8 tot en met 14 jaar. Gelet hierop is artikel 8 van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RVV) 2015 van toepassing. Het aangeprezen product voldoet niet aan de ‘Voedingskundige criteria reclame voor voedingsmiddelen gericht op kinderen’ waardoor het niet valt onder een uitzonderingscategorie en om die reden voor dit product geen reclame mag worden gemaakt gericht op kinderen van 7 tot en met 12 jaar. Verder is de reclame in Tsjakka! 07-2015 onvoldoende als zodanig herkenbaar. Meer in het bijzonder voldoet deze reclame niet aan de eisen van artikel 11.1 van de Nederlandse Reclame Code (NRC) in verbinding met artikel 4a Kinder- en jeugdreclamecode (KJC). Klaagster verzoekt de uitingen terug te laten trekken, ook voor zover deze online staan

 

De reacties van verweerders

Hierop zal hierna, voor zoveel nodig, worden ingegaan.

 

Het oordeel van de voorzitter

1)  Niet in geschil is dat de reclame-uitingen een voedingsmiddel betreffen en zijn gepubliceerd na het verstrijken van de overgangstermijn die tot 1 juli 2015 gold met betrekking tot artikel 8 RVV 2015. Evenmin is in geschil dat de reclame-uitingen in het bijzonder zijn gericht op de doelgroep van 8 tot en met 14 jaar.

2)  Met betrekking tot deze doelgroep overweegt de voorzitter dat klaagster onweersproken heeft gesteld dat zich met betrekking tot ‘Frisia’ snoepjes niet de uitzondering voordoet als bedoeld in artikel 8 lid 2 aanhef en onder c RVV 2015. Dit product voldoet, gelet op de door klaagster overgelegde productinformatie, niet aan de ‘Voedingskundige criteria reclame voor voedingsmiddelen gericht op kinderen’. Dit impliceert dat het verbod van artikel 8 lid 1 aanhef RVV 2015 om reclame te maken voor voedingsmiddelen van toepassing is voor wat betreft kinderen van 8 t/m 12 jaar en dat door de uitingen in strijd met dit verbod is gehandeld.

3)  Verweerders hebben verder niet weersproken dat de reclame voor kinderen in Tsjakka! 07-2015 onvoldoende als zodanig herkenbaar is waardoor deze niet voldoet aan de eisen van artikel 11.1 NRC in verbinding met artikel 4a KJC. De voorzitter oordeelt dat de reclame-uiting in strijd met deze artikelen is, nu daarin het woord “advertentie” ontbreekt.

4)  De voorzitter neemt nota van de mededeling van de Superunie dat de onderhavige edities niet meer in de winkels van haar leden beschikbaar zijn en dat de gewraakte advertenties niet meer online beschikbaar zijn. Verder neemt de voorzitter nota van de mededeling van de Superunie dat vanaf editie 9 van 2015 bij elke advertentie in het blad ‘Tsjakka!’ het woord “advertentie” is toegevoegd. Tevens stelt de Superunie haar werkwijze te hebben aangepast in die zin dat zij de voedingskundige criteria voortaan vooraf voorlegt aan potentiële adverteerders zodat deze voorafgaand aan de plaatsing kunnen toetsen of de advertenties aan de richtlijnen voldoen. Astra heeft verklaard dat zij niet meer op de onderhavige wijze reclame zal maken. De voorzitter gaat op grond van het voorgaande ervan uit dat de Superunie en Astra voortaan de bepalingen van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen en de Nederlandse Reclame Code zullen naleven. Om die reden zal de voorzitter gebruik maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in artikel 12 lid 5 van het Reglement van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep en een aanbeveling achterwege laten.

 

De beslissing van de voorzitter

Op grond van hetgeen onder 1) en 2) is vermeld, acht de voorzitter de reclame-uitingen in strijd met het bepaalde in artikel 8 lid 1 aanhef RVV 2015.

Op grond van hetgeen onder 3) is vermeld, acht de voorzitter de reclame-uiting in Tsjakka! 07-2015 in strijd met artikel 11.1 NRC in verbinding met artikel 4a KJC.

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken