De bestreden reclame-uiting

Het betreft de ‘billboarding’ rond de door RTL4 uitgezonden televisieserie Goede Tijden Slechte Tijden, waarin wordt meegedeeld dat dit programma mede mogelijk wordt/werd gemaakt door “Fruittella, vierkant de fruitigste”. De uiting bestaat uit drie delen, waarin is te zien hoe een (tiener)meisje op de oever zit en snoep eet uit een Fruittella ‘snoeppot’, terwijl op de achtergrond langzaam een rubberboot voorbij vaart. In de drie fragmenten, uitgezonden voorafgaand aan, halverwege en na afloop van een aflevering van GTST, is te zien hoe de ‘snoeppot’ waaruit het meisje eet eerst vol is, vervolgens gedeeltelijk leeg en ten slotte helemaal leeg.

De klacht

De indruk wordt gewekt dat Fruittella snoepjes zo lekker zijn dat je de hele verpakking wel achter elkaar moet leeg eten. Overmatige suikerconsumptie is slecht voor kinderen, van wie er ook in Nederland steeds meer aan obesitas (gaan) lijden.

Het verweer

De onderhavige uiting heeft betrekking op de Fruittella snoeppotten, een nieuw concept binnen het Fruittella assortiment. Deze snoeppotten zijn – door winkelverkooppunt en prijs – voornamelijk gericht op aankoop door volwassenen, evenals de hiervoor gevoerde televisiecampagne. Adverteerder voert aan dat door het overgelegde overzicht “bereikcijfers campagne Fruittella” wordt onderschreven dat de communicatie gericht is op volwassenen.

De repliek

Klaagster heeft haar standpunt nader toegelicht.

De mondelinge behandeling

Mr. Diels heeft – aan de hand van overgelegde pleitaantekeningen – het standpunt van klaagster nader toegelicht en daarbij onder meer betoogd dat de uiting door het tonen van en aansporen tot overmatige consumptie in strijd is met artikel 6 van de Reclamecode voor Voedingsmiddelen (RVV) en artikel 1 van de Code voor Zoetwaren (CVZ). Tevens is sprake van strijd met artikel 6 CVZ omdat in de uiting geen gestileerde afbeelding van een tandenborstel wordt getoond. Mr. Diels heeft een Fruittella snoeppot getoond.

Namens adverteerder is aangevoerd dat de reclamecampagne voor de snoeppotten, gelet op het humoristische karakter ervan, niet in strijd met de artikelen 6 RVV en 1 CVZ is.

Voor spotjes van 5 seconden die zijn gelinkt aan sponsoring, zoals de onderhavige uiting, geldt het voorschrift van artikel 6 CVZ niet.

Het oordeel van de Commissie

Het in de onderhavige uiting aangeprezen Fruittella snoep dient te worden aangemerkt als een voedingsmiddel in de zin van de RVV alsmede, meer specifiek, als een zoetwaar in de zin van de CVZ. Artikel 6 RVV bevat een verbod op het tonen van overmatige consumptie van een voedingsmiddel en het expliciet aansporen tot overmatige consumptie in een reclame-uiting. Ook mag dergelijk gedrag niet tot voorbeeld worden gesteld of goedgepraat. De CVZ kent in artikel 1 een soortgelijke bepaling: “De reclame mag niet aansporen tot excessief gebruik, noch mag dergelijk gedrag tot voorbeeld worden gesteld of goedgepraat.”

Naar het oordeel van de Commissie worden in de bestreden uiting de genoemde bepalingen van de RVV en de CVZ overtreden. In drie fragmenten rondom een – ruim 20 minuten durende – aflevering van GTST is te zien hoe een meisje alleen een Fruittella snoeppot leegeet. De indruk dat de consumptie van het snoep binnen een kort tijdsbestek plaatsvindt, wordt versterkt door het beeld van het op de achtergrond varende bootje, dat in het eerste fragment het beeld binnen komt varen en in de volgende twee fragmenten nauwelijks verder is gevaren. Aldus is in deze uiting, die overigens naar het oordeel van de Commissie niet specifiek op kinderen onder 13 jaar is gericht, sprake van overmatige consumptie c.q. excessief gebruik van Fruittella snoep. 

Krachtens artikel 6 CVZ dient televisiereclame voor zoetwaren op een van de in dit artikel beschreven wijzen een door de Reclame Code Commissie vastgestelde, gestileerde afbeelding van een tandenborstel te tonen. Als erkend is komen vast te staan dat een dergelijke afbeelding in de onderhavige uiting ontbreekt. Het gegeven dat door adverteerder de onderhavige billboarding wordt gezien als sponsoring, laat onverlet dat de uitingsvorm van deze sponsoring een reclame-uiting is volgens de definitie van de Nederlandse Reclame Code en in de zin van de CVZ. Het voorschrift van artikel 6 CVZ is derhalve op de bestreden uiting van toepassing.

Daargelaten de vraag of in geval van een humoristisch karakter van de uiting deze niet strijdig met de RVV en de CVZ zou worden bevonden, is naar het oordeel van de Commissie  in de onderhavige billboarding, die als zelfstandige uiting ter beoordeling is voorgelegd, geen sprake van de door adverteerder bedoelde ‘knipoog’.

Gelet op het vorenstaande wordt als volgt beslist.

De beslissing

De Commissie acht de bestreden reclame-uiting in strijd met artikel 6 RVV en de artikelen 1 en 6 CVZ. Zij beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.