a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

Voeding en niet- alcoholhoudende dranken

Dossiernr:

2012/00179

Datum:

29-03-2012

Uitspraak:

Aanbeveling

Product/dienst:

Voeding en niet- alcoholhoudende dranken

Motivatie:

Strijd met wet

Medium:

Ongeadresseerd drukwerk

De bestreden reclame-uiting

 

Het betreft een reclame-uiting  voor ‘Anna Gold Caviar’ in de reclamefolder van adverteerder van week 4-6 (2012).

 

De titel van de reclame luidt:

“Kaviaar uit Nederland verantwoord gekweekt”.

 

Onder meer wordt de ‘kweekwijze’ van de kaviaar besproken en wordt deze ‘ecologisch, biologisch en diervriendelijk’ genoemd.

 

De klacht

 

De klacht luidt – samengevat – als volgt.

 

De kwekerij waar de bewuste kaviaar wordt geproduceerd heeft geen biologisch (ecologisch) keurmerk. Het is bij wet verboden om landbouwproducten of voedingsmiddelen zonder dergelijk keurmerk biologisch of ecologisch te noemen. Klaagster verwijst naar artikel 23 e.v. van de EG Verordening Nr. 834/2007 van de raad van 28 juni 2007 inzake de biologische producten en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) NR. 2092/91.

 

Klaagster acht de advertentie tendentieus en misleidend. Er worden mooiere woorden gebruikt dan op de website van de kaviaarproducent. De kaviaar wordt biologisch, ecologisch en diervriendelijk genoemd. Zoals gezegd is de kaviaar niet ecologisch en biologisch.

 

Bij de mededeling dat de kaviaar diervriendelijk is, zet klaagster vraagtekens. Naar adverteerder stelt is haar steurkwekerij ‘humaner’ dan andere kwekerijen omdat de dieren niet worden gedood of open gesneden voor het oogsten van de kaviaar. Klaagster stelt dat daarmee nog geen sprake is van het diervriendelijk houden van de steur.

 

Gelet op het bovenstaande acht klaagster de aanprijzing met de woorden ‘biologisch’ en ‘ecologisch’ feitelijk onjuist en ook schadelijk voor de verkoop van biologische producten. Consumenten worden misleid en op het moment dat zij zich hiervan bewust zijn, worden zij ontmoedigd om rekening te houden met het biologisch keurmerk bij hun aankopen.

 

Het verweer

 

Dit luidt, samengevat, als volgt.

 

Abusievelijk en onbewust zijn in de uiting de woorden ‘biologisch’ en ‘ecologisch’ gebruikt, zonder de intentie te hebben om de lezer te misleiden. De bedoeling van de uiting was om te schrijven over de wijze van kweken. De intentie was niet om de producten te bestempelen als biologisch en ecologisch.

 

Adverteerder ziet niet in op welke wijze zij de verkoop van biologische producten zou hebben geschaad.

 

De mondelinge behandeling

 

Drs. Van Ormondt voornoemd licht de klacht mondeling nader toe.

 

Het oordeel van de Commissie

 

In de uiting, waarvan de titel luidt: “Kaviaar uit Nederland verantwoord gekweekt”, wordt gesteld dat de kweekwijze van de bewuste kaviaar ‘ecologisch, biologisch en diervriendelijk’ is.

 

Klaagster stelt dat haar bezwaren zijn gericht op het bestempelen van de kweekwijze als ‘ecologisch’ en ‘biologisch’. Met betrekking tot de mededeling dat de kaviaar ‘diervriendelijk’ is gekweekt, stelt klaagster slechts dat zij daarbij vraagtekens zet. Nu deze kwestie in de klachtbrief niet voorkomt in de beschrijving onder het kopje ‘KLACHT’, gaat de Commissie ervan uit dat de klacht niet mede tegen het woord ‘diervriendelijk’ is gericht. Gelet hierop zal de Commissie de laatstgenoemde mededeling bij haar oordeel buiten beschouwing laten.

 

In artikel 23 van de Verordening (EG) Nr. 834/2007 inzake de biologische producten en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) NR. 2092/91, is onder meer bepaald dat de termen vermeld in de bijlage bij deze verordening, waaronder ‘biologisch’ en ‘ecologisch’, worden gebruikt voor de etikettering van en de reclame voor een product dat voldoet aan de voorschriften die bij of krachtens deze verordening zijn vastgesteld. Naar klaagster onweersproken heeft gesteld voldoet de kaviaar waarvoor in de onderhavige uiting reclame wordt gemaakt niet aan de bedoelde voorschriften. Aldus is komen vast te staan dat adverteerder heeft gehandeld in strijd met de genoemde verordening.

 

Op grond van het vorenstaande is de Commissie van oordeel dat de reclame is gemaakt in strijd met de wet zoals bedoeld in artikel 2 NRC.

 

De beslissing

 

Gelet op het voorgaande oordeelt de Commissie dat de reclame-uiting in strijd is met artikel  2 NRC. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.