a a a
 

Uitspraken

Alle uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep vanaf 2007 vindt u hier.

Terug naar zoekresultaten

energie, Gas, water en elektra

Dossiernr:

2012/00670A

Datum:

10-08-2012

Uitspraak:

Afwijzing

Product/dienst:

energie, Gas, water en elektra

Motivatie:

Subjectieve normen

Medium:

Audiovisuele Mediadiensten

De bestreden reclame-uiting

 

Het betreft een televisiereclame voor zonne-energie van NLEnergie in de vorm van een zogenoemde ‘cut out animation’.

 

In beeld verschijnt de aarde en een hand die de zon in de hemel ‘plaatst’. Een voice-over zegt: “En op de vierde dag creëerde Hij de zon”. Vervolgens zegt een andere mannenstem: “Zo, da’s de zon”. Adam en Eva verschijnen in beeld en vervolgens verschijnt een dinosaurus, die het hoofd van Eva afbijt. De voice-over zegt: “En hij zag dat het goed was”. De andere stem zegt: “Ik zie dat het goed is”. Voornoemde beelden worden opgevolgd door een aantal snel opeenvolgende andere (historische) beelden.

 

Vervolgens komt een huis in beeld. Op het dak van het huis verschijnen drie zonnepanelen. De voice-over zegt: “En op de vier-triljoenste dag, creëerde de Nederlandse Energie Maatschappij zonne-energie. Voor iedereen. Nu zonder extra kosten; drie zonnepanelen bij een vijfjarig energie-contract. Goed hè?”. Tot slot verschijnt weer de eerder genoemde hand, die een grote steen op het huis plaatst. Op de steen staat het logo van De Nederlandse Energie Maatschappij en de tekst:

 

“IKZEGZON.NL

Kijk op ikzegzon.nl voor de voorwaarden”.

 

De eerder gehoorde mannenstem zegt: “Ik zeg doen”.

 

De klacht

 

Deze luidt, samengevat, als volgt.

 

God, de Schepper van hemel en aarde, wordt op een godslasterlijke wijze misbruikt door NLEnergie om energiecontracten te kunnen afsluiten. Door deze reclame wordt God

belachelijk gemaakt en worden gelovige mensen in hun diepste gevoelens gekwetst.

 

Klager is van mening dat deze reclame om voornoemde redenen in strijd is met de artikelen 2 en 4 van de Nederlandse Reclame Code en dat deze in strijd is met het algemeen belang, de openbare orde en de goede zeden.

 

Het verweer

 

Het verweer luidt – samengevat en voor zover relevant voor deze beslissing – als volgt.

 

Adverteerder stelt dat de Commissie terughoudendheid dient te betrachten bij de toetsing aan de vraag of een reclame in strijd zou zijn met de goede smaak of het fatsoen of dat deze nodeloos kwetsend zou zijn. In de commercial worden geen spottende of beledigende mededelingen of suggesties gedaan over God. Het is niet de bedoeling van de reclame om gelovige mensen te kwetsen. De reclame richt zich op gelovige en niet-gelovige mensen. Zonder verdere onderbouwing is niet goed te begrijpen dat mensen door de reclame-uiting in hun diepste gevoelens zouden worden gekwetst.

 

Gelet op het voorgaande verzoekt adverteerder de Commissie om de klacht ongegrond te verklaren.

 

De mondelinge behandeling

 

Beide partijen lichten hun standpunt, aan de hand van een pleitnota, mondeling nader toe.

 

Het oordeel van de Commissie

 

Klagers bezwaar dat de reclame-uiting in strijd is met de artikelen 2 en 4 NRC, vat de Commissie aldus op, dat klager deze in strijd met de goede smaak en het fatsoen dan wel nodeloos kwetsend acht, zoals bedoeld in deze artikelen. Bij de beantwoording van de vraag of een reclame-uiting in strijd is met deze criteria, stelt de Commissie zich, gelet op het subjectieve karakter daarvan, terughoudend op.

 

In het kader van het aanbod van een zonne-energiecontract wordt verwezen naar het scheppingsverhaal en in het bijzonder naar het ontstaan van het licht (de zon), hetgeen op zichzelf niet ongeoorloofd is. Naar het oordeel van de Commissie worden met deze op het product afgestemde reclame en de manier waarop het scheppingsverhaal hierin, op luchtige wijze, tot uitdrukking wordt gebracht, de grenzen van het toelaatbare niet overschreden.

 

Op grond van het voorgaande is de Commissie van oordeel dat niet kan worden gezegd dat de commercial nodeloos kwetsend dan wel in strijd met de goede smaak of het fatsoen is zoals bedoeld in de artikelen 2 en 4 van de Nederlandse Reclame Code (NRC).

 

De Commissie onderkent dat de onderhavige commercial niet door iedereen wordt gewaardeerd. Dit enkele feit leidt echter niet tot een ander oordeel.

 

De reclame is niet van dien aard dat deze in strijd kan worden geacht met de openbare orde, de goede zeden of het algemeen belang.

 

Gelet op het voorgaande oordeelt de Commissie als volgt.

 

De beslissing

 

De Commissie wijst de klacht af.

 

Opnieuw uitspraken zoeken

Op datum, dossiernummer, trefwoord of soort uitspraak of een combinatie van deze zoekopties.

*Verplicht in te vullen velden

Uitgebreid zoeken